Topman katholiek onderwijs pleit voor meer moslimleerkrachten

De scholen van het katholieke onderwijsnet moeten volgens Boeve evolueren naar "katholieke dialoogscholen", die vertrekken vanuit de eigen traditie, maar ook openstaan voor andere levensbeschouwingen.

"Leerlingen moeten weten dat identiteitsvorming een project is dat nooit stopt", verduidelijkt de directeur-generaal. De godsdienstleerkracht zou in dat systeem optreden als een moderator, een expert in de eigen religie met voldoende kennis over andere levensbeschouwingen.

Omdat ook aanzienlijk wat moslimleerlingen les volgen in het katholiek onderwijs kunnen moslimleerkrachten volgens Boeve bijdragen aan het proces van identiteitsvorming. Niet in de rol van godsdienstleerkracht, benadrukt hij, maar wel als leraar in andere vakken.

"Zij hebben wellicht meer voeling met het levensbeschouwelijk project van de moslimjongeren", zegt hij. "Die levensbeschouwing kan in alle schoolvakken aan bod komen."

In Aalst loopt al een proefproject met kleuteronderwijs en in Brussel met lager onderwijs. Voor het katholiek geïnspireerde deel van de lessen wordt dan een vakleerkracht ingeschakeld, net zoals voor bijvoorbeeld muzikale vorming. Boeve wil met de hogescholen bekijken hoe meer moslims kunnen worden aangespoord om de lerarenopleiding aan te vatten.

Ook het Gemeenschapsonderwijs hecht groot belang aan moslimleerkrachten.

"Als rolmodel en moderator van gesprekken zijn ze bijzonder waardevol", zegt Kurt Meeus, die als directeur van de Scholengroep Midden-Brabant dagelijks met radicalisering te maken krijgt. "De vrouwelijke moslimleerkrachten zijn vaak de brug naar het gezin van de leerling. Het is via hen dat we vernemen dat er moeders in de hal, om te voorkomen dat hun zonen 's nachts zouden vertrekken."

Volgens Meeus is de verontwaardiging bij de moslimleerkrachten over de huidige radicalisering "niet te schatten". "Zij zijn nog het hardst aangedaan over de gebeurtenissen van de voorbije weken", meent hij.