Kieskring

De bekendste kieskring in ons land is Brussel-Halle-Vilvoorde, die al jaren de Belgische politiek beroert. Maar wat is een kieskring precies? Verschillen de kieskringen voor federale verkiezingen met die voor Vlaamse? En hoe zit het met het Europees Parlement?
Lange tijd vielen de kieskringen in ons land samen met de arrondissementen. Maar die waren volgens velen te klein. Partijen wilden hun stemkanonnen graag in een groot gebied uitspelen, bijvoorbeeld Guy Verhofstadt in de provincie Oost-Vlaanderen in plaats van enkel in het arrondissement van Gent. 
In 2003 werden de provinciale kieskringen ingevoerd, uitgezonderd in Vlaams-Brabant, daar werd de splitsing tussen de kieskring Leuven en de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde behouden. Aan Franstalige kant is men immers gekant tegen de splitsing van de kieskring BHV. Een jaar later werden ook voor de Vlaamse verkiezingen de oude kiesomschrijvingen afgeschaft en vervangen door provinciale kieskringen. Vlaams-Brabant vormt één kieskring. Voor het Waals Parlement werden de oude kieskringen behouden.

Maar 22 zitjes in Europees Parlement

Voor het Europees Parlement kunnen de partijen in de meeste lidstaten een lijst indienen voor het hele land. De parlementsleden vertegenwoordigen dus met andere woorden Nederland en niet de afzonderlijke provincies. Landen zoals Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kiezen wel nog voor een aparte opdeling. Zo heb je vertegenwoordigers voor Schotland, Londen en The West Midlands aan Britse zijde en zijn er drie parlementsleden voor de Franse overzeese gebieden (Outre-Mer).

Maar België zou België niet zijn, mochten we geen vreemde eend in de bijt zijn. De Belgische leden van het Europees Parlement worden verkozen in drie kiescolleges: een Franstalig, een Nederlandstalig en een Duitstalig, hoewel dat laatste maar één vertegenwoordiger telt. Momenteel zijn er 24 Belgen in het Europees Parlement, maar na de verkiezingen van 7 juni valt ons land terug op 22 zitjes.

Hoe meer inwoners, hoe meer zetels

In het Vlaams Parlement zijn er per kieskring een aantal zetels te verdelen. Hoe meer inwoners een kieskring telt, hoe meer zetels te verdelen zijn. Zo heeft Antwerpen met 33 het meeste aantal zetels te verdelen, Brussel met 6 het minste. Ook belangrijk om weten is dat we in België, voor alle parlementen, werken met een evenredigheidsstelsel. De zetels worden verdeeld volgens het percentage stemmen van het totaal. Een partij met een derde van de stemmen, heeft dus in principe recht op een derde van de zetels. In Amerika en het Verenigd Koninkrijk werken ze met het meerderheidsstelsel. Wie de meeste stemmen binnenhaalt, krijgt ook de ene zetel van die kieskring. “The winner takes it all”, heet dat.
Kunnen kieskringen wijzigen in de toekomst? De mogelijkheid bestaat en voor Brussel-Halle-Vilvoorde moet men nog steeds een oplossing vinden. Daar heeft het Grondwettelijk Hof bepaald dat er tegen de federale verkiezingen van 2011 een oplossing gevonden moet worden. Volgens de rechters kan het immers niet dat heel België provinciale kieskringen kent, behalve in Vlaams-Brabant, waar men met de tweetalige kieskring BHV zit.

Ook over een eventuele federale kieskring is al veel inkt gevloeid. Een kieskring voor heel België, dus zowel Vlaanderen en Franstalig België, zodat politici zich kandidaat kunnen stellen in het andere landsgedeelte. Zo worden politici verplicht om met de andere taalgemeenschap rekening te houden zeggen de voorstanders, maar de tegenstanders vrezen een terugkeer naar het unitaire België. Of hoe ook kieskringen de inzet vormen van politieke strijd.

Meest gelezen