Slechts 1 op de 9 ambtenaren werkt tot 65 jaar

Slechts één op de negen ambtenaren werkt tot 65 jaar. De grote meerderheid gaat vervroegd met pensioen. Al is de groep die stopt met werken op 60 jaar de jongste 10 jaar wel gedaald van 85 naar 74 procent. Dat schrijven de kranten van Mediahuis.

Tussen juli 2013 en juli 2014 gingen 24.573 ambtenaren met pensioen, van wie slechts 12,8 procent de officiële pensioenleeftijd bereikte, zo blijkt uit het jongste jaarverslag van de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS). Voor militairen ligt die officiële leeftijd lager dan 65 jaar. Slechts één op de negen was minstens 65 bij zijn pensioen. Bijna drie kwart (72,72 procent) was 60 jaar of jonger.

De overgrote groep (63,96 procent) is vervroegd met pensioen gegaan op eigen aanvraag. Nog eens 12,68 procent is met pensioen gestuurd na medisch ongeschikt te zijn verklaard.

Vroeger nog talrijker

Tien jaar geleden waren de jonggepensioneerde ambtenaren nog talrijker, met 84,5 procent. Ook het aantal vervroegde pensioneringen en "medische" pensioneringen ligt lager dan toen.

Volgens de PDOS laten de pensioenhervormingen hun impact zien. Vanaf volgend jaar moet men minstens 62 jaar zijn om vervroegd met pensioen te kunnen, na een loopbaan van 40 jaar.

In juli 2014 waren er 400.958 ambtenaren op rust die samen 11,3 miljard euro aan pensioen ontvingen, goed voor gemiddeld 2.341 euro per maand.

Meest gelezen