Dewael na 10 maanden commissie aanslagen: "Gewoon overal geld bijsteken zal niet volstaan"

Het ontbreken van een echte veiligheidscultuur - en de bijbehorende onderfinanciering van diensten zoals de Staatsveiligheid - heeft belangrijke consequenties gehad op het terrein. Dat zegt Patrick Dewael, voorzitter van de onderzoekscommissie naar de aanslagen, na goed tien maanden werken. "Maar nu gaan zeggen dat we de problemen zullen oplossen door zomaar overal geld bij te steken, is ook niet juist."

Sinds haar oprichting heeft de onderzoekscommissie liefst 342 uur vergaderd en 186 mensen gehoord. "De commissie was noodzakelijk", zegt Dewael in "De wereld vandaag" op Radio 1. "22 maart heeft een enorme impact gehad op onze samenleving en een kras in de ziel van veel Belgen veroorzaakt. Het parlement moest uitzoeken wat er kan worden verbeterd om dit in de toekomst maximaal te vermijden."

Gebrek aan mensen en middelen

"Als je de machine niet smeert, kan je ook niet verwachten dat je een goed draaiende motor hebt", stelt Dewael vast. "Als men nu niet overtuigd is van het feit dat de Staatsveiligheid kampte - en misschien nog altijd kampt - met een gebrek aan mensen en middelen, dan is men ziende blind. We hebben wat dat betreft geen echte veiligheidscultuur gehad in ons land en ik denk dat zich dat voor een stuk wreekt. Want het is meermaals gebleken dat de Staatsveiligheid dingen niet wist, maar misschien ook gewoon niet kon weten."

Ook andere politie- en veiligheidsdiensten smeekten in de onderzoekscommissie om extra middelen. Dewael toont begrip, maar plaatst er wel kanttekeningen bij. Zo kregen politie en Binnenlandse Zaken volgens hem bijvoorbeeld sinds 2003 een kwart meer middelen. "Ze hebben misschien allemaal wat te makkelijk gezegd dat ze meer middelen moeten hebben. Het probleem oplossen vergt iets meer creativiteit", analyseert de commissievoorzitter. "Nu gewoon gaan zeggen dat we de problemen kunnen oplossen door zomaar overal geld bij te steken, is dus ook niet juist."

Beter samenwerken

Volgens Dewael moeten de politie- en veiligheidsdiensten in ons land beter samenwerken om aanslagen te voorkomen. "Na de zaak-Dutroux hebben we de politie hervormd om beter samen te werken en informatie uit te wisselen. We merken dat die samenwerkingscultuur nu wat naar de achtergrond is verdwenen. Dat moet op federaal vlak gebeuren."

Concreet wil hij - naar analogie van de "local task forces" - ook op een hoger niveau meer structureel operationeel overleg over concrete zaken tussen alle mogelijke betrokken diensten. En er zal zeker door kleine politiezones meer moeten worden samengewerkt "om een antwoord te kunnen bieden op de complexe veiligheidsvraagstukken".

Erkenning slachtoffers

"De dag van de aanslagen en de dagen nadien hebben de hulpdiensten enorm goed werk geleverd. Ons land kan daarvoor worden geprezen", zegt Dewael nog. "Maar wat de erkenning van de slachtoffers betreft, heeft de overheid misschien wel te lang getalmd. De regering heeft nu een voorstel klaar dat die mensen een statuut geeft, waardoor ze recht hebbenĀ op een volledige schadevergoeding en een soort pensioen. Maar het parlement wacht op de aanbevelingen van de onderzoekscommissie."

Dewael benadrukt wel dat de regering ondertussen de verzekeringsmaatschappijen wat onder druk heeft gezet, zodat de voorschotten voor de slachtoffers op gang kunnen komen.Ā 

De aanbevelingen van de commissie zullenĀ niet klaar zijn tegen de symbolische deadline van 22 maart, maar het eindverslag zou wel eind volgende maand afgerond moeten zijn.Ā 

Bekijk hier het volledige interview met Patrick Dewael

Meest gelezen