Veel minder volk dan verwacht op mars tegen terreur

De optocht vertrok vanmiddag om iets na 14 uur aan het Noordstation en trok via Molenbeek en de Beurs naar het Fontainasplein. Bij de aanvang werden slechts 3.000 mensen geteld, maar gaandeweg zwol dat aantal aan. Een groep van zo'n 800 inwoners van Molenbeek sloot zich halverwege aan. 

Aan de kop van de mars liepen de families van slachtoffers van de aanslagen. Daarachter kwam een grote delegatie personeelsleden van Brussels Airport en de MIVB. Ook waren er vertegenwoordigers van alle godsdiensten in ons land en politici van meerderheid en oppositie.

Veel deelnemers van de mars hadden gehoor gegeven aan de oproep van de organisatie om een bloem mee te nemen en neer te leggen aan het Beursplein. Schoolkinderen uit Sint-Jans-Molenbeek droegen boodschappen van vrede met zich mee, onder meer "Niet in naam van de islam".

"Het was een veelkleurige en stille mars", zegt VRT-journalist Jeroen Reygaert die het evenement volgde. "Op het einde van de mars werd er wat gezongen en waren er toespraken." Zo kwam een vrouw wier broer zwaargewond raakte bij de aanslagen op de luchthaven een brief voorlezen.

Waarom er zo weinig mensen zijn komen opdagen? Is er te weinig animo en/of voelen de mensen zich niet veilig genoeg om naar Brussel te komen meedoen aan een grote manifestatie?

Voor de organisatie is het aantal betogers niet het belangrijkste. "De boodschap heeft veel minder te maken met hoeveel mensen hier precies waren dan de impressionante sereniteit en eensgezindheid ", zegt Wouter Hillaert van Hart boven Hard.

"Het was een heel diverse mars: veelkleurig, veeltalig, allemaal samen. Het "tous ensemble" gevoel", vat journalist Jeroen Reygaert samen.

De deelnemers werd in elk geval gevraagd om rekening houden met extra veiligheidsmaatregelen.

"De mensen die naar de mars komen, vragen wij om geen tassen en rugzakken mee te nemen", zegt Ilse Van de Keere van de Brussele politie. Sinds de aanslagen wordt die maatregelen genomen op plaatsen waar veel mensen samenkomen. Dat was bijvoorbeeld het geval op drukke plaatsen langs het parcours van de Ronde van Vlaanderen.