Brussel

De Brusselaars duiden vertegenwoordigers aan voor het Brussels Parlement, maar ook voor hun gemeenschap, zij het de Vlaamse of Franse Gemeenschap. Die gemeenschappen overschrijden immers de grenzen van het Brussels Gewest.
Brussel is van oorsprong een Nederlandstalige stad, hoewel de elite er wel al eeuwen Frans sprak. Nadat ze de hoofdstad geworden was van België, is de Franse invloed steeds meer toegenomen. Uiteindelijk werd via taalwetten paal en perk gesteld aan de verfransing, die ook steeds meer naburige gemeenten inpalmde. Brussel werd officieel tweetalig gebied én werd beperkt tot 19 gemeenten.

De Brusselaars trekken op 7 juni al voor de vijfde keer naar de stembus. De eerste verkiezingen hadden plaats op 18 juni 1989. Op 12 januari van dat jaar zijn de status en bestuursorganen van Brussel vastgelegd in de “Brussel-wet”. Sindsdien wordt Brussel bestuurd door een eigen parlement en regering.

De Brusselse Hoofdstedelijke Raad of het Brussels Parlement bestaat uit 89 rechtstreeks verkozen leden, van wie 72 Franstalige en 17 Nederlandstalige. Negentien Franstalige leden van het Brussels Parlement nemen plaats in het Parlement van de Franse Gemeenschap.
De kiezers die voor de Nederlandstalige leden van het Brussels Parlement stemmen, kunnen ook 6 leden van het Vlaams Parlement verkiezen. Die vertegenwoordigen dan de Vlaamse Gemeenschap van Brussel in het Vlaams Parlement. De Brusselaars wonen immers in het Brussels Gewest, maar kunnen zowel tot de Vlaamse als tot de Franse Gemeenschap behoren. Beide gemeenschappen zijn dus bevoegd in Brussel.

Wie bestuurt Brussel?

De PS is momenteel de grootste partij in het Brussels Parlement met 26 volksvertegenwoordigers. Concurrent MR volgt op de voet met 24 zetels. Het CDH heeft er 11, Ecolo 7, Front National 4. Bij de Nederlandstalige partijen is Vlaams Belang de grootste met 5 zetels. Open VLD bemant 4 zitjes, de SP.A en CD&V hebben er elk 3 en Groen! 1. De Nederlandse taalgroep heeft ook 1 onafhankelijke onder haar vleugels.

De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft 5 leden en wordt bijgestaan door 3 staatssecretarissen. Van de 4 ministers zijn er 2 Nederlands- en 2 Franstalig. Van de 3 staatssecretarissen zijn er 2 Franstalig en 1 Nederlandstalig. De minister-president is – net zoals de Belgische premier – taalneutraal, maar de Brusselse minister-president is in de praktijk altijd een (tweetalige) Franstalige.

Bij de verkiezingen van 2004 zette de PS de MR buitenspel en vormde een coalitie met CD&V, Open VLD, Ecolo, CDH en de SP.A. MR-voorzitter Didier Reynders is er sindsdien op gebrand om de Franstalige socialisten van hetzelfde deeg een koekje te bakken.

En wat met gemeenschapszaken?

De Brusselse regering en het parlement oefenen de gewestbevoegdheden uit, met name economie en handel, tewerkstelling, energie, leefmilieu, huisvesting, vervoer, openbare werken en stedenbouw. De gemeenschapszaken - cultuur, welzijn, onderwijs en gezondheid - worden geregeld in de Gemeenschapscommissies. In de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) zitten de Franstaligen uit het Brussels Parlement. In de Nederlandstalige Gemeenschapscommissie (VGC) zitten de Vlaamse Brusselse parlementsleden.
De Vlaamse Gemeenschapscommissie is enkel bevoegd voor instellingen van de Vlaamse Gemeenschap. Niet voor personen, want de Brusselaars kunnen nooit verplicht worden een keuze te maken tussen een van beide gemeenschappen om in aanmerking te komen voor de diensten van deze gemeenschap. De VGC heeft geen wetgevende bevoegdheid. Ze mag alleen verordeningen aannemen onder toezicht van de Vlaamse Gemeenschap. Ze ondersteunt bijvoorbeeld de werking van Nederlandstalige Brusselse organisaties.

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie regelt de communautaire aangelegenheden die gemeenschappelijk zijn voor beide gemeenschappen van het Brussels Gewest. Haar parlement, de Verenigde Vergadering, omvat beide taalgroepen van het Brussels Parlement.

Meest gelezen