We beginnen steeds later aan kinderen

Vlaamse vrouwen beginnen gemiddeld op hun 28e aan kinderen. Dat blijkt uit cijfers van Kind & Gezin. Ter vergelijking: in 2001 was de gemiddelde leeftijd om voor het eerst moeder te worden 26 jaar. De totale vruchtbaarheidscijfers zijn voor alle leeftijdsgroepen gedaald.
Science Photo Library

Een Vlaamse vrouw krijgt gemiddeld op haar 28e een eerste kind. 15 jaar geleden was die gemiddelde leeftijd nog 26 jaar. De stijging is duidelijk sterker bij vrouwen van een andere nationaliteit dan de Belgische. In 2001 bedroeg de leeftijd om voor het eerst moeder te worden bij die groep nog 23 jaar, dat is intussen geklommen tot 27 jaar.

Het is nog niet duidelijk of Vlaamse moeders hun eerste kind enkel uitstellen of gewoon algemeen minder kinderen willen. Daarvoor is het wachten op de evoluties in de vruchtbaarheidscijfers van de komende jaren. Voorlopig zijn er althans geen aanwijzingen voor een trend naar kleinere gezinnen.

Laagste vruchtbaarheid bij twintigers sinds WO II

Het aantal geboortes is vorig jaar alvast gedaald. Daardoor ligt het geboortecijfer volgens Kind & Gezin voor het eerst sinds 2005 terug onder de 67.000 kinderen. De daling doet zich in alle provincies voor: in Antwerpen is de daling het grootst (-3,7%), in Oost-Vlaanderen het kleinst (-1,1%).

Het aantal geboorten per 100 vrouwen van 20 tot 25 jaar daalde in het Vlaams Gewest opmerkelijk van 5,2 in 2010 naar 3,8 in 2015. Dat is het laagste peil ooit (in 1971 ging het nog om meer dan 14 geboorten per 100 vrouwen). Bij de 25- tot 30-jarige vrouwen daalde het aantal geboorten per 100 vrouwen van 13,6 in 2010 tot 12,1 in 2015, wat het laagste naoorlogse vruchtbaarheidscijfer voor deze leeftijdsgroep is.

Die daling zet zich -in tegenstelling tot de vorige jaren- ook in alle andere leeftijdsgroepen door: bij de 30- tot 35-jarigen daalt het aantal geboorten tot 11,4 kinderen per 100 vrouwen en bij de 35- tot 40-jarigen tot 4,48 kinderen per 100 vrouwen.

Hoewel ze gemiddeld nog beduidend meer kinderen krijgen, begint het vruchtbaarheidspatroon van vrouwen met een migratieachtergrond meer en meer te lijken op dat van de andere vrouwen.

AMELIE-BENOIST / BSIP

Meest gelezen