"Velen die klagen, behoren eigenlijk tot hogere inkomensklassen"

Wat is de middenklasse en wie maakt er precies deel van uit? Die vraag kreeg professor en socioloog Ive Marx vanmorgen voorgeschoteld in "De bende van Annemie" op Radio 1. "Tweeverdieners zitten meestal bovenaan de inkomensverdeling, maar schatten dit verkeerd in."

In het debat over de besparingspolitiek van de Vlaamse en de federale regering is het woord al ontelbare keren gevallen: de middenklasse. Die bevolkingsgroep zou de dupe van alle besparingsmaatregelen zijn terwijl die de rijken buiten schot laten.

Nog een constante: zo goed als iedereen beschouwt zichzelf als lid van de middenklasse. Maar waar staat die term precies voor? Wie maakt er deel van uit? En wat maakt een mens arm, rijk of ergens tussenin? In "De bende van Annemie" probeerde professor en socioloog Ive Marx van de Universiteit Antwerpen die vragen vanmorgen te beantwoorden.

De cijfers

"Vroeger was het onderscheid duidelijk", stak hij van wal. "De samenleving bestond uit de arbeidersklasse, de middenklasse en de hogere klassen. Die opdeling was valabel in een tijd waarin sprake was van een volledige tewerkstelling en dit voornamelijk onder mannen. Tegenwoordig is de situatie anders. Een groot deel van de bevolking zit zonder werk en veel "hogere" beroepen als professor of arts zijn gedemocratiseerd."

"Vandaag is het beter een onderscheid te maken op basis van inkomen. Daarover hebben we duidelijke cijfers die helpen bepalen wie in armoede leeft, waar de middenklasse begint en wie rijk is. Armoede is duidelijk gedefinieerd: 15 procent van alle Belgen is arm. Dat zijn liefst 1,5 miljoen mensen."

"Een alleenstaande is arm als zij of hij met minder dan 1.000 euro moet rondkomen. Voor een koppel met kinderen ligt de grens op 2.200 euro. Voor een alleenstaande met kinderen is dat 1.600 euro. Hierbij gaat het om het totale inkomen: loon, maar ook kindergeld, uitkeringen of alimentatie."

Kort samengevat: wie een hoger netto-inkomen heeft, behoort technisch gezien tot de middenklasse. Maar waar ligt dan de bovengrens? "Daarover bestaat veel discussie", meent Marx. "Een alleenstaande die maandelijks netto 3.000 euro of meer opstrijkt, behoort tot de rijkste 10 procent van de bevolking. Wie netto meer dan 6.000 euro verdient, maakt deel uit van het rijkste procent. Een koppel met kinderen is rijk als het een totaal netto-inkomen van 6.000 euro of meer heeft."

"Voordelen van de welvaartsstaat komen niet bij armen terecht"

Dreigt de middenklasse straks niet meer rond te komen als gevolg van de vele regeringsmaatregelen? "Europa kent al 6 jaar een crisis. De inwoners van veel van onze buurlanden hebben die veel harder gevoeld. De situatie in België is veeleer uitzonderlijk: onze lonen, onze consumptie en onze levensstandaard zijn min of meer op peil gebleven. Belgen hebben niet al te hard geleden. Wat we nu krijgen, is een uitgesteld effect van de crisis."

Horen we dan wel misnoegd of ongerust te zijn? De middenklasse alvast niet, meent Marx. "Vooral arme mensen hebben het vandaag moeilijk. 15 procent armen is erg hoog, zeker in vergelijking met de Scandinavische landen of Nederland. In de goede jaren had het beleid zich meer op armoede moeten oriënteren. Veel voordelen van de welvaartsstaat komen niet bij de armen in de samenleving terecht. Die scheeftrekking had het beleid lang geleden al moeten rechtzetten."

"Veel mensen die nu klagen, beschouwen zichzelf als middenklasse. Maar eigenlijk behoren ze meestal tot de hogere inkomenscategorieën. Tweeverdieners zitten vaak bovenaan de inkomensverdeling. Alleen schatten ze dat verkeerd in."

Hoe rijk bent u?

Benieuwd welke plek u inneemt in het spectrum van de inkomens in ons land? Een eenvoudige test van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck maakt het u in één oogopslag duidelijk.

Meest gelezen