Koppels en 65-plussers zijn het gelukkigst

We geven ons leven gemiddeld een zeven op tien. Een factor die deze geluksscore fel beïnvloedt, is onze relatiestatus. Dat blijkt uit een bevraging van VRT Nieuws. Wie voelt zich nu het allergelukkigst? En hoe zit het met onze attitudes t.a.v. verschillende relatievormen?

Op een schaal van één tot tien zijn de verschillen relatief gezien minimaal. Gemiddeld gaven de deelnemers aan het onderzoek hun leven een 7/10. In de evolutie van het geluksgevoel zijn er twee duidelijke tendensen: oudere Vlamingen zijn gelukkiger dan jongere, en koppels zijn gelukkiger dan singles.

De allergelukkigste koppels zijn de 66-75-jarigen. Zij geven hun relatie een 7,5/10. Ook de koppels wiens kinderen het huis uit zijn, -de zogenoemde "emptynesters"- zijn met 7,4 gelukkiger dan gemiddeld, net als de koppels die bewust een LAT-relatie aangaan (7,4).

Samenwonende koppels (7,2) scoren iets hoger dan singles (6,6) en thuiswonenden (6,4). De minst gelukkige groep zijn de vrijgezelle dertigers die nog thuis wonen (6,4). Ook bij ouders die de zorg voor hun kinderen alleen op zich nemen (6,6), ligt de geluksscore iets lager.

"Drukkende gezinsnorm"

"Ons gemiddeld geluksgevoel kent enkele ups en downs in de loop van ons leven. Het allergelukkigst zijn we als kind, en na ons 65e. Daartussen gaat het even bergaf", legt socioloog Dimitri Mortelmans (UA) uit. "De 35-45-jarigen voelen zich globaal het minst gelukkig. In die periode is ons leven vaak erg druk. Een job, een relatie, kinderen, hobby's: al die factoren succesvol combineren zet meestal een domper op je geluk, zelfs al heb je in theorie alles wat je hart begeert,", aldus Mortelmans. "Bij iets oudere mensen nemen de drukte en de stress af. In combinatie met een groter aanpassingsvermogen draagt dat bij tot een gelukkiger leven."

En wat met de singles, die aangeven gemiddeld iets minder gelukkig te zijn? "We moeten opletten met veralgemeningen, want dit gaat om gemiddeldes", beklemtoont Mortelmans. "De meeste vrijgezellen hebben een breed netwerk, maar komen op een bepaald moment toch alleen thuis. Dan speelt de zogenoemde "emotionele eenzaamheid" op, het gebrek aan een soulmate", vertelt Mortelmans. "Sommige vrijgezellen hebben ook het gevoel dat de samenleving op hen neerkijkt, omdat we georganiseerd zijn naar het model van koppels met kinderen. Door die drukkende norm voelen singles zich soms het buitenbeentje."

Vlaming is relatief progressief

Het merendeel van de Vlamingen is vrij ruimdenkend, als het gaat over alternatieve relatievormen. Mannen zijn gemiddeld iets conservatiever dan vrouwen. De groep 18-25-jarigen is het meest progressief. 65-plussers zijn over alle stellingen iets conservatiever.

Vlamingen blijven binnen hun progressief denken tegelijk vrij traditioneel: alleenstaande vrouwen (71%) worden bijvoorbeeld geschikter geacht om alleen kinderen te krijgen/op te voeden dan alleenstaande mannen (59%).

Daarnaast is er nog steeds een hardnekkige kern die er relatief conservatieve ideeën op nahoudt, over bijvoorbeeld rechten voor holebikoppels of alleenstaande ouders. Een significante minderheid vindt holebirelaties volledig onaanvaardbaar: 17% van de mannen en 23% van de 65-plussers is het hiermee eens.

"Hier zien we een duidelijk generatie-effect", vertelt socioloog Dimitri Mortelmans (UA). "Zestigers en zeventigers zijn opgegroeid met huwelijk als enige mogelijke relatievorm en de kerk als kern van het dorp. De weerstand tegenover andere relatievormen is daar -bij een minderheid- een hardnekkig overblijfsel van. Holebirelaties roepen nog steeds de meest hardnekkig conservatieve reacties op, al hebben we daar als samenleving al een lange weg afgelegd."

Tussen 25/02 en 28/03 heeft onderzoeksbureau Indiville in opdracht van VRT Nieuws 2.163 Vlamingen tussen 18 en 75 jaar online en telefonisch bevraagd.

Meest gelezen