De luchtkwaliteit in Vlaanderen is verbeterd

De voorbije decennia is de luchtkwaliteit in Vlaanderen opvallend verbeterd. Dat blijkt uit twee rapporten van de Vlaamse Milieumaatschappij. Wel neemt het aandeel van de huishoudens en het verkeer in de uitstoot van verontreinigende stoffen toe.

Jaarlijks publiceert de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) twee rapporten over de luchtkwaliteit: één over de uitstoot van vervuilende stoffen en één over die van broeikasgassen.

Daaruit blijkt dat de uitstoot van stoffen die ozon vormen, op iets meer dan tien jaar tijd met een derde verminderd is. De stoffen die ozon afbreken en verantwoordelijk zijn voor het gat in de ozonlaag, zijn zelfs met 82% afgenomen in die periode.

De uitstoot van stoffen verantwoordelijk voor "zure regen" is gehalveerd, vooral door de vermindering van zwaveldioxide. Het fijn stof dat de longen kan aantasten, is met 2% verminderd.

De VMM merkt op dat de industrie heeft wat saneringen heeft doorgevoerd en ook efficiënter is geworden. Tegelijk wordt het gebruik van steenkool en het zwavelgehalte in fossiele brandstoffen verminderd en wordt er meer gebruik gemaakt van het minder vervuilende aardgas.

Minder vervuiling, toch nog erg hoog

Als gevolg van al die ontwikkelingen is de luchtkwaliteit in Vlaanderen de voorbije jaren fors verbeterd. Vlaanderen haalt nu voor heel wat parameters de Europese doelstellingen. Het gaat dan om concentraties van zwaveldioxide, koolstofmonoxide, lood en benzeen.

Anderzijds zijn de gemeten waarden voor fijn stof, ozon, arseen en cadmium nog altijd te hoog naar EU-normen en dat leidt bij ons nog altijd tot vermijdbare ziekten en voortijdige sterfte.

De industrie mag dan ook minder vervuilen, de VMM merkt ook op dat de gezinnen en het verkeer nog steeds meer schadelijke stoffen de lucht insturen.

Er zijn ook sterke regionale verschillen. Zo is er opvallend meer fijn stof in de lucht in Oost- en West-Vlaanderen en het westen van de provincie Antwerpen. De ozonoverlast is het hoogst in Limburg.

Meest gelezen