Lidl stopt Twitteractie wegens onbedoeld succes
Sinds maandag belooft Lidl 5 voedselpakketten ter waarde van 20 euro weg te geven aan de voedselbanken per Twitterbericht met de hashtag "luxevooriedereen". Niet toevallig de slogan waarmee de discounter zijn eindejaarsproducten aan de man probeert te brengen. Daarvoor had het bedrijf enkele mediafiguren via Twitter benaderd.
Volgens een eerder persbericht zou de discountsupermarktketen minstens 500 pakketten weggeven tussen 10 december en kerstavond. Na amper een paar uur stond de teller al op enkele duizenden maaltijden. Lidl laat aan onze nieuwsdienst weten dat de supermarktketen de actie om 8 uur dinsdagochtend stopzet. "De actie leeft sterker dan we verwacht hadden. We gaan de actie na 24 uur stopzetten", legt Lidl-woordvoerder Pieterjan Rynwalt uit.
Het was lange tijd niet helemaal duidelijk of ook alle voedselpakketten effectief uitgedeeld gingen worden. "Het was de bedoeling om enkel voedselpakketten weg te geven met de mediafiguren, maar we gaan een geste doen voor de andere Twittergebruikers", klonk het eerst. Intussen heeft de keten beslist om het aantal voedselpakketten naar boven af te ronden tot 10.000. De actie gaat Lidl zo'n 200.000 euro kosten.
"A Lidl less conversation, a Lidl more action please"
Zoals dat gaat met inschattingsfouten van sociale media, willen de gebruikers van die sociale media de boemerang wel eens teruggooien:
De campagne was oorspronkelijk alleen op mensen uit de media gericht. Sommigen van hen "hielpen" de supermarktketen graag een extra handje:
"Bedrijven kennen sociale media te weinig"
"Bedrijven hebben nog altijd weinig kennis van sociale media in het algemeen," zegt professor sociale media Steven Van Belleghem naar aanleiding van het voorval. "Lidl maakte enerzijds een inschattingsfout door de reactie van de gebruikers van Twitter te onderschatten. Anderzijds is het natuurlijk heel mooi dat een bedrijf € 200.000 aan een goed doel schenkt. Het verhoogt daarmee tegelijk de zichtbaarheid."
Toch had Lidl de liefdadigheidsactie beter op voorhand geplafonneerd, meent Van Belleghem. "Op die manier had het bedrijf negatieve reacties kunnen vermijden."