Russische boeren en arbeidersafgevaardigden bijeen

In deze rubriek brengen we grote en kleine gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog, deze week 100 jaar geleden. In Petrograd vergadert het eerste Heel-Russisch Congres van Sovjets van arbeiders- en boerenafgevaardigden, Italianen weer in offensief, Zuid-Afrikaanse generaal wordt lid Brits oorlogskabinet, ...

In Petrograd is het eerste Heel-Russisch Congres van Sovjets van arbeiders- en boerenafgevaardigden bijeengekomen.

Het Congres vergadert in het Taurisch Paleis, waarin vroeger de Doema vergaderde en nu de Sovjet van Petrograd.

Het verenigt meer dan duizend afgevaardigden die gekozen werden door 305 ‘sovjets’ (raden) die door de revolutie min of meer spontaan gevormd zijn door arbeiders en boeren. Daarnaast zijn er nog 53 regionale en provinciale sovjets, die door de lokale sovjets zijn gekozen.

Vrijwel alle afgevaardigden behoren tot een socialistische strekking. De meerderheid wordt gevormd door socialisten-revolutionairen en mensjewieken, partijen die de voorlopige regering van Rusland steunen.

Manifestatie voor het Winterpaleis in Petrograd. Het paleis is na de revolutie een militair hospitaal geworden. Op het balkon, in het wit, kijken herstellende soldaten toe. In de Russische hoofdstad vinden dezer dagen permanent manifestaties plaats van alle strekkingen.

De bolsjewieken van Lenin kunnen rekenen op niet veel meer dan honderd afgevaardigden. Met de slogan “Alle macht aan de sovjets” willen ze dat het Congres zelf de staatsmacht overneemt en de steun aan de voorlopige regering intrekt.

De bolsjewieken eisen ook dat Rusland de oorlog stopzet. Ze krijgen de steun van een minderheid van de mensjewieken.

Maar de meerderheid van het Congres huldigt het “defensisme”: ze zijn tegen de oorlog maar vinden dat Rusland zich moet blijven verdedigen tegen Duitse aanvallen.

Het Astoria-hotel in Petrograd werd in de revolutiedagen geplunderd. Nu hangen er pro-revolutionaire spandoeken op de gevel.

Smuts treedt toe tot oorlogskabinet

De Zuid-Afrikaanse generaal Jan Smuts krijgt een plaats in het Britse oorlogskabinet.

Het oorlogskabinet (‘War Cabinet’) is een beperkte groep ministers die de beslissingen over de oorlogvoering neemt. Het wordt geleid door de liberale eerste minister David Lloyd George en bestaat verder uit de conservatieven Andrew Bonar Law, Lord Curzon en Lord Milner en de socialisten Arthur Henderson en (sinds kort) George Barnes.

Met Smuts komt er voor het eerst iemand bij die geen lid is van de Britse regering en zelfs geen Brit is. Hij vertegenwoordigt er de dominions, de zelfbesturende delen van het Britse Rijk.

Jan Christiaan Smuts (47) werd generaal toen hij tegen de Britten in de Boerenoorlog vocht. Samen met de huidige Zuid-Afrikaanse premier Louis Botha, ook een oud-Boerengeneraal, voert hij sindsdien een pro-Britse koers. Als minister van Defensie onderdrukte hij in 1914 een opstand van Afrikaners.

This content is subject to copyright.

Generaal Jan Smuts schouwt in Londen samen met de Raja van Bikaner de 'City Volunteer Guard', mei 1917 (GettyImages)

Generaal Smuts leidde tot begin dit jaar de verovering van Duits Oost-Afrika. Daarna vertegenwoordigde hij Zuid-Afrika op de conferentie van de Britse rijksdelen die in maart/april werd gehouden.

Op die conferentie werd een “Rijksoorlogskabinet” (Imperial War Cabinet) gevormd. Dat bestaat uit de premiers en enkele topministers van het Verenigd Koninkrijk en de verschillende dominions (Canada, Australië, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en Newfoundland), plus vertegenwoordigers van Brits-Indië. Het eigenlijke oorlogskabinet is veel beperkter en vergadert zeer regelmatig.

De benoeming van Smuts wordt door sommigen als een propagandastunt beschouwd, maar hoe dan ook is zijn bekwaamheid onbetwistbaar. Behalve militair is hij ook jurist en filosoof.

2015 Getty Images

Het standbeeld van Jan Smuts in Londen in het park voor het parlement, naast hem het beeld van David Lloyd George en wat verder Churchill (Getty Images)

Nieuw Italiaans offensief in de Asiago

Vlak na het afblazen van het 10e offensief aan de Isonzo, zijn de Italianen opnieuw een aanval begonnen op het Asiago-plateau, aan de bergachtige grens met Trentino.

Bedoeling is de Oostenrijkers terug te dringen die daar vorig jaar hun stellingen hebben verbeterd.

Op een front van amper enkele kilometers vallen 300.000 Italianen met 1500 kanonnen aan. Drie keer meer dan de Oostenrijks-Hongaarse troepen ter plaatse.

De gevechten concentreren zich rond de Monte Ortigara. Met een ongelooflijke moed wisten de Italiaanse Alpentroepen deze 2000 meter hoge bergtop te veroveren. Maar op de top zijn ze blootgesteld aan de vijandelijke artillerie, met zware verliezen als gevolg.

Boven, Alpini in actie (BnF, Gallica)

Onder, Oostenrijkse hulppost boven op Monte Ortigara (Oostenrijkse Nationale Bibliotheek)

Zwitsers regeringslid neemt ontslag

Arthur Hoffmann, het lid van de Zwitserse Bondsraad (regering) verantwoordelijk voor de buitenlandse politiek, neemt ontslag.

