Tom Van de Weghe: "Hoe ik toevallig de aanslagen van dichtbij meemaakte"

Vandaag, één jaar geleden, 8.25 uur. Ik zit net op de trein naar Brussel wanneer ik op mijn gsm een eerste alert krijg over een zware explosie op Zaventem. Het is zover, flitst het door mijn hoofd. Is dit de aanslag bij ons die gevreesd werd?

Tom Van de Weghe is journalist bij VRT Nieuws, gespecialiseerd in buitenland. Hij was voor de VRT correspondent in Amerika en China. Van opleiding is hij slavist en Ruslandkundige. Volg hem op Twitter via @tomvandeweghe.

Ik kijk rondom mij in de treinwagon. Hebben ook mijn medepassagiers het nieuws al gekregen? Er wordt rustig verder gekeuveld en gegiecheld. Niet dus. Het is pas bij het naderen van Brussel-Zuid dat de ene gsm na de andere begint te biepen en trillen. De blikken veranderen. Ongeloof en afschuw. Een aanslag? Dan toch?

In Brussel-Centraal ontvouw ik mijn plooifiets. Die had ik begin januari gekocht, omdat ik sinds de aanslagen in Parijs en de lockdown die daarop volgde in Brussel sneller op het werk zou geraken. En omdat ik me niet meer op mijn gemak voelde in de Brusselse metro, dat geef ik toe.

De verkoper van de Daklozenkrant komt zoals elke ochtend naar me toegelopen, in de hoop me een krant te verkopen. Ik vertel hem over Zaventem. "O la la..." Meer kan hij niet uitbrengen.

9.11 uur

Het belooft een helse dag te worden op de redactie, bedenk ik me, terwijl ik richting steile Wetstraat fiets. Mijn hart bonst op de helling nog heviger dan gewoonlijk. Het is 9.11 uur wanneer ik voorbij "De 16" rij, de ambtswoning van de premier.

De twee militairen voor de poort lijken niet in verhoogde staat van paraatheid: ze praten met elkaar en lachen zelfs. Mijn verbazing is groot. Hebben zij het nieuws dan nog niet gekregen?

9.12 uur

Om 9.12 uur kom ik aan op het kruispunt van Kunst-Wet. Meer volk dan anders. Vreemd. Iedereen staat stil en lijkt aan de grond genageld.

Het is een scène die me doet denken aan 9/11 in New York. Er is net iets gebeurd, maar niemand weet echt wát. Iedereen lijkt zwaar onder de indruk van de aanslag, vermoed ik.

Ik zet mijn fiets aan de kant en besluit enkele foto's te maken en te filmen met mijn smartphone. Ik zie een vrouw op het kruispunt die letterlijk het noorden kwijt lijkt. Haar gezicht is rood aangeslagen, over haar wangen rollen dikke tranen.

Ik overwin mijn schroom, troost haar en vraag of ik haar mag interviewen. "We moesten net de metro uit allemaal", zegt ze door haar tranen heen. "Zal iets te maken hebben met Zaventem, zeker? Ik ben echt bang." Ik leg mijn arm om haar heen en zeg dat het allemaal goedkomt.

9.25 uur

Ik stuur haar getuigenis via 4G door naar de redactie in Brussel, waar intussen de extra Journaals zijn begonnen. Het gsm-netwerk werkt nog probleemloos. Het verkeer uit de richting van Schuman blijft over de Wetstraat rijden, maar langs alle kanten hoor ik steeds meer sirenes. Tiens, gaan die allemaal naar Zaventem? Of is er nog iets gebeurd?

Het verkeer valt stil. Militairen komen aangelopen en spannen de metro-ingang af met plastic tape. Ik film de actie, en vraag hen of zij al weten wat er aan de hand is. Geen commentaar. Niet filmen, klinkt het kordaat. De beelden stuur ik meteen door naar de VRT.

Wanneer het bestand weg is, krijg ik een nieuwe alert. "Explosie in metro ter hoogte van Maalbeek". Het is 09.25 uur. Maalbeek, Maalbeek... ik pieker me suf waar dat ligt. Als je in 8 jaar amper een Brusselse metro hebt moeten nemen wegens verblijf in het buitenland vergeet je al eens een metrohalte.

Het nieuws van een tweede aanslag heeft me van de wijs gebracht. En dan weet ik het weer: "My God, Maalbeek, da's hier nog geen 100 meter verder!"

Ik spring op de fiets en haast me richting de metro-ingang van Maalbeek. Militairen sluiten op dat ogenblik ook daar alles af. Er is geen doorkomen meer aan. De reizigers die ongedeerd uit de metro konden ontsnappen, lopen langs mij voorbij. Bedrukte gezichten. Tranen.

Ik hou een man tegen. Lachlan blijkt ook een journalist te zijn, hij werkt voor het Franse persagentschap AFP. Ik film zijn getuigenis met de iPhone. "Ik zat in de metro tussen Kunst-Wet en Maalbeek toen ik plots een enorme luchtverplaatsing voelde. Er werd omgeroepen dat er iets gebeurd was, en dan kwam er rook binnen in het metrostel. We verlieten de metro, niemand was in paniek."

Net voor het gsm-netwerk uitvalt, slaag ik er nog in om zijn getuigenis door te sturen. Lachlan's getuigenis zal de hele wereld rondgaan op alle tv-zenders.

Intussen is de batterij van mijn iPhone bijna plat door het intensieve gebruik. Andere collega's hebben ook postgevat naast me, ter hoogte van de afsluiting. We proberen verwoed om weer op het netwerk te geraken, maar het lukt niet meer.

Militairen, politie en ziekenwagens worden aangevoerd. Het lijkt een film die zich voor onze ogen afspeelt. Een scherm wordt opgetrokken rond de metro-ingang. Ik zie een glimp van hoe de eerste reddingswerkers de gewonden naar buiten brengen en verzorgen. De politie duwt ons verder achteruit.

Ik neem nog enkele andere interviews af in de omliggende straten met mijn iPad. Maar zonder netwerk kan ik het niet meer in de VRT-uitzending krijgen. Ik besluit door te fietsen naar het omroepgebouw en daar de rest van het materiaal in te laden.

AFP

9.11 uur. 9/11

Onderweg, tussen alle sirenes door, groeit het besef : twee aanslagen, veel doden. En dat onder je neus. Bij ons. Terwijl je de halve wereld hebt afgevlogen, is het nu ongelofelijk dichtbij gekomen.

En wat als ik die plooifiets niet had gekocht en daarnet in Centraal de metro had genomen richting Schuman? Diezelfde dag nog kom ik te weten dat het precies om 9.11 uur was dat de bom in de metro was afgegaan. 9.11 uur. 9/11.

Het zal nog dagen, weken duren voor ook ik van de schok zal bekomen. Ik merk dat ik me de dagen die volgen meer en meer begin af te sluiten voor alle nieuws over terreur. Zijn we daarom vanuit de VS teruggekeerd naar België, vraag ik me meermaals af, om dit mee te maken?

Het schiet me nog vaak door het hoofd: het liefst van al wil ik weer zo ver mogelijk van deze plek vandaan. Maar 100% veilig voel je je nergens meer.

Meest gelezen