Kan WOI vandaag nog ontregelen? Ja, dat kan hij

Iets té veel Jingle Bells en drukte in de winkelstraten? Geen nood, een stad heeft meer te bieden dan feestverlichting en versierde etalages. In Brugge loopt nog tot februari de beklijvende tentoonstelling "Oorlog in Beeld/Brugge in Oorlog".

"Oorlog in Beeld/Brugge in Oorlog" is samengesteld door een trio klinkende namen: schrijver David Van Reybrouck, Magnum-fotograaf Carl De Keyzer en historica Sophie De Schaepdrijver.

Omdat zowel "Oorlog in Beeld" als "Brugge in Oorlog" te zien zijn in de Stadshallen, worden ze als een geheel voorgesteld, maar eigenlijk zijn dit twee tentoonstellingen met elk een heel eigen verhaal en benadering. Alleen het onderwerp hebben ze gemeen: de Eerste Wereldoorlog.

"Brugge in Oorlog" is een klassieke, historische tentoonstelling die mooi laat zien hoe de bezetting ingrijpt op het dagelijks leven. Wat de Tweede Wereldoorlog zijn we daarover uitstekend geïnformeerd, dankzij ontelbare boeken, films en documentaires.

Van de Eerste Wereldoorlog is dat aspect veel minder bekend, hoewel het voor België des te ingrijpender was. Een must voor Bruggelingen, deze tentoonstelling, maar ook interessant voor alle anderen, dankzij de kenmerkende open blik en zwierige stijl van curator Sophie De Schaepdrijver.

Wéér de Eerste Wereldoorlog, horen we u al denken. Zijn we er in dit herdenkingsjaar niet te pas en ten onpas mee om de oren geslagen, om het enigszins oneerbiedig uit te drukken?

"Oorlog in Beeld" zet meteen de puntjes op de i: dit is geen tentoonstelling over de oorlog, lezen we onmiddellijk bij het binnenkomen. Nee, deze tentoonstelling gaat over onze omgang met die oorlog, met de manier waarop we de oorlog herdenken.

Kan een oorlog die zo "in te picture" staat ons nog raken, dát vragen Van Reybrouck en De Keyzer zich af. Kan hij nog ontregelen in tijden van commercie, entertainment en regiotoerisme?

Ja, dat kan hij, en dat is de grote verdienste van deze tentoonstelling. Van Reybrouck en De Keyzer sleuren de honderd jaar oude oorlog naar het heden.

"Het verleden lijkt bevroren"

In een eerste luik doen ze dat door na te gaan hoe de Eerste Wereldoorlog vandaag nog nazindert in de landen die erbij betrokken waren. Carl De Keyzer vroeg aan tien collega’s van het fotoagentschap Magnum om hun kijk te geven op het fenomeen "herdenken".

Sommige fotoreeksen liggen voor de hand, zoals die van een Italiaanse fotograaf die gezelschappen portretteert die historische feiten naspelen. Of die van Carl De Keyzer zelf, die in de Westhoek op zoek ging naar stille getuigen van de Grote Oorlog. De Keyzer doet dat voor het eerst in vijftien jaar weer in zwart-wit, geïnspireerd door een luchtfoto van het verwoeste, ingesneeuwde Ieper uit 1917.

Ook zijn foto’s tonen vooral dorpen en steden bedekt door een laag sneeuw, die alles er tijdloos doet uitzien. “Het verleden lijkt wel bevroren”, stelt hij, “alsof het onder een stolp zit.”

Andere fotoreeksen tonen vergeten fenomenen, zoals die van de Brit Mark Power. Hij trok naar Peacehaven, een stadje aan de zuidkust van Engeland dat in 1916 werd gesticht door de Britse overheid. In keurige vakantie-achtige bungalows konden zwaar getraumatiseerde soldaten een nieuw leven opbouwen -dat was althans het plan.

Hoe interessant of poëtisch ze hier en daar ook zijn, de fotoreeksen tonen vooral het onvermogen om die honderd jaar oude oorlog te tonen en te doorgronden. Een van de fotografen die de opdracht van Carl De Keyzer aanvaardden, verwoordt het treffend. Kilometers heeft hij afgelegd, boeken gelezen, monumenten bezocht om dan tot de conclusie te komen dat zijn fotoreeks een mislukking is geworden.

“Het is onmogelijk om een eeuw later te begrijpen wat die oorlog, die buitenissige gruwel, geweest moet zijn”. Maar net dat falen is voor curator Carl De Keyzer een vorm van schoonheid. “Als we het rumoer, het gebulder, het geraas niet meer kunnen weergeven, laat ons dan tenminste de stilte tonen. De tocht, de wind, de vogels en het onbegrip.”

Oog in oog met wie de Grote Oorlog meemaakt

Blijft de oorlog in het eerste luik van de tentoonstelling toch nog ver weg, in het tweede luik komt hij griezelig dichtbij. Wat Carl De Keyzer hier heeft gedaan, is indrukwekkend. Uit tienduizenden originele foto’s uit archieven, selecteerde hij honderd afbeeldingen voor restauratie.

