"Wat vrouwen echt willen... Een gelijk loon"

"Aan elke vrouw die elke burger, elke belastingbetaler in dit land op de wereld gezet heeft: we hebben gevochten voor de gelijke rechten van alle anderen. Het is tijd om te vechten voor een gelijk loon. Gelijke rechten voor vrouwen!" Die oproep van actrice Patricia Arquette stal de show bij de jongste Oscaruitreiking. Arquette had het over het loonverschil in Hollywood, maar ook dichter bij huis blijft de loonkloof hardnekkig bestaan. En het verschil is niet louter rationeel te verklaren.

14 maart 2015 is het "Equal Pay Day", een initiatief van de socialistische vakbond ABVV en de sociaal-progressieve vrouwenbeweging Zij-kant. Vrouwen moeten tot die dag werken om te verdienen wat mannen het voorbije jaar in hun loonzakje kregen. De datum wordt elk jaar bepaald op basis van het loonkloofrapport van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). In 2012 (de meest recente cijfers) verdienden vrouwen gemiddeld 20 procent minder, gekeken naar het brutomaandloon voor voltijds en deeltijds werk in de privésector. Vrouwen moeten dit jaar dus 20 procent langer werken, omgerekend is dat 73 dagen, voor hetzelfde loon. Tot zaterdag 14 maart.

"Zo duurt het nog 32 jaar"

In 2014 viel Equal Pay Day op 18 maart. Dat het nu iets vroeger is, betekent dat vrouwen minder lang moeten werken voor hetzelfde loon. Goed nieuws dus, want de loonkloof wordt opnieuw een beetje kleiner. Maar het gaat veel te traag, vinden het ABVV en Zij-kant. De oudste cijfers dateren van 1999. Toen bedroeg het loonverschil tussen man en vrouw 28 procent. Twaalf jaar later is dat nog altijd 20 procent. "Aan dit tempo duurt het nog 32 jaar vooraleer de grootste discriminatie tussen vrouwen en mannen weggewerkt is."

Begin maart kwam Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie, met cijfers die zeggen dat de loonkloof in ons land ongeveer 10% bedraagt, en geen 20%. Vanwaar dat verschil? "Eurostat gaat uit van de bruto-uurlonen van voltijdse en deeltijdse werknemers, wij van de brutomaandlonen (grafiek 1)", zegt Vera Claes van Zij-kant. "Wij houden bewust rekening met de brutomaandlonen omdat dat een correcter en vollediger beeld schetst. Het effect van deeltijds werk op je loon wordt dan pas echt goed duidelijk. Als je alleen naar de bruto-uurlonen kijkt (grafiek 2), valt het verschil veel minder op."

Deeltijds werken: rem op loon, rem op carrière

De belangrijkste factor die het loonverschil verklaart, is daarmee al genoemd: voltijds of deeltijds werken. De invloed op het loon staat buiten kijf. Wie deeltijds werkt, verdient logischerwijs minder per maand of per jaar. Maar deeltijds werken beïnvloedt ook de loonvorming op lange termijn. Wie deeltijds werkt, verdient in de loop der jaren minder per uur dan voltijdse collega's. Daarnaast zet deeltijds werken niet zelden een rem op je carrière, zowel voor vrouwen als voor mannen, omdat je het risico loopt promoties of een andere, beter betaalde job te missen.

Het loonverschil tussen mannen en vrouwen is ook veel kleiner als je enkel kijkt naar de bruto-uurlonen van mannen en vrouwen die voltijds werken in de privésector (grafiek 3). De loonkloof wordt daar bovendien ook veel sneller weggewerkt. In 2001 bedroeg het verschil 15 procent (tegenover bij voltijds en deeltijds werkenden), in 2012 was dat nog maar 6 procent. Een verkleining van de loonkloof met bijna twee derde dus.

Deeltijds werken: bewust, maar niet altijd vrijwillig

Wie werkt voltijds, wie werkt deeltijds? En waarom? Enkele getalletjes uit het meest recente loonkloofrapport.

  • Meer dan 4 op de 5 mensen die deeltijds werken zijn vrouw
  • 45,9 procent van de vrouwelijke loontrekkenden werkt deeltijds, tegenover slechts 10 procent van de mannelijke
  • 51 procent van de vrouwen neemt gas terug om de combinatie tussen werk en privéleven mogelijk te maken, naar de zorg voor kinderen of voor anderen. Bij mannen is dit 26 procent. Zij vermelden als reden voor deeltijds werk voornamelijk een tweede job, een opleiding of brugpensioen.
  • 11 procent van de vrouwen geeft aan dat ze eigenlijk liever NIET voltijds willen werken

Opmerkelijk: vooral vrouwen geven de combinatie werk-gezin als hoofdreden voor deeltijds werk. Het zijn vooral vrouwen die beslissen om na de geboorte van een kind minder te gaan werken. Laaggeschoolde vrouwen gaan deeltijds werken of verdwijnen vaak helemaal van de arbeidsmarkt. Hoogopgeleide vrouwen nemen vaker ouderschapsverlof en schakelen daarna over op deeltijds werk.

