Ruim 13 procent meer leefloners in 2015

Het aantal mensen dat een leefloon krijgt, is in 2015 met 13,2 procent gestegen. Dat blijkt uit cijfers van de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie. De stijging is grotendeels het gevolg van de strengere regels rond werkloosheidsuitkeringen. Opvallend: bijna 1 op de 3 mensen met een leefloon is tussen 18 en 24 jaar.

Eind 2015 waren er 116.146 leefloners in België, een stijging met 13,2 procent tegenover het maandelijkse gemiddelde in 2014. De stijging zet zich door in alle regio's, al zijn er wel duidelijke verschillen. Zo blijft de stijging in Vlaanderen en Brussel beperkt tot respectievelijk 9,8 en 9,3 procent, maar loopt dat in Wallonië op tot 17,4 procent. De POD Maatschappelijke Integratie verwacht dat er ook in het lopende jaar 2016 een gemiddelde stijging van meer dan 10 procent zal zijn.

De stijging van 13,2 procent in 2015 is deels (2,3 procent) toe te schrijven aan de toename van het aantal kwetsbare personen (ouderen, alleenstaanden, allochtonen,...) en ook deels (ook 2,3 procent) aan de toename van het aantal erkende vluchtelingen. Maar de grootste hap, meer bepaald 8,6 procent, is een gevolg van de hervorming van de werkloosheidsreglementering en dan met name de beperking van de inschakelingsuitkeringen.

Jongeren

Volgens Julien Van Geertsom, voorzitter van de POD Maatchappelijke Integratie, moet er een "tandje bijgestoken worden in de bestrijding van armoede". "Het is schrijnend vast te stellen dat vooral de groep jongeren het zwaarst getroffen is. Dit kan een zware hypotheek leggen op onze toekomst".

Uit de cijfers blijkt namelijk dat de jongeren tussen 18 en 24 een steeds grotere groep uitmaken binnen het totaal aantal leefloners. Intussen gaat het al om bijna 31 procent van het totaal. Waar in 2013 en 2014 nog gemiddeld 5 procent van de jongeren een leefloon kreeg, was dat in 2015 bijna verdubbeld naar 9,2 procent.

Situatie vóór leefloon

De POD nam ook onder de loep in welke situatie de leefloners zaten voor ze de uitkering kregen. De helft van de mensen die bij het OCMW aanklopten, hadden geen inkomen uit werk of recht op een werkloosheidsuitkering of een andere vorm van vervangingsinkomen. Het gaat onder meer om jongeren die de schoolbanken verlieten zonder recht hebben op een uitkering, erkende vluchtelingen en daklozen. "Onze cijfers tonen duidelijk aan dat het leefloon dienst doet als het laatste sociale vangnet", aldus Van Geertsom.

Bijna 1 op de 5 leefloners had voordien een inkomen uit werk en was actief in loondienst of als zelfstandige. Zo'n 10 procent van deze groep beëindigde zijn of haar activiteiten als zelfstandige en beschikte over onvoldoende middelen om rond te komen.

Verder had 1 op de 10 leefloners voordien een werkloosheidsuitkering. Het recht op die uitkering raakten ze kwijt door schorsing of omdat ze aan het einde gekomen waren van de periode waarin ze er recht op hadden. De POD wijst er wel op dat die laatste cijfers dateren van voor de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen. De verwachting is dan ook dat die cijfers verder zullen stijgen.

Meest gelezen