De piepkleine foto’s op glasplaat en celluloid vergrootte hij vele keren uit. Minutieus werkte hij de krassen weg. Het resultaat is verbluffend. Ineens staan we oog in oog met de mannen, vrouwen en kinderen die de Eerste Wereldoorlog zelf meemaakten. Sommigen verschijnen zelfs in kleur, wat de herkenning vaak nog groter maakt.

We zien vrouwen aan het werk in de enorme oorlogsindustrie. Ze poseren trots achter een stapel obussen. Magazijnen liggen vol met duizenden gamellen voor de soldaten aan het front. We zien hoe ze eten in de loopgraven, door de modder waden of verslagen kijken naar gewonden die worden weggebracht. Ook de taferelen achter het front zijn interessant en soms ronduit absurd, zoals de foto van een oorlogsinvalide die souvenirs verkoopt tussen het puin van de Lakenhallen in Ieper.

Sommige foto’s zijn overduidelijk in scène gezet -ook dat is van alle tijden. Het beeld van een stervende soldaat op een hospitaalbed bijvoorbeeld. Zijn hand ligt op de krullen van zijn snikkende dochtertje dat geknield op de grond zit. Het beeld is pakkend maar té mooi. De compositie is die van een negentiende-eeuws romantisch schilderij.

Ook andere taferelen zijn nog sterk beïnvloed door de schilderkunst, zoals een groep rustende soldaten bij een kruisbeeld in Vlaamse velden. Marokkaanse soldaten wellicht, ze dragen een fez die nogal contrasteert met het landschap op de achtergrond.

Oorlogje spelen in de straten van Parijs

Bizar is een fotoreeks in kleur van kinderen in de straten van Parijs. De fotograaf had gezien hoe ze oorlogje speelden en hielp hen een handje door mee gevechtsvliegtuigjes te bouwen en hen te voorzien van vlaggen en uniformen. Het levert bevreemdende beelden op.

Een joch dat in een vliegtuig hangt te bungelen aan een Parijse straatlantaarn. Of een groepje vijf-, zesjarigen, van kop top teen verkleed, dat poseert achter een zelfgemaakt kanon, zuigend op een lolly. Dramatische, laat staan heroïsche beelden zijn dit niet. De oorlog en zijn bevelhebbers worden belachelijk gemaakt. De opdrachtgever, een tijdschrift, weigert de reeks te publiceren.

Enkele archieven hadden bezwaar tegen wat De Keyzer van plan was omdat hij te vrij zou omspringen met historisch materiaal. Maar juist deze brutale aanpak werkt. Honderd jaar heeft niets te betekenen. Denk de gedateerde uniformen of kapsels weg en deze foto’s konden net zo goed vandaag genomen zijn.

Dat is zeker het geval bij de meest harde fotoreeks, waarop Belgische soldaten geportretteerd zijn op de dag dat ze gedood werden in Vottem bij Luik. Dorpelingen houden hen bij het haar overeind zodat de fotograaf zijn werk kan doen en de lijken geïdentificeerd kunnen worden. Vertrokken gezichten, lege ogen: dit is de ware oorlogsgruwel. En wat doen deze foto’s denken aan beelden uit Syrië die ons vrijwel dagelijks bereiken.

"Morele verontwaardiging kan ook iets gemakzuchtigs hebben"

Co-curator David Van Reybrouck smokkelt nog een andere oorlog binnen in "Oorlog in Beeld". Op de achterkant van de panelen met de foto’s staan teksten geschreven. Het zijn fragmenten, vaak hartverscheurend, uit afscheidsbrieven en dagboeken van jonge mensen die in de afgelopen jaren uit het leven zijn gestapt. 

Wat is het verband met de Eerste Wereldoorlog? Dat is er niet echt. Maar het frappeert Van Reybrouck dat West-Vlaanderen de vele duizenden jonge doden van 14-18 herdenkt op een moment dat de provincie een van de hoogste zelfmoordcijfers bij jongeren uit Europa optekent. Dat wringt, vindt de schrijver. “Nooit meer oorlog, zeggen we, maar de oorlog lijkt in het hoofd gevaren”.

Het is een wat gewaagde keuze, die mix van oorlogsleed en psychisch lijden. Maar het zet wel aan tot denken, en daar zal het Van Reybrouck wel om te doen zijn geweest. Dat WO I wreed en absurd was en nooit meer zou mogen gebeuren, daar zijn we het allemaal over eens. Maar morele verontwaardiging kan ook iets gemakzuchtigs hebben, iets obligaats, vindt Van Reybrouck.  Verontrustend nieuws van vandaag, zoals de alarmerend hoge zelfmoordcijfers, daar lijken we wat licht over te gaan.

"De Eerste Wereldoorlog is misschien wel doodherdacht", opperen de makers van deze tentoontstelling. "Herdenken is een hobby geworden, iets knus, iets voor bij het haardvuur". Met hun aanpak hebben ze in elk geval wat welkom tegengif geleverd.

Meest gelezen