Dat kan een bewuste keuze zijn, maar daarom geen vrijwillige, zeggen het ABVV en Zij-kant. Zij zetten in hun campagne dit jaar dan ook in op het doorbreken van de rolpatronen en de clichés.

Andere rationele factoren in het loonverschil

  • Opleiding: Hoe hoger opgeleid, hoe hoger de lonen. Maar ook: hoe hoger de loonkloof. De loonkloof is zelfs het grootst bij hogeropgeleiden (mannen en vrouwen met een masterdiploma)
  • Sector: Vrouwen werken vaker in "zachtere" en/of minder "gewaardeerde" en/of minder goed betaalde sectoren en beroepen dan mannen. Denk aan de zorg, de schoonmaak, het onderwijs, de distributie…
  • Gezinssituatie: De loonkloof is weinig verrassend het grootst bij koppels met kinderen, gevolgd door koppels zonder kinderen, alleenstaanden met kinderen en alleenstaanden.
  • Leeftijd, nationaliteit, regio, anciënniteit, ondernemingsgrootte, contracttype

"Mannen verdienen netto nog altijd 155,50 euro meer dan vrouwen"

Heel wat rationele factoren dus, maar dat betekent niet dat het loonverschil louter en alleen daardoor te verklaren is. Volgens het loonkloofrapport gaan die factoren slechts op voor 49,6 procent van het loonverschil. Voor de overige 50,4 procent is er geen duidelijke verklaring. Loonverschil, veroorzaakt door verborgen mechanismen, verborgen vooroordelen, verborgen stereotypen. Op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.

Een recente studie van arbeidspsycholoog Frederik Anseel (UGent) ter illustratie. Samen met Gentse en Leuvense sociologen berekende hij het loonverschil tussen hoogopgeleide mannen en vrouwen (met een master- en doctoraatsdiploma). Ze filterden alle rationeel verklaarbare factoren weg. Mannen met een masterdiploma verdienen netto gemiddeld dan nóg altijd 155,50 euro per maand meer dan vrouwen in gelijkaardige jobs. Bij doctoraatshouders is het verschil zelfs nog groter: 386,33 euro.

"What women really want..."

Onder het motto "SpeakUp" willen het ABVV en Zij-kant dit jaar de heersende rollenpatronen doorbreken, op het werk én thuis. Met een reclamefilmpje voor wasmiddel dat op het eerste gezicht bulkt van de clichés, tot de je knop omdraait en hoort wat de vrouw in kwestie écht zegt. "Hier komen de clichés weer... Alsof veel vrouwen veel liever het huishouden doen dan zelf een lonende carrière na te streven! Echt heerlijk, zo mijn tijd verdoen! En maar blijven lachen... als een of andere idioot."

Uit een onderzoek van de VUB uit 2009 blijkt dat mannen tussen 12 en 95 jaar uit alle bevolkingscategorieën gemiddeld 7 uur per week meer tijd besteden aan betaalde arbeid dan vrouwen. Ze hebben ook gemiddeld 6,5 uur per week meer vrije tijd. Vrouwen besteden gemiddeld 8,5 uur per week meer aan huishoudelijk werk dan mannen en nog eens 1,5 uur per week meer aan kinderzorg en opvoeding. In gezinnen waar beide partners werken, besteden mannen gemiddeld 10,5 uur meer aan betaalde arbeid, terwijl vrouwen gemiddeld 10,5 uur per week meer besteden aan kinderzorg en opvoeding.

Het huishouden en de zorg voor kinderen is een gedeelde verantwoordelijkheid binnen een koppel, zeggen de organisatoren van Equal Pay Day. Heel wat vrouwen werken deeltijds om meer tijd vrij te maken voor hun gezin, maar dat is niet noodzakelijk een vrijwillige keuze. Dat bewijst het kleine aandeel deeltijds werkende vrouwen dat geen voltijdse job wenst. Als mannen hun deel van de zorgtaken op zich nemen, krijgen vrouwen evenveel kansen om een loopbaan uit te bouwen, is de boodschap.

Maar ook politici worden aangesproken. Er moet een collectieve arbeidsduurvermindering komen om de druk van de ketel te halen, een werkweek van 32 uur met behoud van pensioenrechten, promotiekansen en loon. Er is ook grote nood aan een ruim en soepel aanbod van kwaliteitsvolle en betaalbare opvang voor kinderen en zorgafhankelijke personen.

Meest gelezen