Allochtone vrouwen ruilen job niet in voor kinderen

Dat moeders met Turkse of Marokkaanse roots vaker dan andere vrouwen zouden stoppen met werken als er kinderen komen, blijkt niet te kloppen. Dat is de conclusie van een studie van de Universiteit van Antwerpen. "Er zijn andere oorzaken waardoor vrouwen met een migratieachtergrond bovengemiddeld werkloos zijn", zegt professor Karel Neels in De Standaard. "Het argument dat vrouwen er zelf voor kiezen niet te werken, gaat niet langer op."
BELGA/WAEM

Samen met doctoraatsstudente Tine Kil analyseerde Neels data uit de Kruispuntdatabank Sociale Zekerheid en het Rijksregister. Ze kregen toegang tot de gegevens van ruim 10.000 moeders zonder en met een migratieachtergrond. Ze onderzochten de loopbanen van de vrouwen in de twee jaar voor ze een eerste kind kregen en de drie jaar die erop volgden.

Uit de cijfers blijkt dat vrouwen van Turkse of Marokkaanse afkomst minder vaak werk hebben voor ze aan kinderen beginnen, dan vrouwen van wie de ouders en grootouders in België geboren zijn.

Bij vrouwen met een migratieachtergrond die aan de slag zijn voor er kinderen komen, voltrekt zich hetzelfde patroon als bij vrouwen zonder migratieachtergrond, zodra er kinderen zijn.

In het jaar na de geboorte van hun eerste kind gaan alle vrouwen minder werken, onder meer door het moederschapsverlof. Daarna gaan de meeste vrouwen opnieuw aan de slag. Bij alle groepen is er een verschuiving naar meer deeltijds werken, maar echt stoppen met werken als er kinderen zijn doet bijna niemand van de werkende vrouwen.

Vrouwen met migratieachtergrond vinden moeilijker werk

Wat de onderzoekers meer zorgen baart is het feit dat veel vrouwen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond geen werk vinden, voor ze moeder worden of nadien.

Bij vrouwen zonder vreemde roots is 80 procent aan het werk voor ze kinderen hebben. Bij allochtone vrouwen van de eerste generatie is dat ongeveer één derde. Bij de tweede generatie is het ongeveer de helft.

Bij de vrouwen van de tweede generatie is er een grote groep die wel wil werken, maar geen job vindt. Uit het onderzoek blijkt dat in het derde jaar na de bevalling een op de drie vrouwen uit de tweede generatie Turken en Marokkanen op zoek is naar een job.

"Dat zoveel vrouwen van de tweede generatie migranten werk zoeken en niet vinden, is zorgwekkend", vindt Neels. "Het beleid moet in die doelgroep de werkloosheid terugdringen. De beleidsmakers kunnen niet langer argumenteren dat de vrouwen er zelf voor kiezen niet te werken."

Meest gelezen