"Helft leerlingen katholiek onderwijs gelooft in Jezus"

De helft van de leerlingen in het katholiek onderwijs gelooft in Christus en 43,9 procent bidt af en toe. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven dat Tertio kon inkijken.

Het onderzoek werd van september 2008 tot juni 2015 uitgevoerd bij 15.287 leerlingen in 57 katholieke scholen in Vlaanderen.Ā De ondervraagden bevonden zich in het vijfde en zesde leerjaar en alle jaren van het secundair onderwijs.Ā 

Van die leerlingen blijkt 81,4 procent gedoopt te zijn. Toch daalt het aantal gedoopten jaar na jaar. In de derde graad van het secundair onderwijs is 86,7 procent gedoopt, in de tweede graad 81,5 procent, in de eerste graad 78,4 procent en in het vijfde en zesde leerjaar van de lagere school maar 68,5 procent meer.

"De cijfers blijven misschien verrassend hoog in een seculiere cultuur, maar de daling van 11,5 procent op acht jaar tijd geeft toch aan dat de detraditionalisering en de pluralisering zich doorzetten", luidt het.

Geloven en bidden

Opmerkelijk is dat 53 procent aangeeft in zekere mate te geloven in Jezus Christus, waarbij 4,3 procent zich een diepgelovige christen noemt. Daartegenover staat 47 procent die niet in Christus gelooft. Gevraagd of ze persoonlijk wel eens bidden, bevestigt 43,9 procent dat dagelijks, regelmatig, soms of in blije of droeve momenten effectief te doen. 26,2 procent stelt dat niet meer te doen en 29,9 procent bidt nooit.

"Al deze cijfers maken dat je toch niet kunt stellen dat jongeren niet geĆÆnteresseerd zijn in Christus, een aversie zouden hebben tegen het katholieke geloof of er collectief onverschillig zouden tegenover staan. Dat is voor sommigen het geval, maar niet voor de meerderheid. Onze cijfers staven zeker geen merkbare afkeer voor geloof of voor het katholiek onderwijs. Je kan ten hoogste stellen dat de leerlingen een afwachtende houding aannemen tegenover het geloof of er nog onwetend over zijn, maar een aversie koesteren ze niet", aldus nog de Leuvense vicerector onderwijs, Didier Pollefeyt, die met Jan Bouwens voor het onderzoek verantwoordelijk is.

Meest gelezen