In Flanders Fields - het beroemde gedicht dat het bijna niet haalde

"In Flanders fields the poppies blow" - In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen. Het klinkt poëtisch, maar achter hét gedicht bij uitstek over de Eerste Wereldoorlog schuilt een gruwelijke context. De Canadese militaire arts John McCrae schreef het tijdens de Tweede Slag om Ieper in mei 1915. Wat komt er na die openingszin, en in welke omstandigheden schreef McCrae zijn woorden neer?

Toen eind april 1915 de Tweede Slag om Ieper losbarstte, werkte John McCrae in een verpleegpost in Boezinge, net achter het geallieerde front. Het was ook de periode van de eerste gifgasaanvallen in de streek rond Ieper. McCrae raakte diep onder de indruk van de gebeurtenissen.

Achter het Ieperse loopgravenfront, waar vooral Britten, Fransen en Canadezen streden, werd het ene slachtoffer na het andere binnengebracht. "Bovendien was hij persoonlijk getroffen door het overlijden van een vriend", vertelt ons historicus Siegfried Debaeke. "Hij had ook de indruk dat het front het zou begeven tegen de Duitse overmacht."

"In Flanders Fields is géén vredesgedicht. Het is een oproep om hen (de strijders aan het front, red.) niet in de steek te laten, veeleer een vraag van 'kom ons helpen'. Tegelijk is het een symbool van de gesneuvelde jongens."

McCrae kruipt in de huid van de overledenen

De Groote Oorlog was de aanzet tot veel, vooral Engelstalige, oorlogspoëzie. "In Flanders Fields" werd naderhand het symbool van de vele gesneuvelden, en gaf ook zijn naam aan het museum over de Groote Oorlog in Ieper.

Veel mensen kennen weliswaar de openingszin, maar ook het vervolg loont de moeite. Het eerste van drie delen schetst het decor op het terrein, vrij realistisch en in een directe stijl. McCrae schrijft in de wij-vorm, en voelt zich dus een met de slachtoffers. Hij kruipt specifiek in de huid van de overledenen, zij die al begraven zijn: "De kruisen die onze plaats aanwijzen." 

Emotioneel tweede deel

Na het schetsen van de omgeving en de omstandigheden, gaat McCrae in de tweede paragraaf de emotionele toer op, en kijkt hij door de ogen van degenen die nu onder de grond liggen, nostalgisch terug op het verleden, toen alles nog peis en vree was. Dit stuk bevestigt dat hij door de ogen kijkt van zij die er niet meer zijn en beklemtoont het solidariteitsgevoel.

Voer voor debat

Over het derde en laatste deel bestaat een beetje discussie. Sommigen interpreteren het als een oproep tot oorlog en zijn teleurgesteld. Ook de vertaling van 'failing hands' is voer voor debat. Sommigen zien het alsof McCrae vindt dat zij die stierven in de oorlog gefaald hebben. Anderen zijn het daar niet mee eens. Tot die laatste categorie behoort Herwig Verleyen, auteur van het boek "In Flanders Fields" over John McCrae en diens beroemde gedicht, en in die hoedanigheid een specialist ter zake.

Verleyen geeft toe dat het "een delicate kwestie" is, maar interpreteert het zeker niet alsof McCrae wou aangeven dat de soldaten faalden. Wat de oproep betreft, zegt hij dat het zeker geen gratuite oproep is voor oorlogvoeren op zich, maar een oproep met een verder doel: de vrede. "McCrae riep op tot de strijd om (in een later stadium) vrede te krijgen, niet voor het strijden op zich!"

"Wij zullen niet slapen als jullie niet komen helpen"

De woorden moeten in hun context gezien worden. Zoals boven geschetst, gaat het niet om een vredesgedicht, maar veeleer om een oorlogskreet, waarvan het laatste deel als een dramatische noodkreet voor hulp kan worden gezien. Er is zelfs een beetje emotionele chantage in te ontdekken: als jullie geen hulp bieden, zullen wij, gesneuvelden, niet slapen.

