10 tot 16 mei 1917: Franse opperbevelhebber moet opstappen

De Franse opperbevelhebber Nivelle moet opstappen, ruk naar links in Rusland, Oostenrijks-Hongaarse zege op zee, de Duitsers splitsen bezet België, grote stakingen in Engeland,...

Generaal Robert Nivelle is ontslagen als opperbevelhebber van de Franse legers aan het westelijk front. Hij wordt vervangen door generaal Philippe Pétain.

Nivelles ontslag volgt een maand na het begin van zijn groot offensief aan de Aisne. Zijn positie werd onhoudbaar toen bleek dat dit offensief niet tot de gehoopte doorbraak leidde, hoewel niemand van een mislukking durft te spreken. Voor minister van Oorlog Painlevé was de maat vol.

Nivelle is nog geen half jaar opperbevelhebber geweest.

Links Robert Nivelle, rechts Philippe Pétain

Van zijn opvolger Pétain is bekend dat hij kritisch staat tegenover zware offensieven en de verliezen wil beperken. Hij had al eerder gezegd dat de oorlog zal worden gewonnen door het kamp dat het minst uitgeput raakt. Deze opvattingen maken hem niet geliefd bij zijn collega’s, en evenmin bij politici die hopen op een snelle overwinning.

Pétain, de zoon van een eenvoudige boer, is met zijn 61 jaar enkele maanden ouder als Nivelle. Beide generaals begonnen de oorlog als kolonel.

Aan de Chemin des Dames duurt de strijd intussen voort, vooral ten oosten van het dorp Craonne.

Generaal Pétain in gesprek met Franse soldaten

Russische regering doet ruk naar links

Amper twee maanden na haar installatie is de voorlopige regering van Rusland al ingrijpend gewijzigd.

Voor het eerst nemen socialisten volwaardig aan de regering deel. Ze krijgen 6 van de 15 ministers. Daarmee veranderen de gematigde socialistische partijen (socialisten-revolutionairen, mensjewieken en volkssocialisten) van koers. Tot nu toe wilden ze de regering aan burgerlijke partijen overlaten.

De leider van de socialisten-revolutionairen, Viktor Tsjernov, wordt minister van Landbouw. Een cruciale post, want zijn partij heeft veel aanhang bij de boeren, die steeds harder aandringen op een grote landhervorming.

De vooraanstaande Georgische mensjewiek Irakli Tsereteli wordt minister van Posterijen en Telegrafie.

Anderzijds stapt de leider van de liberale “kadetten”, Pavel Miljoekov, op als minister van Buitenlandse Zaken. Zijn positie was onhoudbaar geworden nadat er vorige week zwaar tegen hem was betoogd. De kadetten blijven wel aan de regering deelnemen.

Pavel Miljoekov, in de karikatuur voorgesteld als de erfgenaam van het oude, tsaristische regime. Het feit dat hij de oude oorlogsdoelstellingen, ook het veroveren van nieuw grondgebied, zoals de Turkse hoofdstad Constantinopel, bleef verdedigen, zorgde voor een storm van kritiek.

Ook minister van Oorlog en Marine Aleksandr Goetsjkov verlaat de regering. Hij is de leider van de conservatief-liberale “oktobristen”.
Goetsjkov, de man die de tsaar zijn troonsafstand deed tekenen, stond aan de kant van Miljoekov. Hij was het ook niet eens met de erkenning van “soldatenrechten” in het leger.

De partijloze grootindustrieel Michail Teresjtsjenko wordt de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. Aleksandr Kerenski, tot nu toe de enige socialistische minister, neemt de portefeuille van Oorlog over.
Vorst Lvov blijft minister-president. Met figuren als Tsjernov, Tsereteli en Teresjtsjenko lijkt de regering te zijn versterkt en op een ruimere basis te steunen.

De wijzigingen kwamen er nadat de sovjet van Petrograd deels inging op de eisen van de betogers om een “arbeidersregering” te vormen.

Tegelijk is generaal Lavr Kornilov opgestapt als militair bevelhebber van Petrograd. Kornilov is teleurgesteld dat hij geen toestemming kreeg de rellen de kop in te drukken. Hij keert naar het front terug.

