22 gemeenten bieden 1 euromaaltijden aan
Eerder dit jaar lanceerde minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans een oproep aan Vlaamse steden en gemeenten om in te stappen in het project van de zogenoemde 1 euromaaltijden voor kinderen. Zij was daarmee begonnen als OCMW-voorzitter in Antwerpen en wil het graag in heel Vlaanderen lanceren.
Kinderen tot 12 jaar in een kwetsbare situatie kunnen voor 1 euro een warme en gezonde maaltijd krijgen, maar bij het project wordt het hele gezin betrokken. Sociaal assistenten en vertrouwenspersonen werken mee om de gezinnen ook op andere manieren te begeleiden. Gemeenten die willen meewerken, kunnen rekenen op een subsidie.
59 steden en gemeenten dienden een aanvraag in, na evaluatie bleven er 22 over: Kortrijk, Leuven, Hasselt, Diksmuide, Lokeren, Turnhout, Diest, Temse, Ninove, Antwerpen, Mortsel, Mechelen, Westerlo, De Panne, Menen, Boom, Zele, Oostende, Sint-Niklaas, Sint-Truiden, Wachtebeke en Heist-op-den-Berg. Minister Homans trekt in totaal 1,2 miljoen euro uit, elke gemeente krijgt maximaal 60.000 euro voor zijn project. Dat geld wordt in eerste instantie gebruikt voor de maaltijden en voor personeel, de gemeenten moeten zelf zorgen voor de infrastructuur.
"Het gaat niet enkel om het aanbieden van een goedkope, warme en gezonde maaltijd", zegt Homans. "Het is ook een middel om gezinnen en mensen in armoede proactief te bereiken en ze integraal te ondersteunen."
Hoe werden gemeenten geselecteerd?
Er waren 5 criteria waaraan de gemeenten voor hun project moesten voldoen:
- gezonde en betaalbare maaltijden aanbieden
- (gezinnen met) kinderen bereiken
- er integrale ondersteuning van gezinnen aan koppelen
- zelf instaan voor het aanbod in samenwerking met lokale actoren
- het aanbod invullen vanuit de concrete noden en ervaringen van de doelgroep
Projecten die daarnaast ook inzetten op sociale tewerkstelling en/of sociaal aan de slag gaan met voedseloverschotten, hadden een streepje voor.