Jobhoppen

Als u op 7 juni kiest voor een politicus, bent u er niet altijd even zeker van dat de persoon die uw stem krijgt zijn mandaat ook daadwerkelijk opneemt. Sommige politici zijn immers op twee lijsten te bespeuren en sommigen zijn sowieso niet van plan om hun mandaat op te nemen.
Jobhoppen (of “levelhoppen”) is de term die gebruikt wordt om aan te geven dat politici van het ene naar het andere niveau overstappen. De politicus die in dat verband vaak genoemd wordt, is Bert Anciaux. In 1999 werd hij Vlaams minister van Cultuur, Sport en Jeugd, 4 jaar later stapte hij over naar het federale niveau om daar minister van Mobiliteit te worden. Hij kreeg meteen de nachtvluchten rond Zaventem op zijn bord en een oplossing voor dat aartsmoeilijke dossier kwam niet meteen uit de lucht vallen. Na de vorige Vlaamse verkiezingen in 2004 koos hij eieren voor zijn geld en werd opnieuw bevoegd voor Cultuur, Sport en Jeugd. Brussel kreeg hij er gratis bij.
Maar Anciaux is niet de enige politicus die wel eens van het ene naar het andere niveau durft over te stappen. Na elke verkiezing wordt er duchtig verschoven met deze of gene minister, zowel in Vlaanderen als in Franstalig België. Kan dat eigenlijk zomaar? En wat is de achterliggende oorzaak? Mocht het jobhoppen verboden zijn, zou het uiteraard niet zo vaak voorvallen dat er vrolijk van de ene regering naar de andere regering wordt gependeld. De oorzaak moeten we zoeken bij de manier waarop de verkiezingen worden georganiseerd in ons land.

Van cruciale verkiezing naar cruciale verkiezing

Officieel hebben de Vlaamse en de federale verkiezingen niets met elkaar te maken. Bij de Vlaamse verkiezingen kiezen we vertegenwoordigers voor het Vlaams Parlement en bij federale voor het federale parlement. Bij de eerste moeten we om de vijf jaar naar de stembus, bij de tweede om de vier jaar. Twee gescheiden niveaus die wettelijk op hetzelfde niveau staan met verschillende bevoegdheden.

Maar zelden wordt echt het onderscheid gemaakt tussen de twee niveaus. Niet echt door media, laat staan door de politici zelf. Tijdens de campagne voor de komende verkiezingen zal het ongetwijfeld gaan over de staatshervorming, hoewel dat eigenlijk een zaak is voor het federale niveau. Probeer dat maar eens te begrijpen als kiezer.

In andere federale staten, zoals de VS en Duitsland, worden deelstaatverkiezingen ook wel als een test gezien voor de regering, maar daar zal niet telkens de helft van het politieke personeel kandideren bij elke verkiezing. In België is elke verkiezing, zowel Vlaams als federaal, een cruciale test voor de politieke partijen. Daarom dat alle stemkanonnen worden ingezet en het altijd alle hens aan dek is voor de zoveelste “moeder der verkiezingen”. Veel politici staan dan ook op een lijst voor een ander parlement dan datgene waar ze in zitten.

De uitweg van samenvallende verkiezingen

Om dat te vermijden, pleiten sommigen ervoor de verkiezingen te laten samenvallen. Dat zou ervoor moeten zorgen dat er minder wordt overgestapt van het ene naar het andere niveau. Op voorwaarde dat politici kiezen voor één lijst, want nu mag je je nog op meerdere lijsten kandidaat stellen. Jean-Marie Dedecker, bijvoorbeeld, is lijsttrekker van de West-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement én van de Europese lijst.

Vooral Vlaamsgezinde politici willen niet weten van één verkiezingsdag. Zo zal de Vlaamse identiteit verzanden in het federale strijdgewoel, luidt het. Hoe dan ook, de kans dat er na juni weer zal worden “gejophopt”, is opnieuw bovengemiddeld hoog.

Meest gelezen