"Dopingcontroles tijdens examens goed voor de Fair Play"

Drie procent van de Vlaamse studenten, omgerekend zo'n 7.000, slikt tijdens examenperiodes elke dag een rilatine pil, een geneesmiddel tegen ADHD. Ook andere pepmiddelen of stimulerende drankjes blijven populair onder Vlaamse studenten. Hier en daar gaan stemmen op om dopingcontroles te organiseren voor studenten.

In “De wereld vandaag” op Radio1 maakt dopingspecialist en voorzitter van de World Association of Anti-Doping Scientist (WAADS) Peter Van Eenoo de vergelijking tussen sport en examens. “In de sportwereld controleert men op doping omwille van de Fair Play en omdat er geld mee gemoeid is. Eigenlijk gaat dat ook op voor studenten. Mensen zonder diploma verdienen doorgaans minder dan mensen met een diploma. Maar er is ook een Fair Play aspect. Of je het nu graag hoort of niet: professoren passen hun cijfers aan in functie van het gemiddelde. Ligt dat te hoog, dan gaat men strenger verbeteren.”

Geen wettelijk kader voor dopingcontroles

Toch is Van Eenoo eerder terughoudend over de vraag of dopingcontroles tijdens de examenperiode wenselijk zijn. “Dat is eerder voer voor ethici, ik ben niet de juiste persoon om daarop te antwoorden. Wel ontbreekt momenteel natuurlijk een wettelijk kader. In de sport zijn er regels en is het duidelijk wat kan en wat niet kan. Dat kader ontbreekt voor studenten.“

“Je zou uiteraard wel dezelfde regels kunnen toepassen op examens. Met andere woorden, men zou kunnen controleren op prestatieverbeterende middelen die bovendien mogelijk slecht zijn voor de gezondheid. De gewone vitaminepreparaten zouden dus nog toegelaten zijn, maar niet bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden buiten het kader waarvoor ze bedoeld zijn. Dan denk ik aan Rilatine, of het pepmiddel Captagon.”

In de praktijk bijna onmogelijk te organiseren

Medisch is het perfect mogelijk om zeer nauwkeurig te bepalen wie wat geslikt heeft, zegt van Eenoo, maar men botst op een gigantisch logistiek probleem. “Hoe zou zo’n dopingcontrole in z’n werk gaan? Je kan onmogelijk alle studenten controleren, dat gebeurt ook niet in de sport. Vraag je een urinestaal van de beste tien studenten, of van de slechtste tien? Je zou ook alle examens moeten controleren, niet enkel een of twee. Praktisch is dat dus zo goed als onmogelijk.”

Bij de UGent loopt men alvast niet warm voor het idee, zegt Kris Versluys, onderwijsdirecteur UGent. “Het probleem is momenteel te beperkt. Men moet alles in proportie zien: is het opportuun om zo’n drastische maatregel in te voeren voor een beperkt probleem? Bovendien is het niet zo dat men dankzij die middelen automatisch een voorsprong krijgt tegenover studenten die dat niet nemen. Integendeel, we weten uit ervaring dat mensen die dat soort middelen nemen op lange termijn het minder goed doen dan wie er een gezonde levenshouding op nahoudt tijdens de examens.”

"Controledrift erger dan het eigenlijke dopinggebruik"

Rik Torfs, rector van KULeuven, zit op dezelfde lijn. “We hebben al zoveel controle in onze maatschappij, waarom moet dit daar dan nog bijkomen? Ontrading zou eerder de oplossing moeten zijn. De vergelijking met de sportwereld gaat ook niet helemaal op want het effect van dat soort middelen is toch anders. Helder nadenken kan je net zo goed of zelfs beter zonder stimulerende middelen.”

“Als je studenten gaat controleren, waarom dan ook niet zakenlui, of politici die deelnemen aan nachtelijke vergaderingen. Kortom, iedereen die een prestatie levert, zou men aan een controle kunnen onderwerpen. Dat lijkt me een foute houding. De controledrift wordt op den duur erger dan het eigenlijke dopinggebruik.”

Meest gelezen