Tumoren zijn eerste doodsoorzaak bij mannen
Hart- en vaatziekten waren in 2014 de eerste doodsoorzaak met 28,6 procent van alle sterfgevallen. Ondanks de opmars van kanker op de tweede plaats (27,2 procent).
Bij de vrouwelijke bevolking was 30,6 procent van de overlijdens te wijten aan hart- en vaatziekten, terwijl bij mannen kanker de hoofdgroep van de doodsoorzaken was (30,6 procent), vóór hart- en vaatziekten (26,5 procent).
In de categorie kanker bleken kwaadaardige tumoren in het ademhalingsstelsel (voornamelijk larynx, longen, bronchiën en luchtpijp) het vaakst voor te komen: 6,5 procent, 9,3 procent bij de mannen. Daarna kwamen de kwaadaardige tumoren in de dikke darm (2,7 procent), in slokdarm, lever en maag (2,3 procent, 3,1 procent bij mannen), borstkanker (2,2 procent, 4,2 procent bij vrouwen), pancreaskanker (1,6 procent) en prostaatkanker (1,4 procent, 2,8 procent bij mannen).
Ziekten van het ademhalingsstelsel waren de op twee na belangrijkste doodsoorzaak (9,7 procent).
Het aantal zelfdodingen bleef onder de grens van 2.000 (1,8 procent van het aantal sterfgevallen).
Sterfgevallen per geslacht en per gewest in 2014
mannen | vrouwen | totaal | |
alle oorzaken | 51.556 | 53.167 | 104.723 |
hart- en vaatziekten | 13.669 (26,5%) | 16.289 (30,6%) | 29.958 (28,6%) |
tumoren | 15.801 (30,6%) | 12.718 (23,6%) | 28.519 (27,2%) |
ziekten ademhalingsstelsel | 5.400 (10,5%) | 4.745 (8,9%) | 10.145 (9,7%) |
zelfdoding | 1.336 (2,6%) | 560 (1,1%) | 1.896 (1,8%) |