Hoffmann kwam in de problemen door een reis van de vooraanstaande Zwitserse socialist Robert Grimm naar Rusland.

Officieel ging Grimm naar Petrograd om te praten over de terugkeer van Russische vluchtelingen en hij had daarvoor de steun van de Zwitserse overheid. Maar hij besprak met diverse Russische socialistische leiders de kansen op vrede.

Robert Grimm op een meeting in Bern in 1920

Einde mei zond hij een telegram naar Hoffmann waarin hij zei dat de Russische regering mogelijk een afzonderlijke vrede met Duitsland kan sluiten. Dat telegram en het antwoord van Hoffmann lekten uit in de pers.

De Geallieerde regeringen reageerden woedend. Het optreden van Grimm en Hoffmann wordt als een schending van de Zwitserse neutraliteit beschouwd. Ook in Zwitserland zelf heerst verontwaardiging. Het bondsraadslid kon niets anders doen dan opstappen.

De Zwitserse neutraliteit, een moeilijke evenwichtsoefening tussen Geallieerden en de Centrale machten. Zwitserse postkaarten uit WOI.

Nieuwe premier in Hongarije

Koning Karel IV van Hongarije (keizer Karel I van Oostenrijk) heeft graaf Móric Esterházy tot nieuwe minister-president benoemd.

Hij volgt graaf Tisza op, die vorige maand ontslag nam. Het was voor de koning niet eenvoudig een opvolger te vinden. Even leek het Tisza’s belangrijkste opponent, de progressieve graaf Andrássy, premier zou worden, maar die staat zeer kritisch tegenover het bondgenootschap van Oostenrijk-Hongarije met Duitsland.

Graaf Esterházy van Galánta en Fraknó (36) behoort tot een van de oudste en beroemdste families van Hongarije. Hij houdt er progressieve denkbeelden op na. Het is bekend dat Karel snel sociale hervormingen wil doorvoeren en het kiesrecht in Hongarije wil uitbreiden.

Boven, helemaal rechts, Esterhazy en enkele regeringsleden op 20 augustus 1917, Sint-Stefansdag, de nationale feestdag van Hongarije

Onder, een grote manifestatie deze week in de hoofdstad Boedapest voor de invoering van algemeen stemrecht

Benoemingen en arrestaties in bezet België

De door de Duitse overheid doorgevoerde benoemingen in aparte Vlaamse en Waalse administraties blijven elkaar opvolgen.

De Brusselse atheneumleraar Jozef Haller von Ziegesar is benoemd tot ‘algemeen bestuurder’ (directeur-generaal) van Schone Kunsten in het Vlaams Ministerie van Wetenschappen en Kunsten. Deze Vlaamse adoptiezoon van een Duitse baron is een zeer pro-Duitse activist en lid van de Raad van Vlaanderen.

In dezelfde afdeling Schone Kunsten is de letterkundige Raf Verhulst tot directeur benoemd. Hij is hoofdredacteur van het activistische blad ‘Het Vlaamsche Nieuws’.

De volksdichter René De Clercq zou conservator worden van het Wiertzmuseum in Brussel, een erefunctie die Hendrik Conscience nog heeft bekleed. Dat is opvallend daar De Clercq tot nu toe in Nederland verbleef en geen activist was.

De dichter van ‘Hemelhuis’ en ‘Tineke van Heule’ was bij de Duitse inval naar Nederland gevlucht en gaf les aan een Belgische school in Amsterdam. Hij was aanvankelijk zeer patriottisch maar nam ontslag als leraar nadat hij in aanvaring met de Belgische regering was gekomen. Zo had hij koning Albert openlijk opgeroepen een pro-Vlaams standpunt in te nemen.

Van links naar rechts: Raf Verhulst, René De Clercq en Jozef Haller von Ziegesar

René De Clercq die zegt “noch Waal noch Pruis” te zijn, begon vanaf dan Vlaamse strijdliederen te schrijven en Groot-Nederlandse standpunten in te nemen.

De vorige directeur-generaal van Schone Kunsten, de Franstalige letterkundige en kunstkenner Ernest Verlant, heeft geweigerd zijn ambt verder te zetten in het Waalse ministerie in Namen. Hij is zopas gearresteerd in de Antwerpse Kempen toen hij probeerde met valse papieren de Nederlandse grens over te steken.

Samen met hem is een andere ambtenaar opgepakt. Deze is de broer van pater Georges Rutten, de bekende secretaris-generaal van de christelijke vakbonden. Pater Rutten werd de dag daarop gearresteerd in de Brusselse dominicanenkerk, toen hij de mis aan het lezen was. Hij werd in miskledij naar een Duits politiebureau gebracht, ondervraagd en na een halve dag vrijgelaten.

Triomftocht

De Amerikaanse generaal Pershing is op 14 juni in Parijs aangekomen. Zoals op de foto's te zien is, is hij er door duizenden mensen triomfantelijk onthaald.

Zeppelin boven Engeland neergehaald

In Engeland,bij het dorp Theberton, in de omgeving van Suffolk, is op 17 juni, vroeg in de ochtend, een Zeppelin neergehaald. De L48 was op de terugweg na een bombardement op Harwich.

Grote zoeklichten konden het luchtschip localiseren en het werd door verschillende vliegtuigen aangevallen.

16 van de 19 bemanningsleden zijn omgekomen. Ze zijn begraven bij de kerk van Theberton.

(Naschrift: dit was de allerlaatste keer dat boven Engeland een Zeppelin is neergehaald)

Meest gelezen