Fact Check: Blijven onze pensioenen betaalbaar?

De voorbije dagen circuleerden er verschillende cijfers over het aantal gepensioneerden in ons land. "Al meer dan 2 miljoen gepensioneerden", kopte krant De Standaard woensdag. Andere kranten hadden het over 1,9 miljoen pensioengerechtigden. Wij stelden ons de vraag: hoeveel gepensioneerden zijn er nu echt en blijven onze pensioenen betaalbaar?

In de eerste plaats gingen we na of het cijfer van De Standaard al of niet klopte. Welke stappen doorliep de krant? Die telde het aantal uitbetaalde pensioenen van de Rijksdienst voor Pensioenen (RvP) op bij het aantal pensioenen van de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS). De som van beide cijfers leverde inderdaad 2.141.000 uitbetaalde pensioenen op.

Het pensioensysteem in ons land zit ingewikkeld in elkaar, dus even wat meer uitleg bij het bovenstaande. Het zit zo: de Rijksdienst voor Pensioenen (RvP) berekent en betaalt de pensioenen van werknemers en contractuele ambtenaren.

Daarnaast bestaat het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Die berekent de pensioenen voor de zelfstandigen. Maar die worden toch uitbetaald door de RvP. Dan is er nog de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS). Die bekommert zich om de berekening en uitbetaling van de pensioenen van personen die hun hele leven in dienst van de overheid hebben gewerkt.

Onderschatting van 150.000

Wanneer we echter de pensioengegevens opvragen bij het Planbureau - Ă©Ă©n van de meest gezaghebbende instituten van het land - komen we tot een eerste vreemde vaststelling. Volgens het bureau waren er in 2013 maar liefst 2.321.000 gepensioneerden in ons land.

Wat verklaart dit verschil? "De cijfers over de pensioenen van het overheidspersoneel zijn niet compleet", zegt Koen Vleminckx, coördinator studies en publicaties van de FOD Sociale Zekerheid. "Onder meer de gerechtigden op een pensioen van de NMBS - ongeveer 50.000 - en de gerechtigden op een pensioen van de gemeenten en provincies met een eigen pensioenregime - ongeveer 100.000 - ontbreken."

Er waren vorig jaar dus inderdaad 2.321.000 gepensioneerden in ons land. Dat is 20,8 procent van de Belgische bevolking.

Een tweede vreemde vaststelling: volgens de statistieken van de overheidspensioenen is de jongste gepensioneerde ambtenaar geboren in het jaar 2011 - die zou dus nu zijn of haar derde verjaardag moeten vieren. En maar liefst 131 gepensioneerden zijn minderjarig.

Hoe is dit mogelijk? "Als een ambtenaar overlijdt, ontvangen zijn kinderen - zolang ze nog recht hebben op kinderbijslag - een wezenpensioen", verklaart Hans Peeters, onderzoeker bij het Centrum voor Sociologisch Onderzoek, "beschouw het als een soort van kindergeld. Al is de naam wat ongelukkig gekozen."

Pensioenen kosten 42 miljard euro

EĂ©n op de vijf Belgen is met pensioen. De cijfers van het Planbureau tonen bovendien dat er sinds 2008 235.800 gepensioneerden zijn bijgekomen. In 2020 zullen dat er nog eens 252.400 meer zijn. Elk jaar neemt het aantal gepensioneerden met ongeveer 2 procent toe, zo zegt de Rijksdienst voor Pensioenen.

Het kostenplaatje van de pensioenen stijgt navenant. In vergelijking met 2008 geven we dit jaar 10 miljard euro meer uit aan pensioenen. In totaal spenderen we 42 miljard euro aan de pensioenen. In 2020 stijgt het getal nog eens met 12 miljard euro.

Uiteraard is het niet helemaal correct om absolute cijfers te gebruiken - absolute cijfers moeten steeds bekeken worden ten opzichte van de grootte van de totale economie. In 2014 geven we 10,6 procent van ons Bruto Binnenlands Product (BBP) uit aan pensioenen. In 2020 zal dat 11,4 procent zijn.

Dit lijken astronomisch hoge bedragen, maar België is helemaal geen uitzondering op Europees vlak. "We geven verhoudingsgewijs ongeveer even veel uit aan pensioenen als het gros van de Europese landen", zegt Yves Stevens, professor pensioenrecht aan de KU Leuven en lid van de Expertencommissie Pensioenhervormingen. "De gestage toename van het aantal gepensioneerden is ook merkbaar in het grootste deel van Europa. De vergrijzingsgolf houdt in de meeste Europese landen ongeveer gelijke tred."

Pensioenen binnenkort onbetaalbaar?

De belangrijkste vraag luidt echter: worden onze pensioenen - met een steeds groter wordende groep gepensioneerden - binnenkort onbetaalbaar? Ja en neen. "Er zal altijd geld zijn", zegt professor Yves Stevens. "De enige vraag is: willen we het aan de pensioenen besteden?"

De professor legt uit: "Het is een misvatting dat de toename van het aantal gepensioneerden zal zorgen voor het leeglopen van de pensioenkas. Dat is een fabeltje. Herhaaldelijk wordt gewezen op de verhouding van het aantal actieven ten opzichte van het aantal inactieven. Wanneer het aantal inactieven te groot wordt, of het aantal actieven overschrijdt, dan zouden de pensioenen - en bij uitbreiding de sociale zekerheid - onbetaalbaar worden. Daar klopt niets van."

Hoe werkt het dan wel? "Je moet kijken naar de economische draagkracht van een werknemer", antwoordt de professor. "Dit betekent: hoeveel steuntrekkers kan een gemiddelde werknemer in ons land ondersteunen - zonder dat hij er zelf iets van voelt?"

