Onderwijs vraagt extra middelen voor leerlingen met leerstoornis of beperking

Sinds september 2015 maakten enkele duizenden leerlingen met een leerstoornis of beperking via het M-decreet de overstap naar het reguliere onderwijs. Maar wat blijkt na iets meer dan een jaar? Zowel scholen als ouders kampen met frustraties. Lieven Boeve en Raymonda Verdyck, hoofd van respectievelijk het Katholiek Onderwijs Vlaanderen en het Gemeenschapsonderwijs, trekken daarom aan de alarmbel.

"De motivatie bij de leerkrachten is enorm", zegt Lieven Boeve, hoofd van het Vlaams Katholiek Onderwijs, aan VRT Nieuws. "Maar als dat niet voldoende wordt ondersteund, gaat dat enthousiasme verloren." Volgens Boeve waren er immers extra middelen beloofd, maar heeft het onderwijs die nooit gekregen. "En daarvan beginnen we de gevolgen op het terrein te merken. De situatie is op deze manier onhoudbaar."

Het is immers niet vanzelfsprekend om alle leerlingen, met of zonder beperking, op hun niveau uit te dagen in de klas. De verschillende leerlingen hebben immers een verschillende leerbehoefte, benadrukt Boeve. "Bovendien weegt ook de gedragsproblematiek van sommige leerlingen bijzonder zwaar. Je zou eigenlijk iemand extra in de klas moeten hebben die een kind dat de lessen stoort, apart kan nemen."

Ook Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder van het GO!, vraagt meer ondersteuning voor die grote diversiteit o, de klassen. "Het M-decreet heeft een ware cultuurverandering met zich meegebracht. Op een zeker moment gaan mensen op hun tandvlees zitten, als je dat niet voldoende ondersteunt" zegt ze. "En hebben ze geen zuurstof meer om zich daarvoor in te zetten."

Momenteel kunnen leerkrachten in het reguliere onderwijs wel al rekenen op de zogenoemde "waarborgregeling". Die zorgt ervoor dat werkkrachten uit het buitengewoon onderwijs bijspringen en ondersteuning bieden. Dit schooljaar zijn dat 420 personeelsleden. Bovendien hebben leerlingen met een beperking of een leerstoornis ook recht op GON-begeleiding. Ook via die weg kan een school een aanvraag indienen voor extra ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs. Sommige scholen maken tot slot zelfs werk van co-teaching, waarbij er 2 leerkrachten voor de klas staan, maar daar is niet in elke school budget voor.

Volgens Boeve is het M-decreet echter niet alleen in het reguliere onderwijs, maar ook in het buitengewoon onderwijs een zware uitdaging. "Ook daar is de zorgproblematiek veranderd", zegt hij. "Ze hebben minder leerlingen en krijgen dus minder middelen, maar blijven wel zitten met de zwaardere zorgkinderen. Ook daar is men dus bezorgd over de situatie, maar dat wordt zeer zelden gezegd."

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) geeft in De Morgen alvast aan dat het M-decreet volgend jaar aan een grondige evaluatie zal worden onderworpen. Wat nu al vast staat is dat er in elk geval meer flexibiliteit komt in de ondersteuning van de leerlingen. Door de GON-begeleiding en de waarborgregeling samen te voegen, hoopt Crevits er bovendien voor te zorgen dat de taak van de extra begeleiders minder versnipperd is.