Hoe het ook zij, het gedicht legt de focus op de gesneuvelden en op de solidariteit, niet enkel tussen hen, maar ook de solidariteit die wij met hen zouden moeten tonen. In die optiek wordt het gezien als een duidelijke ode aan zij die hun leven gaven voor anderen. Het groeide later uit tot het symbool voor de vele honderdduizenden soldaten die vaak een zinloze dood stierven.

"Ik heb McCrae weer tot leven gebracht"

In Vlaanderen raakte het gedicht in de vergetelheid, legt Herwig Verleyen uit. "In Vlaanderen werd het gedicht na de oorlog nog wel aangeleerd op school, maar naderhand vervaagde dat. McCrae was in Vlaanderen totaal vergeten. Ik heb hem (in Vlaanderen) weer tot leven gebracht", zegt Verleyen.

Het boek verkocht als zoete broodjes en is in het Nederlands aan tien drukken toe, in het Engels aan negen. Dit jaar komt er zelfs een eerste editie in het Esperanto. Verleyen kreeg voor zijn werk een eredoctoraat aan een Canadese universiteit. Zijn boek verscheen voor het eerst in november 1992, maar verkoopt tot op vandaag nog steeds goed.

"Als een lopend vuurtje"

Terwijl het in Vlaanderen weer in de vergetelheid raakte, was dat niet het geval voor de Angelsaksische wereld, zoals in Groot-Brittannië en ook in Canada, waar McCrae van afkomstig was. De Britten zijn er voor gekend om tradities in ere te houden en de waarden van het verleden te koesteren, zoals bijvoorbeeld ook blijkt uit hun piekfijne zorgen voor de Commonwealth begraafplaatsen.

In onder meer Engeland was het razendsnel bekend geworden. Dat ging als volgt. "McCrae schreef het gedicht in zijn dispatchingboek, maar stuurde het ook op naar het tijdschrift Punch. Dat was een soort oorlogstijdschrift, dat aan het thuisfront druk werd gelezen door de mensen. Ze wilden immers weten wat er aan het front gebeurde, met hun zonen of familieleden. Ze herkenden zich in het gedicht en het verspreidde zich als een lopend vuurtje. Het werd uitgehangen in scholen, en aangeleerd aan kinderen en zo ging het snel."

"Het had alles om propagandistisch te worden"

Het succes van het gedicht heeft ook te maken met de aangrijpende tegenstellingen, de klaprozen en leeuweriken versus het oorlogsgeweld. "En het droeg ook alles in zich om als een propagandistisch gedicht beschouwd te worden", schrijft Verleyen in zijn boek.

Dat heeft vooral te maken met het doorgeven van de fakkel, en de oproep om te komen helpen. "Het gedicht werd in Groot-Brittannië en het hele Britse Imperium, maar ook de Verenigde Staten, het symbool van offer en (verdere) strijd voor vrede", besluit de auteur.

Door bommen en ganaten omgewoeld terrein was perfect

De klaprozen zijn naderhand uitgegroeid tot het tastbare symbool van de menselijke tol van de Eerste Wereldoorlog. Het begon onder meer bij John McCrae, die de klaprozen eind april, begin mei zag openbloeien in 1915. Het werd de aanzet tot een van zijn poëtische stukjes.

Maar waarom bloeiden de 'poppies' zo welig aan het front? De bloem met de fijne rode bloemblaadjes deed het goed op de omgewoelde terreinen aan het Belgische front in West-Vlaanderen. Meer nog, het is een zogenoemde pioniersplant die als eerste weer verschijnt op grond waar alles verwoest en omgewoeld werd.

Door de stellingenoorlog werd een heel gebied aan het front helemaal kaal geschoten en bleef er niets anders over dan zand, modder en omgewoeld terrein door de vele kraters die telkens weer werden gemaakt door nieuwe bombardementen. Maar de klaprozen, zij bloeiden.

De klaproos laat zich niet dwingen

Toch laat de natuur zich niet dwingen. Begin april 2014 werd in Vlaanderen 48 hectare ingezaaid met klaprooszaad, om bloeiende klaproosvelden te hebben aan de vooravond van de 100-jarige herdenking. Op sommige plaatsen lukte het, maar op andere werd het een mislukking. De "poppies" deden het daar dus minder goed in vredestijd dan in oorlogstijd zelf, op een verwoest gebied.

Meest gelezen