Bijna twee derde van Belgen denkt kanker te krijgen

De angst om kanker te krijgen, is heel groot bij de Belgische bevolking. Dat blijkt uit een representatieve steekproef van het onderzoeksbureau Ipsos bij 1.056 Belgen. Liefst 62 procent schat de kans hoog tot zelfs heel hoog in om ooit persoonlijk met kanker te worden geconfronteerd. Nochtans opent een nieuwe behandeling, immuuntherapie, nieuwe perspectieven.
Science Photo Library

De Ipsos-enquête, uitgevoerd tussen 30 oktober en 4 november vorig jaar, werd gevalideerd door Belgische oncologen. Ze geeft aan dat de mogelijk dodelijke afloop van kanker de Belgen het meest schrik aanjaagt. Op de tweede plaats zijn ze bang voor de impact die kanker op hun gezin en kinderen zou kunnen hebben. Daarna komt de angst voor pijn en een slechtere levenskwaliteit. Toch zijn de Belgen niet over de ganse lijn doemdenkers: 64 procent denkt dat onderzoek kanker ooit uit de wereld kan helpen, maar dan pas op lange termijn.

Er is echter nu al reden tot optimisme. De testresultaten van een behandeling met immuuntherapie zijn zeer bemoedigend, zo leerde een analyse van professor Neyns en zijn team van het UZ Brussel. Immuuntherapie verschilt van chemotherapie. Terwijl die laatste zich op de tumor richt om hem te vernietigen, stimuleert immuuntherapie het immuunsysteem van de patiënt, zodat het zijn initiële rol opnieuw opneemt en de kankertumor aanvalt zonder de gezonde cellen te beschadigen. Bovendien levert immuuntherapie duurzame antwoorden voor verschillende types van kanker.

Professor Neyns deed een analyse bij meer dan honderd van zijn patiënten met melanoom in een gevorderd tot vergevorderd stadium. Bij meer dan één op de drie patiënten werd de kanker overtuigend teruggedrongen. Dergelijke resultaten werden voorheen nooit bereikt bij andere behandelingen, luidt het. Het onderzoek kon ook factoren identificeren in het bloed die de uitkomst op de behandeling bepalen. Als die gunstig zijn bij aanvang van de behandeling, stijgt de levensverwachting boven de 70 procent één jaar na aanvang van de therapie. 

Meest gelezen