Aantal leerlingen buitengewoon onderwijs voor het eerst gedaald

Vlaanderen is koploper in het aantal leerlingen dat naar school gaat in het buitengewoon onderwijs. “We hebben in Vlaanderen de keuze gemaakt om zowel gewoon als buitengewoon onderwijs aan te bieden, in andere landen is dat inderdaad minder het geval”, legt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V, foto links) uit aan VRT Nieuws. “Maar we zien de voorbije jaren een goede evolutie waarbij het buitengewoon onderwijs sterk blijft bestaan en waarbij kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes toch een plaats vinden en krijgen in het gewoon onderwijs.”

Het Vlaams parlement besloot vorig jaar al om die evolutie te verankeren in het M-decreet dat vanaf volgend schooljaar wordt ingevoerd. Opmerkelijk is dat het aantal kinderen in het buitengewoon onderwijs sinds de bekendmaking van het nieuwe decreet voor het eerst gedaald is. Zo lopen op dit moment ongeveer 15.000 van de circa 65.000 leerlingen met een beperking school in het gewoon onderwijs.

Het nieuwe decreet betekent echter niet dat het buitengewoon onderwijs op termijn helemaal wordt afgeschaft. Het komt er volgens Crevits alleen op aan om voor elk kind de beste oplossing te vinden. "Zo zal het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) na overleg met de ouders en de scholen beslissen wat de beste plaats is voor het kind." Ouders van kinderen die nu al school lopen in het buitengewoon onderwijs moeten zich overigens geen zorgen maken. "Die kinderen zullen hun volledige leercyclus daar kunnen afmaken."

Twee types van het buitengewoon onderwijs, type 1 en type 8, worden wel vervangen door een type "basis­aanbod"."Maar het is ook niet zo dat kinderen die tot de huidige types 1 en 8 behoren volgend schooljaar verplicht naar het gewoon onderwijs moeten."

Ook benadrukt Crevits dat ze begrijpt dat scholen en leerkrachten voldoende tijd en ondersteuning moeten krijgen om alles waar te maken. Daarom wordt al het geld voor de nascholing, zo'n 600.000 euro, ingezet. Ook zal de inspectie de eerste twee jaar geen controles doen over het M-decreet. "Het is echt alle hens aan dek om te zorgen dat de overgang naar het nieuwe systeem rekening houdt met het kind, de ouders en de leerkracht", aldus de minister.