Scholenkoepels vol lof over lessen in andere talen

Zowel de koepel van het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs GO! als Katholiek Onderwijs Vlaanderen spreken in lovende termen over het "CLIL-traject". Dat is een vorm van immersieonderwijs, waarbij scholieren voor bepaalde lessen een bad nemen in een vreemde taal. CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning: lessen wiskunde, geschiedenis of aardrijkskunde worden in het Frans, het Engels of het Duits onderwezen in plaats van in het Nederlands.

Uit een bevraging van de Onderwijsinspectie, waarover De Standaard vandaag bericht, blijkt dat het immersieonderwijs zowel bij leerlingen, leerkrachten als directies hoog staat aangeschreven.

"Ook bij ons zijn er veel scholen die dit toepassen", aldus afgevaardigd-bestuurder Raymonda Verdyck van GO!. "Het biedt kansen om vaker en in verschillende situaties een vreemde taal te spreken. De durf om te spreken vergroot daardoor, en ook de motivatie om een vreemde taal te spreken neemt toe."

Verdyck wijst er nog op dat de organisatie van die lessen in een vreemde taal niet altijd evident is. "Scholen moeten ook altijd een aanbod in het Nederlands aanbieden, en dat is niet altijd evident zonder voldoende ondersteuning", zegt Verdyck. "Die is dus nodig om CLIL verder uit te breiden."

Dezelfde bezorgdheid deelt ook Katholiek Onderwijs Vlaanderen. "Het CLIL is een succesverhaal dankzij de inzet van de leerkrachten en de scholenteams," zegt woordvoerster Marijke Bogaert. "Maar omdat de scholen deze lessen ook in het Nederlands moeten geven, plaatst het ze voor bijzondere uitdagingen. Uit het rapport blijkt dat ze die uitdagingen met succes aangaan."

Meest gelezen