Lokale politie weigert manschappen af te staan

Vanwege de terreurdreiging en de vluchtelingenstroom heeft de federale politie nood aan extra manschappen. De lokale politie van Ronse, in Oost-Vlaanderen, staat daarom al enkele maandag iedere dag 4 van zijn 58 politiekrachten af. Dat komt neer op 1.174 uren of 150 dagen. In het begin werden de manschappen ingezet om de Frans-Belgische grens te helpen bewaken. Die opdracht liep vorige week af, maar nu rekent de federale politie ook op extra hulp voor de strijd tegen terreur.

"De situatie is onhoudbaar geworden", zegt korpschef Patrick Boel. "Iedere dag inspecteurs afstaan lukt niet meer met ons kleine korps. Dit is geen uitzonderlijke noodsituatie meer, maar het gevolg van te drastische besparingen op het federale niveau. Daar zit men nu met een structureel personeelstekort, maar wij willen en kunnen dat niet langer oplossen."

Ook bij andere politiezones is de maat vol. De politiezone Erpe-Mere/Lede stuurde vorige week al een aangetekende brief naar het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA), waarin ook zij dreigen om niet langer inspecteurs af te staan.

De Vaste Commissie van de Lokale Politie, het overlegorgaan van de lokale zones, beseft dat veel korpsen op hun tandvlees zitten. "Bijkomend probleem is dat er een drukke zomer vol festivals en andere evenementen voor de deur staat", zegt Philip Decock van de Vaste Commissie in Het Laatste Nieuws. "Daarin wordt alwéér op de lokale zones gerekend om buiten hun gebied bij te springen."

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) beseft dat het niet evident is voor sommige lokale korpsen, maar vraagt tegelijkertijd ook begrip voor de uitzonderlijke situatie en de tijd die nodig is om de extra aanwervingen op federaal niveau rond te krijgen. "We doen er alles aan om de situatie houdbaar te maken", zegt Jambon.