"Soms is een beugel zelfs bij vierjarigen aangewezen"

In vijf jaar tijd steeg het aantal beugels bij jonge kinderen met 27 procent. "Die leeftijd is niet vervroegd", zegt Bart Vande Vannet, woordvoerder van de beroepsvereniging van orthodontisten en professor aan de VUB, in "De ochtend" op Radio 1. "Er is nu een terugbetaling van 75 procent mogelijk op jongere leeftijd. Daardoor is het nu duidelijker wie er een beugel heeft."

Specialisten stimuleren een vroege ingreep, omdat het volgens hen op latere leeftijd veel ellende kan besparen. Wie voor 9 jaar al een beugel krijgt, komt er goedkoper vanaf. Ook duurt de behandeling dan minder lang en is de beugel lichter.

"Iedereen denkt dat een beugel pas moet als kinderen 13, 14 of 15 jaar zijn, wanneer álle definitieve tanden zijn doorgebroken", aldus Vande Vannet. "Maar eigenlijk kunnen we voor de leeftijd van 9 jaar al heel veel doen."

"Meestal betekent de vroege beugel geen blokjes op latere leeftijd", meent Vande Vannet. "In twintig tot dertig procent van de gevallen is zelfs helemaal geen latere behandeling meer nodig."

Specialisten raden bovendien al in de kleutertijd een beugel aan. Op die manier kunnen kleine problemen al op vroege leeftijd gesignaleerd worden. "Zelfs op 4 jaar is een beugel soms aangewezen, ook al heeft het kind nog melktandjes", zeggen specialisten.

De ingrepen zijn voor ouders vaak een dure zaak. "Maar het is goedkoper op jongere leeftijd dan een moeilijkere behandeling op latere leeftijd waar misschien chirurgie aan te pas komt", sluit Vande Vannet af.