Onderwijs in Brussel scoort veel slechter dan in Vlaanderen

Er zijn grote kwaliteitsverschillen tussen de secundaire scholen in Vlaanderen. Dat is een van de conclusies uit het jaarlijkse rapport van de onderwijsinspectie. Vooral in het Nederlandstalige onderwijs in Brussel is er een groot probleem. Verder merkt minister van Onderwijs Hilde Crevits op dat de bouw van nieuwe scholen veel te traag gaat.

De cijfers spreken voor zich: in Brussel kreeg minder dan de helft van de scholen (43 procent) een gunstig advies, terwijl in Antwerpen 64 procent van de scholen zonder meer gunstig werden beoordeeld. Van de secundaire scholen in Brussel kreeg zelfs bijna 10 procent een negatief advies. Zo'n advies wijst op meerdere tekorten en op een falende beheersing van die problemen.

Een belangrijk probleem - vooral in Brussel dan - is het onevenwicht tussen het aantal ASO-scholen en andere richtingen. Leerlingen kunnen zich daardoor niet altijd goed oriënteren.

"In Brussel is er een overaanbod aan ASO-richtingen", verduidelijkt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). "Op bepaalde plaatsen bestaat er zelfs geen beroeps- of technisch onderwijs. Dat is nefast voor sommige leerlingen die daardoor in het ASO dreigen te blijven terwijl voor hen een beroepstechnische opleiding beter zou zijn. We moeten er echt voor zorgen dat er in Brussel voldoende aanbod is."

Intussen is de minister gestart met een screening van het onderwijsaanbod in Vlaanderen om te kijken waar er problemen zijn met een evenwicht tussen ASO en andere richtingen zodat die wanverhouding kan worden rechtgetrokken.

"Minst ervaren leraren in moeilijkste scholen"

De problemen in Brussel gaan wel verder dan een (gebrek aan een) gedifferentieerd aanbod aan opleidingsrichtingen.

"We stellen inderdaad vast dat er minder positieve resultaten zijn in Brussel dan in de rest van Vlaanderen. De uitdagingen in Brussel zijn dan ook exceptioneel groot", zegt inspecteur-generaal Lieven Viaene. "Er is de afgelopen jaren een sterke toename van leerlingen met een niet-westerse achtergrond die thuis geen Nederlands spreken. We betalen daar dan een stuk de prijs voor dat de resultaten van de scholen minder goed zijn."

Tweede punt dat daartoe bijdraagt is dat de leerkrachten in Brussel vaak jonge mensen zijn die zeer snel opnieuw in Vlaanderen les gaan geven.

"De competentie en de expertise vloeien zo zeer snel weg waardoor we telkens opnieuw moeten beginnen", aldus Viaene. "De moeilijkste schoolcontexten worden zo gegeven aan leraren met de minste ervaring en dat leidt ertoe dat de scholen minder presteren."

Helft van de scholen in Vlaanderen kreeg gunstig advies

Het globale onderwijsplaatje in Vlaanderen ziet er wel goed uit. Van de 475 doorgelichte scholen, kreeg de helft een gunstig advies. Drie procent scoorde slecht en de overige 47 procent van de scholen kregen een aantal aandachtspunten.

Wereldoriëntatie, lichamelijke opvoeding en ICT zijn in veel basisscholen ontoereikend. In het secundaire beroepsonderwijs is meer aandacht nodig voor de algemene vorming. Dat zijn de meest gemaakte opmerkingen.

Bouw van nieuwe scholen gaat te traag

Een ander groot probleem is het tekort aan goede infrastructuur in het onderwijs. Vlaanderen heeft dringend nood aan nieuwe schoolgebouwen en heel wat oudere gebouwen moeten worden gerenoveerd.

Voor scholen met nijpende problemen bestaat een specifieke pot subsidies om snel te kunnen bouwen, maar de resultaten blijven uit. "Van alle middelen die sinds 2010 zijn toegekend, zien we dat bijna de helft nog niet is opgestart", zegt minister Crevits. "Dat is zeer betreurenswaardig want overal in Vlaanderen zijn er Vlaanderen echt grote capaciteitstekorten waardoor kindjes geen plaats hebben."

Waarom de resultaten uitblijven, is nog onduidelijk. Problemen met vergunningen kunnen een verklaring zijn, maar sommige dossiers zijn zelfs nog niet eens opgestart. Crevits gaat nu verder laten onderzoeken waarom bepaalde dossiers niet vooruit geraken.

Meest gelezen