Met andere woorden: dankzij onze hoge productiviteit brengen we veel meer geld op dan we zelf nodig hebben om comfortabel te leven. "Om de pensioenen betaalbaar te houden, moeten we dus voornamelijk concentreren op onze productiviteit", zegt de professor. "Die moeten we op peil houden en verhogen."

Oplossing in het arbeidsmarktbeleid

Toch is er reden tot ongerustheid. We herhalen dezelfde vraag: worden onze pensioenen onbetaalbaar? Er is een tweede antwoord op die vraag. "Die worden inderdaad onbetaalbaar indien we geen maatregelen treffen", zegt Koen Schoors, professor Economie aan de UGent.

Koen Schoors verwijst naar de bevindingen van de Studiecommissie Vergrijzing: uit elk van de recent gepubliceerde rapporten blijkt dat we bij ongewijzigd beleid tegen 2050 afstevenen op een tekort van 6 procent van het BBP. Met andere woorden: indien we geen maatregelen treffen, komen we vanaf 2050 elk jaar 6 procent van het BBP tekort om de vergrijzingskosten te kunnen betalen. En de vergrijzingskosten, dat zijn onder meer pensioenen en zorg.

Welke maatregelen moeten getroffen worden? Zowel Schoors als Stevens zien het meeste heil in een hervorming van de arbeidsmarkt. "Er is dringend nood aan een nieuw model van de manier waarop we arbeid organiseren", zegt Yves Stevens. "Van daaruit wordt ons sociaal systeem namelijk gefinancierd."

In de eerste plaats pleit professor Stevens voor een vereenvoudiging van het systeem van loonlasten. "Ik durf er geld op te verwedden dat er in dit land geen enkele expert is die precies weet hoe de sociale zekerheid gefinancierd wordt door een tergend lange lijst lastenverlagingen en - verhogingen", stelt de professor. "Die complexiteit leidt tot intransparantie. Die intransparantie leidt dan weer tot een verlies aan inkomsten. Het is hoog tijd voor een revisie van hoe we de sociale zekerheid financieren. Dit is tot nog toe nog nooit gebeurd."

Hogere ouderenparticipatie leidt tot lage jeugdwerkloosheid

Ook langer werken is volgens beide experts een onlosmakelijk deel van de oplossing. Die laatste stelling ligt echter al enige tijd onder vuur. Langere loopbanen zouden namelijk de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt verkleinen, klinkt het vaak. Oudere werknemers aan de slag houden zou de arbeidsmarkt nog krapper maken dan die al is.

"Een valse redenering", zegt Koen Schoors. "Men gaat er namelijk van uit dat er een vaste hoeveelheid jobs is. Wanneer een bepaalde groep vasthoudt aan hun jobs, dan is er minder plaats voor anderen. Daar klopt niets van."

Hoe werkt het dan wel? "Wanneer een grote groep personen vroeg met pensioen gaat - bijvoorbeeld door het inroepen van brugpensioen - moet die gefinancierd worden uit de sociale zekerheid", antwoordt Schoors. "Dan moeten de sociale lasten op arbeid omhoog. Gevolg: arbeid wordt duurder voor werkgevers en bedrijven gaan twijfelen of ze nog mensen gaan aannemen - het brengt namelijk te weinig op. Bedrijven gaan outsourcen naar het buitenland of vertrekken. De arbeidsvraag vermindert en ook jongeren geraken niet meer aan een job."

Het brugpensioen - ontwikkeld in de nasleep van de oliecrisis van 1973 met als bedoeling meer jongeren aan de slag te krijgen - was volgens Schoors dan ook "eerbaar en logisch in de context van toen, maar uiteindelijk een historische fout".

"Je ziet het duidelijk: in landen met een lage jeugdwerkloosheid zijn meer ouderen aan de slag", vertelt Schoors. "Het omgekeerde geldt ook: in landen met een hoge jeugdwerkloosheid zijn minder ouderen aan de slag. België is een sprekend voorbeeld: door het hoge aantal brugpensioenen en andere vervroegde uittredingsregelingen zijn veel ouderen relatief vroeg met pensioen en is de jeugdwerkloosheid hoog."

Om deze bewering te staven gingen we op zoek naar Europese landen waar relatief weinig 55-plussers aan de slag zijn. Daarna bekeken we het percentage jeugdwerkloosheid in die landen. We deden net hetzelfde voor de landen waar relatief veel 55-plussers aan de slag zijn.

Wat bleek? België bengelt inderdaad aan de staart van landen met lage ouderenparticipatie. In ons land zijn slechts 4 op de 10 55-plussers nog aan de slag. Het gemiddelde in de OESO-landen is 56,9%. Onze jeugdwerkloosheid ligt met 26,7 procent sterk boven het EU-gemiddelde.

Bovenstaande grafiek bevestigt wat Schoors vertelt. Landen waar oudere werknemers minder lang aan de slag blijven, hebben gemiddeld een hogere jeugdwerkloosheid. In landen met een lage jeugdwerkloosheid zijn oudere werknemers inderdaad langer aan de slag.

Conclusie?

Dit jaar zijn er 2.321.000 personen met pensioen in ons land, dat is 20,8 procent van de bevolking. Dit kost de staat dit jaar 42 miljard euro. Tegen 2020 geven we 54 miljard uit aan pensioenen. Blijven de pensioenen betaalbaar? Ja en neen. Indien we onze productiviteit op peil houden, kunnen we pensioenen blijven uitbetalen.

Toch stevenen we bij ongewijzigd beleid tegen 2020 af op een tekort van 6 procent van het BBP om de vergrijzingskosten te kunnen betalen. Langer werken is zonder twijfel een deel van de oplossing, maar experts pleiten ook voor een algemene herziening van het arbeidsmarktbeleid.

Meest gelezen