Laatste Congoboot is definitief verloren
"De havenkapitein van Rostock heeft het nieuws intussen bevestigd", zegt Linters. "Dit scenario was uitgeschreven in een aantal middens", aldus Linters. Voor de afvaart vanuit Rostock zijn een aantal waardevolle voorwerpen zoals schilderijen van boord gehaald. "Dat kan wijzen op verzekeringsfraude."
De laatste jaren lag de Charlesville - herdoopt tot Georg Büchner - in de haven van Rostock, aan de Noord-Duitse kust, waar de voormalige Congoboot dienst deed als jeugdherberg. Omdat het schip in een slechte staat was en de subsidiekraan was dichtgedraaid, moest er worden uitgekeken naar een oplossing
Pogingen om het schip terug naar Antwerpen te halen, zijn mislukt. Daarop is beslist om de Georg Büchner naar Litouwen te verslepen om het vaartuig daar tot schroot te laten verwerken. Maar ook dat is niet gelukt, want het schip is vannacht gezonken voor de Poolse kust. De sleepboot is daarop alleen de haven van Gdansk binnengevaren.
Wat er nu met de Charlesville moet gebeuren, is niet duidelijk. "Als het schip voor hinder kan zorgen voor het scheepvaartverkeer, moet het geborgen worden. Al is het niet duidelijk wie daar dan voor opdraait", zegt Adriaan Linters. "Maar zelfs als het geborgen wordt, zal het enkel nog rijp zijn voor de schroot."
Meer informatie over de Charlesville vindt u op de website van Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie.
De Charlesville was de laatst overgebleven Congoboot en voer tussen 1951 en 1967 tussen de havens van Antwerpen en Matadi. Het schip is gebouwd op de Cockerill-werven in Hoboken, in opdracht van de Compagnie Maritime Belge (CMB). Het schip had vier zusterschepen: de Albertville, de Leopoldville, de Elisabethville en de Baudouinville.
De trip Antwerpen-Matadi-Antwerpen duurde ongeveer een maand. Met vijf schepen kon de CMB om de twee weken een afvaart vanuit beide havens garanderen.
In 1967 werd de Charlesville verkocht aan de toenmalige Oost-Duitse staatsrederij, waarop het schip werd herdoopt tot Georg Büchner. Tot 1977 werd het voornamelijk als vrachtschip ingezet tussen West-Europa en Cuba en Mexico. In 1991 werd het schip voor een symbolische prijs overgedragen aan het stadsbestuur van Rostock, waar het zijn laatste dagen sleet als jeugdherberg.