Hoe groot is de fraude met werkloosheidsuitkeringen?

Behalve naar het werkelijke aantal werkonwilligen, moeten we ook kijken naar de mogelijke fraude met uitkeringen.

Na het verschijnen van het RVA-jaarverslag verscheen de volgende kop in De Tijd: “RVA eiste vorig jaar net geen 130 miljoen euro aan werkloosheidsuitkeringen terug”. Volgens het jaarverslag zou dit een stijging van 18 procent zijn in vergelijking met 2012. Bovendien was het het hoogste bedrag ooit.

Na grondig onderzoek blijkt dat de kop incorrect is. Op basis van de kop én de sterke stijging van de terugvorderingen zou bovendien de indruk kunnen ontstaan dat er op steeds grotere schaal gefraudeerd wordt met werkloosheidsuitkeringen. Ook dit klopt niet.

Wat klopt wel? De RVA heeft vorig jaar 130 miljoen euro aan uitkeringen teruggeëist. Het ging echter niet uitsluitend over de werkloosheidsuitkeringen.

We berekenden eerst voor welk bedrag precies gefraudeerd werd met werkloosheidsuitkeringen. Er zijn 4 manieren waarop dit mogelijk is: men kan een werkloosheidsuitkering cumuleren met een zelfstandige activiteit, een uitkering cumuleren met een job in loondienst, een werkloosheidsuitkering cumuleren met een ziekte-uitkering en een valse gezinstoestand opgeven om een grotere uitkering te krijgen.

Wanneer we alle teruggeëiste bedragen voor mogelijke fraude met werkloosheidsuitkeringen uit het rapport halen, komen we tot het volgende overzicht:

Als we alle terugvorderingen voor mogelijke fraude met werkloosheidsuitkeringen samentellen, merken we op dat vorig jaar 46,5 miljoen euro - en niet 130 miljoen euro - aan werkloosheidsuitkeringen teruggeëist werden. Dat is slechts 35,7 procent van het totaal teruggeëiste bedrag of 0,4 procent van het totale budget van de RVA.

Bovendien moet opgemerkt worden dat de RVA geen specifieke cijfers met betrekking tot fraude met werkloosheidsuitkeringen geeft. Bijvoorbeeld: onder de categorie “cumul zelfstandige activiteit” wordt ook het cumuleren van een zelfstandige activiteit met loopbaanonderbreking gerekend. Met andere woorden: het bedrag van 46,5 miljoen is een overschatting van de aangetroffen fraude met werkloosheidsuitkeringen.

De overblijvende 83,5 miljoen bestaat onder meer uit fraude met vergoedingen voor tijdelijke werkloosheid, loopbaanonderbreking, tijdskrediet, deeltijds brugpensioen en fraude met dienstencheques. Die laatste categorie is op zichzelf goed voor net geen 22 miljoen euro aan terugvorderingen.

Stijging van de fraude

Nogmaals: vorig jaar werd net geen 130 miljoen aan onterechte uitbetaalde uitkeringen teruggeëist. Dit was een stijging van 18 procent in vergelijking met 2012 en het hoogste bedrag ooit. De aangetroffen fraude wordt steeds groter. Betekent dit dan dat het totaal van de gepleegde fraude steeds groter wordt? Niet noodzakelijk.

Hoe groot is de totale fraude echt? “Dat is de eeuwige discussie”, zegt Wouter Langeraert, coördinator van de controlediensten van de RVA, “de totale fraude is onmogelijk te berekenen. Het is namelijk niet mogelijk om een controleur te sturen naar elke steuntrekker.”

Wat ik wel kan zeggen”, gaat Langeraert verder, “is dat de efficiëntie van onze controles de laatste jaren sterk is toegenomen. Dit is een gevolg van informatisering. De gegevens over steuntrekkers waar wij nu over beschikken worden vergeleken met de informatie uit de databanken van de fiscus, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het Rijksregister en de mutualiteiten."

"Zo komt oneigenlijk gebruik steeds vaker aan het licht. De systemen staan trouwens nu nog in de kinderschoenen. In de toekomst zal oneigenlijk gebruik van uitkeringen nog sneller aan het licht komen en zal het terug te vorderen bedrag ook stijgen. Het afschrikeffect wordt zo ook steeds groter.” De RVA geeft bovendien mee dat er steeds vaker controles worden uitgevoerd alvorens een uitkering wordt toegekend. “Op die manier vermijden we terugbetalingen in de toekomst”, zegt Wouter Langeraert, “en kunnen we mensen ook beter informeren over hun rechten.”

In 2013 werden in totaal 76.634 onderzoeken geopend. In de volgende grafiek vergelijken we dit getal met het totaal aantal vastgestelde inbreuken. We doen dezelfde oefening voor de cijfers uit 2012.

Er werden vorig jaar 11.890 meer onderzoeken geopend dan in 2012. Er werden 5299 meer inbreuken aangetroffen. Het percentage van de onderzoeken waarin fraude werd vastgesteld steeg van 27,9 procent naar 30,4 procent.

Betekent dit dat de totale gepleegde fraude stijgt? Neen. Het hoger percentage aangetroffen fraude is volgens de RVA voornamelijk een gevolg van sterker gerichte controles. Door datamining worden verdachte dossiers steeds sneller opgespoord. Het zou dus verkeerd zijn om te stellen dat de totale fraude met werkloosheidsuitkeringen rond de 30,4 procent zou schommelen.

Eerst wordt namelijk een aantal verdachte dossiers opgespoord via datamining. Na controle blijkt dat 30,4 procent van deze vooraf geselecteerde dossiers daadwerkelijk in overtreding was. Het werkelijk percentage gepleegde fraude ligt dus veel lager dan 30,4 procent. Hoeveel lager precies, daarover kunnen geen uitspraken gedaan worden.

Conclusie?

Slotconclusie: de stelling “één werkloze op twee zoekt niet actief naar werk” klopt niet. Op basis van cijfers uit het jaarrapport van de RVA berekenden we dat 1,01 procent van het totale aantal werklozen niet actief naar werk zoekt.

Ook de stelling “vorig jaar werd 130 miljoen aan werkloosheidsuitkeringen teruggeëist” werd ontkracht. In 2013 werd maximaal 46, 5 miljoen euro aan onterechte uitbetalingen ontdekt en teruggeëist. Dit is gelijk aan 0,4 procent van de totale jaarlijkse uitgaven van de RVA.

Over de totale gepleegde fraude kunnen geen uitspraken gedaan worden, behalve dat de werkelijk gepleegde fraude sterk onder de 30,4 procent aangetroffen fraude ligt.

Op basis van deze gegevens kunnen we dus niet concluderen dat misbruik en fraude dit deel van de sociale zekerheid ondermijnen.

Meest gelezen