Gevangenisdirecteurs willen apart regime voor geradicaliseerde gevangenen

De gevangenisdirecteurs in ons land zijn vragende partij voor een aangepaste regeling voor bezoek en briefwisseling voor bepaalde risicogevangenen, zoals bv. geradicaliseerden. Dat heeft de top van het gevangeniswezen gezegd in de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart.

De top van het gevangeniswezen kwam naar de onderzoekscommissie om het probleem van de radicalisering aan te kaarten. Het is bekend dat gevangenissen broeihaarden zijn voor radicalisering.

In de speciale afdelingen van Hasselt en Ittre zitten intussen respectievelijk negen en veertien haatpredikers en ronselaars afgezonderd, bevestigden Hans Meurisse en Werner Vanhout van de DG Penitentiaire Instellingen (EPI). Dat er in ons land 450 gevangenen geradicaliseerd zouden zijn, moet volgens hen wel met een dikke korrel zout worden genomen. Meurisse en Vanhout houden het op 170 tot 270 geradicaliseerden.

Categorieën van gevangenen

Gevangenisbesturen krijgen maar moeilijk grip op de contacten die hun risicogevangenen met de buitenwereld onderhouden. Bezoek van familieleden in de eerste graad weigeren, is quasi onmogelijk, zelfs al zijn die bekend bij de veiligheids- of inlichtingendiensten. Maar ook ander "verdacht" bezoek weren, kost enorm veel tijd en extra werk, klinkt het.

Meurisse en Vanhout pleiten daarom voor een grondige herziening van de basiswet die de rechten van gedetineerden regelt. Ze willen werken met categorieën van gevangenen, naargelang hun risicoprofiel.

"Als men op basis van een aantal parameters oordeelt dat een bepaalde gevangene tot een bepaalde risicocategorie behoort, dan zou je tools moeten hebben om bezoek in te perken of te kunnen weigeren", aldus Vanhout. "Dat moet natuurlijk gebeuren met respect voor de mensenrechten en met behoud van contacten met de dichte familie. Het is niet de bedoeling om gedetineerden te gaan isoleren. Maar de administratie heeft wel nood aan meer interventiemogelijkheden op bepaalde momenten."

Als de regeling zo zou kunnen worden aangepast, dan zou niet langer elk geweigerd telefoontje of bezoek afzonderlijk gemotiveerd moeten worden, maar zou algemeen een beperkter regime gelden voor risicogedetineerden. Ook de controle op bezoekers zou dan eventueel strenger kunnen. "Fouilleren mag nu niet, we mogen mensen enkel door een metaalportiek sturen. Maar dat gaat natuurlijk lang niet altijd", aldus nog Vanhout.

"Opletten voor haastwerk"

Meurisse en Vanhout bevestigden ook wat enkele gevangenisdirecteurs maandag al hadden verteld in de commissie: er is nog veel werk wat betreft de deradicalisering in de gevangenissen. Al gaat het volgens hen in Vlaanderen, met onder meer twee gespecialiseerde islamconsulenten, toch iets sneller vooruit dan in de Franse gemeenschap.

Vanhout waarschuwde ook voor haastwerk. Niet alleen in ons land, ook in de rest van Europa zoekt men momenteel naar de juiste aanpak van het probleem. "De zogenaamde experts springen nu als paddestoelen uit de grond, want het is een lucratieve business", merkte hij op.

Positief is wel dat de gemeenschappen samen draaiboeken uitwerken en dat binnen de Raad van Europa tips worden uitgewisseld. Vanhout en Meurisse pleiten ten slotte ook voor een soort beperkte penitentiaire inlichtingendienst naar Frans en Nederlands voorbeeld, om een en ander te vergemakkelijken. En ook het beroepsgeheim van hulpverleners moet weliswaar niet overboord, "maar bepaalde nuances voor bepaalde categorieën zijn wel nodig", aldus nog Vanhout.

Meest gelezen