Nu al 64 vissoorten in Zeescheldebekken
Het Zeescheldebekken omvat de Schelde, de Durme vanaf Lokeren, de Zenne vanaf Vilvoorde, de Dijle vanaf Werchter, de Kleine Nete vanaf Grobbendonk, de Grote Nete vanaf Oosterlo en de Rupel.
Sinds 2012 monitoren onderzoekers van het INBO de visgemeenschap in de Zeeschelde jaarlijks in Doel, Antwerpen, Steendorp en Branst. Tussen 2012 en 2014 werden meer dan 8,8 miljoen individuen gevangen.
"Het totaal aantal soorten varieert sterk per jaar, seizoen en plaats", zegt Jan Breine (INBO). "De grootste soortendiversiteit treffen we aan in Doel (gemiddeld twintig per jaar) en neemt dan verder stroomafwaarts af. In het brakwater in Doel komen zowel mariene vissoorten, als estuariene soorten en zoetwatersoorten voor."
Ansjovis en fint
Een opmerkelijke dwaalgast in de Zeeschelde is de ansjovis, die vooral in de Westerschelde opgroeit, maar nog nooit verder stroomopwaars dan Antwerpen gevangen werd. Hetzelfde geldt voor de kleine zeenaald, maar dat is een typisch estuariene soort.
Tussen 1995 en 2014 werden 64 verschillende vissoorrten gevangen. Vooral de spiering en fint (zie foto) zijn in opmars en dat heeft te maken met een beter zuurstofgehalte in het water. "Sinds 2004 begon de spiering te trekken naar paaiplaatsen in zoetwaterzones, maar we weten nog niet precies waar." Ondertussen spreekt het INBO over "miljoenen" spiering in de Zeeschelde.
Van de fint, ook wel meivis genoemd omdat hij dan paaiplaatsen opzoekt, is ondertussen bekend dat die paaiplaatsen zich in Branst en Baasrode bevinden. "Fint is een habitatrichtlijnsoort, het voorkomen is een onmiddellijk effect van het beter gezuiverde Zennewater sinds 2007." Er zouden "duizenden" finten voorkomen in de Zeeschelde.