“Dit is allemaal erg ontroerend”

Op 1 november herdenken we traditioneel onze doden. In dit herdenkingsjaar besteden we extra aandacht aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Tussen het uitbreken van de oorlog en de ondertekening van de vrede vielen wereldwijd miljoenen doden. In België alleen telde het museum In Flanders Fields naar schatting 600.000 dodelijke slachtoffers, van wie 550.000 in West-Vlaanderen.

Tyne Cot Cemetary, in de West-Vlaamse gemeente Zonnebeke, is de grootste Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland. 11.957 doden liggen hier begraven, van wie er 3.487 volledig zijn geïdentificeerd en 2.836 gedeeltelijk geïdentificeerd. De meeste doden hier komen uit Groot-Brittannië en het Gemenebest, maar er liggen ook vier Duitse soldaten begraven. Op de muur van het Tyne Cot Memorial, achteraan op de begraafplaats, staan de namen van nog eens 33.783 vermiste Britse soldaten en 1.176 vermiste Nieuw-Zeelanders.

Het is vrij druk. Opvallend veel Britten, ook enkele groepen scholieren. “Ik ben hier samen met de school waar mijn zoon lesgeeft”, vertelt een oude man met een wandelstok. “Onze groep (een 60-tal scholieren en volwassenen, nvdr.) bezoekt verschillende herinneringsplaatsen in de streek. Dat is erg belangrijk, want de jongeren moeten weten wat er hier 100 jaar gelden is gebeurd.”

“Gisteren heb ik het graf van een oom van mij ontdekt die gesneuveld is in 1916”, zegt de man. De naam van de begraafplaats herinnert hij zich niet meer. “Ik ben erg ontroerd.” Nabestaanden van gesneuvelden kunnen het graf van hun dierbaren terugvinden aan de hand van een register dat in een nis aan de ingang van de begraafplaats wordt bewaard.
 

“1 november is voor ons geen speciale herdenkingsdag”, legt de man uit. “Wij herdenken onze oorlogsslachtoffers op 11 november.” Op deze begraafplaats geen zeeën van chrysanten, zoals op onze Belgische begraafplaatsen. Wel veel houten herdenkingskruisjes en kransen met plastic klaprozen, het symbool van de oorlogsherdenking. De eenvoud op Tyne Cot Cemetary is indrukwekkend: duizenden witte grafstenen op een perfect onderhouden grasveld. Alles is prima onderhouden door de Commonwealth War Graves Commision.

“Dit is allemaal erg ontroerend”, zegt een Amerikaanse vrouw die hier samen met haar man is. “Eerder waren we al op de oorlogsbegraafplaatsen in Normandië, maar herdenkingsplaats voor de Eerste Wereldoorlog had ik nog nooit gezien.” Eén dag zijn ze hier in de streek: “Gisteren brachten we bezoek aan Brugge, en morgen gaan we een cruise maken op de Rijn, in Duitsland.”

“Zo veel doden”

“Mijn leerlingen dachten dat de eerste Wereldoorlog vooral een verhaal was van Engelsen, Fransen en Duitsers”, zegt Frederik Van der Linden. Hij is lesgever geschiedenis aan de Da Vinci International School in Antwerpen. “De meeste van mijn leerlingen zijn van Indiase origine”, legt hij uit.

“Ze zijn vooral verrast dat hier zo veel doden liggen. Vanavond wonen we nog de herdenkingsplechtigheid aan de Menenpoort bij, in Ieper.” De klas van de Antwerpse school is in de streek voor een themaweek. “Mijn leerlingen zullen moe zijn vanavond”, zegt Frederik.

Treuren in Vladslo

Op het Deutscher Soldatenfriedhof in Vladslo is het veel kalmer. Dit is een begraafplaats van de verliezers van de Groote Oorlog. Hier geen bussen met Britse scholieren, hier geen drommen “oorlogstoeristen”.

25.645 Duitse soldaten liggen hier begraven. In de jaren 50 zijn de meer dan 100 kleine Duitse militaire begraafplaatsen in Vlaanderen teruggebracht tot vier. De stoffelijke resten werden overgebracht naar de verzamelbegraafplaatsen van Hooglede, Langemark, Menen en Vladslo. Uit meer dan 60 plaatsen zijn graven overgebracht naar Vladslo.

Enkele stenen grafkruisen staan tussen duizenden platte granieten grafstenen, waarop telkens de namen van 20 gesneuvelden staan vermeld. De stilte is oorverdovend. “Soldatengraven zijn de grootste predikers voor de vrede”, luidt een citaat van Albert Schweitzer dat aan de ingang van de begraafplaats prijkt.

Hier vind je ook het granieten beeldenpaar “Treurend Ouderpaar” van de Duitse kunstenaars Käthe Kollwitz, ter herinnering aan haar zoon Peter, die hier begraven ligt. De vader en de moeder rouwen elf afzonderlijk om hun omgekomen zoon. Een aanklacht tegen de oorlog: geen trots over de gevallen held, maar veeleer zelfverwijt dat de ouders hun zoon naar de oorlog hebben laten gaan.

De nazi’s bestempelden de kunst van Käthe Kollwitz als “ontaard” en dus verboden. 

Meest gelezen