Topman Staatsveiligheid: "Accentverschuiving naar "homegrown terrorists""

De Staatsveiligheid stelt een verschuiving vast in de terreurdreiging ten aanzien van België en andere Europese landen. "De dreiging gaat niet meer in de eerste plaats uit van mensen die aangestuurd worden vanuit Syrië of Irak, maar van mensen die hier geradicaliseerd zijn", aldus topman Jaak Raes in "De ochtend" op Radio 1. "En het is bijzonder moeilijk om die zaken te detecteren", waarschuwt Raes.

De topprioriteit voor de Staatsveiligheid lag tot nu bij de zogenoemde foreign terrorist fighters, strijders die werden aangestuurd door cellen vanuit het buitenland. Maar het accent komt meer te liggen op homegrown terrorists, mensen die bij ons ter plekke radicaliseren. "Het gaat om een aantal mensen die hier geradicaliseerd zijn en zich in ons land bevinden", zegt Raes.

Volgens de topman van de Staatsveiligheid heeft zijn dienst daar op dit moment een "klassiek antwoord" op. "We kunnen maar succesvol dit soort activiteiten blootleggen als we in staat zijn om veel informatie te delen. Maar het is bijzonder moeilijk om die zaken te detecteren. Men is er zich van bewust dat de aanslagmethodiek eenvoudig gehouden wordt en de terreurnetwerken zijn er er zich ook beter van bewust geworden om de communicatie te beveiligen."

"Op dit moment kijken we toch wat sip naar het gegeven dat er heel wat socialemedia-kanalen bestaan waarlangs de communicatie verloopt. Dat kunnen wij in wezen niet volgen."

"Voor ons is het verhaal zeker nog niet af"

De Staatsveiligheid is nog steeds bezig met de onderzoeken die gestart zijn na de aanslagen in Maalbeek en Zaventem. "Voor ons is het verhaal zeker nog niet af", zegt Jaak Raes. "En het is van belang om een dienst die meer belast wordt in staat te stellen die taken uit te voeren", pleit de topman van de Staatsveiligheid.

Raes wil daarom extra middelen, "om te kunnen werken op hetzelfde niveau als vele Europese partners". "De veiligheidsverificaties nemen spectaculair toe. In 2015 waren er 100.000, ondertussen zijn dat er 122.000 oftewel 16.000 per individuele medewerker. Dat is een kleine illustratie."

Veel betere samenwerking

De druk op de Staatsveiligheid mag dan zijn verhoogd, de (samen)werking is sinds de aanslagen wel verbeterd. "We kunnen de werking werkelijk indelen in een periode voor en na de inslagen", zegt Jaak Raes. "Er zijn nu verbindingsofficieren die de zaken van heel dicht opvolgen op het federaal parket en de politie. En op mijn dienst werkt een officier van de Franse inlichtingendiensten en er zijn Belgen in Parijs."

"Deze typische voorbeelden tonen aan dat de samenwerking almaar verbetert. Dat is ook nodig om onze informatie te delen. Ik zie zaken gebeuren die vroeger bijzonder moeilijk lagen en die nu als de grootste evidentie worden aanvaard."

Betere samenwerking dus, maar opgaan in een grote structuur samen met de militaire inlichtingsdienst en de politie vindt Jaak Raes geen goed idee. "Het is niet toevallig dat een aantal diensten elk met eigen bevoegdheden en oriëntatie werken. Ik hoop niet dat we in België verleid worden tot een groot organisatiemodel."

Meest gelezen