Terreur in België, een overzicht

De jaren 70 en 80 waren erg woelige jaren en werden ook gekenmerkt door terreuraanslagen en vliegtuigkapingen. In die periode waren die veelal het werk van marxistische of extreemrechtse groeperingen of door Palestijnse terreurgroepen.

Ons land maakte voor het eerst kennis met het terrorisme door de kaping van een vliegtuig van Sabena in mei 1972. Dat vliegtuig werd op weg van de Israëlische stad Tel Aviv naar Wenen gekaapt door vier terroristen van de Palestijnse groep Zwarte September. In Israël werden de kapers overmeesterd en gedood door een groep "special forces" van dat land. De latere premiers Ehud Barak en Benjamin Netanyahu maakten deel uit van het Israëlische commando. Eén passagier is later overleden.

In Antwerpen gooit een Palestijnse terrorist granaten naar een groep Joodse schoolkinderen. Daarbij vallen één dode en 15 gewonden.

In de Diamantwijk in Antwerpen ontploft een bomauto voor een synagoge. Er vallen drie doden en honderd gewonden. Het is de tweede anti-Joodse aanslag op een jaar tijd in ons land.

Bij overvallen op supermarkten van Delhaize worden 28 mensen vermoord door een groep schutters, die de Bende van Nijvel wordt genoemd. Dat leidt tot een angstpsychose in België, temeer omdat de gangsters steeds een kleine buit maken en het dus blijkbaar niet om geld gaat.

De bende wordt nooit opgerold, maar vermoed wordt dat extreemrechtse sympathisanten achter de aanslagen zitten. Allerlei samenzweringstheorieën doen de ronde, maar het gerechtelijk onderzoek wordt een rommeltje en leidt tot niets.

De "Cellules Communistes Combatantes" of CCC voeren enkele bomaanslagen uit, vooral gericht tegen banken. Bij één van die aanslagen worden twee brandweerlui gedood.

Het leger verschijnt een eerste keer in de straten, maar de extreemlinkse bende wordt vrij snel opgerold. Het gaat om een kleine groep die zich liet inspireren door communistische terroristen zoals de Rote Armee Fraktion in Duitsland of de Rode Brigades in Italië.

Buiten het Erasmusziekenhuis in Brussel wordt de arts Joseph Wybran neergeschoten. De man is voorzitter van een Joodse organisatie en de moord past dus in de anti-Joodse stemming van de jaren 80.

Na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 en het vredesproces van Oslo in het Midden-Oosten komt er een einde aan het extreemlinkse en Palestijnse terrorisme. Een decennium lang blijft het rustig, maar uiteindelijk komt de nieuwe vorm van extreme moslimterreur ook ons land bedreigen.

Een man van Arabische afkomst opent het vuur op de Place Saint-Lambert in Luik. Er vallen zes doden en er breekt paniek uit in het centrum van de stad. De schutter pleegt uiteindelijk zelfmoord.

In Anderlecht wordt brand gesticht in een huis en komt de sjiitische imam van een lokale moskee om. De dader is een soennitische extremist die beweert dat hij de "'sjiieten schrik wou aanjagen".

Een Franse Algerijn opent het vuur in het Joods Museum in Brussel. Daar worden vier mensen gedood, onder hen is een koppel uit Israël. De dader wordt later in de Zuid-Franse stad Marseille opgepakt.

Het gaat om een Syriëstrijder die naar Europa is teruggekeerd. De man wordt later door Frankrijk uitgeleverd aan België en zal hier terechtstaan. De nieuwe anti-Joodse aanslag maakt wel een grote indruk op de Joodse gemeenschap in ons land.

In de Waalse stad Verviers breekt een schietpartij uit tijdens een antiterreuractie van de politie tegen een groep jihadisten. Twee mannen die uit Syrië waren teruggekeerd, worden doodgeschoten. De veiligheidsdiensten hielden hen al een tijdje in het oog. Abdelhamid Abaaoud ontsnapt naar Syrië, maar keert terug voor de aanslagen van november vorig jaar in Parijs. Kort daarop wordt hij in Parijs opgespoord en gedood.

In maart vorig jaar worden 22 toeristen doodgeschoten in het Bardo-museum in Tunesië. Onder hen is een Belgische vrouw. In juni van dat jaar worden 38 toeristen vermoord op een strand in de Tunesische badplaats Sousse. 

Een man probeert met automatische wapens te schieten in een wagon van de Thalys tussen Brussel en Parijs, maar wordt door Amerikaanse militairen in burger overmeesterd. Er vallen wel drie gewonden in de trein.

In de twee laatste maanden van vorig jaar voert de politie voortdurend huiszoekingen uit bij terreurverdachten en geradicaliseerde moslims. Het leger patrouilleert weer op straat en het dreigingsniveau wordt in de nasleep van de terreur in Parijs opgetrokken tot 3 en tijdelijk zelfs 4 in Brussel. Zes mensen worden opgepakt wegens het beramen van aanslagen op nieuwjaarsnacht.

De afgelopen week is de terreur in ons land naar een nooit gezien hoogtepunt gegroeid. Politie en de terroristen wisselen klappen uit, maar dinsdag 22 maart wordt een gruweldag voor België.

Op dinsdag 15 maart loopt een huiszoeking in Vorst uit op een schietpartij; de terreurverdachte Mohammed Belkaïd wordt door de politie gedood en in de flat worden wapens en detonators gevonden.

Op vrijdag 18 maart worden twee verdachten opgepakt tijdens een antiterreuractie in Molenbeek; een van hen is Salah Abdeslam, die al vier maanden wordt gezocht wegens zijn betrokkenheid bij de terreurgolf in Parijs in november vorig jaar.

Op dinsdag 22 maart vallen 32 doden en meer dan 240 gewonden bij bomaanslagen op de luchthaven van Zaventem en in een metro nabij het station Maalbeek in Brussel.