Topvrouw politie wil Molenbeekse "opkuisplan" in heel België

Een dag voor de herdenking van de aanslagen van 22 maart pakt de commissaris-generaal van de federale politie Catherine De Bolle uit met een opmerkelijk voorstel. De Bolle wil dat het Brusselse Kanaalplan wordt uitgebreid naar het hele land. Dat zegt ze in een interview met De Tijd en L'Echo. Dat plan kwam er na de aanslagen in Parijs en de belofte van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) om Molenbeek "op te kuisen".

Als gevolg van het Kanaalplan kregen negen gemeenten rond de Brusselse Kanaalzone (Vilvoorde, Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek, Brussel-Stad, Sint-Gillis, Anderlecht, Koekelberg, Vorst en Sint-Joost-ten-Node) politieversterking en extra controles.

"Met het Brusselse Kanaalplan gaan we eigenlijk 'back to basics'", zegt De Bolle. "Op alle domeinen, van bouwinspecties tot de controle van vzw's, gaan we na of de wet wordt nageleefd. We leggen de onderliggende geldstromen bloot die terreur financieren, zoals de drugshandel. Justitie staat in voor een vervolg op de politieacties. Die integrale aanpak, waarbij het lokaal bestuur, de preventiediensten, het gerecht, de lokale en de federale politie samenwerken, levert goede resultaten op."

In Molenbeek, de gemeente waarmee het allemaal begon, is het voorbije jaar alvast heel wat werk verzet: er zijn duizenden controles geweest en als gevolg daarvan 880 pv's opgesteld voor onder meer terrorisme, drugsfeiten, inbreuken op de vreemdelingenwet en domiciliefraude.

De Bolle steekt de hand uit naar alle politici, zowel in de regeringen als in de steden en gemeenten, om werk te maken van honderden Kanaalplannen over heel België. Waar een integrale aanpak nog ontbreekt, moeten alle partijen om de tafel gaan zitten, vindt ze. "De burgemeester neemt de leiding, de federale politie kan steun bieden."

Extra mankracht

Een jaar na de aanslagen heeft de federale politie volgens De Bolle meer expertise in huis om het terrorisme aan te pakken. Er zijn vijf antiterreureenheden opgericht en er komen de volgende jaren in totaal ook ruim 1.200 extra agenten in dienst.

Die extra mankracht is nodig, want er is een groot capaciteitsprobleem. Daarbij komt nog dat de politie behalve met de terreurdreiging ook werd geconfronteerd met de gevolgen van de migratiecrisis en tijdens de lange periode van onrust in de gevangenissen ook daar tijdelijk agenten moest inzetten.

Oproep aan de burger

Een voordeel van alle preventieve maatregelen is volgens De Bolle wel dat het aantal woninginbraken gedaald is. De opsporing van wat ze noemt "haalcriminaliteit", misdrijven die enkel ontdekt worden doordat ernaar gezocht wordt, is eveneens gestegen.

De Bolle doet tot slot ook een oproep aan de burgers om verdachte handelingen te melden aan de politie. "De burger draagt de verantwoordelijkheid om ook zelf voor zijn veiligheid in te staan."

Meest gelezen