Betoging door verminkte soldaten in Petrograd, vóór het verderzetten van de oorlog, begin mei 1917

Nieuw Italiaans offensief in de Karst

De Italianen hebben een nieuw offensief ingezet aan het Isonzo-front, het tiende in nog geen twee jaar! De vorige slag aan de Isonzo dateert van zeven maanden geleden.

De drie vorige offensieven waren alle geconcentreerd rond de eerder veroverde Oostenrijkse stad Gorizia (Görz), zonder veel resultaten. Met dit nieuwe, veel grotere offensief, wordt opnieuw gevochten op een breed front in de Karst, het hoogplateau tussen Gorizia en de havenstad Triëst.

De Italianen wisten de toppen van de Monte Kuke en de Monte Vodice te veroveren, en kwamen tot aan de helling van de Monte Santo di Gorizia (Sveta Gora).

Oostenrijkse brancardiers brengen een gewonde kameraad naar een verbandpost

Een zware aanval op Tolmino (Tolmin), een dorp ten noorden van Gorizia, eindigde in een bloedbad.

Enkele dagen voor het begin van het offensief voerden Italiaanse vliegtuigen een zware aanval uit op het wijndorp Prosecco, ten noorden van Triëst, waar een Oostenrijks-Hongaarse vliegbasis is gevestigd.

Een grote groep Italiaanse krijgsgevangenen wordt afgevoerd

Zeegevecht in de Straat van Otranto

In ochtend van 15 mei hebben Oostenrijks-Hongaarse oorlogsschepen een aanval ingezet op de “Versperring van Otranto”.

De Straat van Otranto, tussen Italië en Albanië, wordt door de Geallieerden afgesloten. Daarmee willen ze voorkomen dat er Oostenrijks-Hongaarse en Duitse onderzeeërs vanuit de Oostenrijkse havens aan de Adriatische Zee doordringen tot in de Middellandse Zee.

De versperringen bestaan vooral uit groepen “drijfnetters”, Britse vissersboten die met lange netten in de 75 km brede zeestraat rondvaren. Onderzeeërs kunnen in de netten vastlopen. Meer dan honderd van die boten, die normaal op haring jagen, werden speciaal daarvoor uit Engelse havens overgebracht. Ze worden beschermd door Italiaanse, Britse en Franse oorlogsschepen.

Drie kruisers, vier destroyers en drie onderzeeërs van de Keizerlijke en Koninklijke Marine voerden de aanval uit. Ze stonden onder bevel van kapitein-ter-zee Miklós Horthy. De masten van de schepen waren gewijzigd om er als Italiaanse oorlogsschepen uit te zien.

Kapitein Horthy, in het midden, op de brug van de Novara, en, gewond op het dek, na de slag. 

Nog voor het krieken van de dag werden twee Italiaanse escorteschepen gekelderd, waarna de aanval op de drijfnetters volgde. De bemanning kreeg de tijd om de boten te verlaten alvorens het vuur werd geopend. Eén vissersboot verdedigde zich met een kanon.

Kort daarop kwamen de Geallieerde schepen vanuit naburige havens (Brindisi, Korfoe…) ter hulp. Er ontstond een korte maar hevige zeeslag. De Geallieerde schepen waren in de minderheid en trokken zich terug toen een Oostenrijks-Hongaarse pantserkruiser in de buurt kwam.

In totaal wisten de Oostenrijks-Hongaarse schepen 14 vissersboten te doen zinken en 4 te beschadigen. Een Franse en een Italiaanse destroyer gingen verloren, net als een paar hulpschepen. Langs Oostenrijks-Hongaarse kant werden twee schepen beschadigd.

De kruiser Novara, het schip van kapitein Horthy, werd zwaar getroffen door de kanonnen van de Britse kruiser Dartmouth. De machines werden vernietigd en de Novara kon zich niet meer verplaatsen, maar werd door een zusterschip op sleeptouw genomen. Horthy zelf raakte ernstig gewond.

De beschadigde Dartmouth werd vlak na de zeeslag nog door een torpedo getroffen. Het schip zonk net niet, maar moest worden verlaten.

Begin juni kwam de Oostenrijks-Hongaarse keizer Karel de bemanning van de Novarra persoonlijk feliciteren in de haven van Pola.

Naschrift. Deze aanval was de grootste operatie van de Oostenrijks-Hongaarse oorlogsvloot in de oorlog. Kapitein Miklós Horthy, de held van de dag, werd op het einde van de oorlog admiraal en zou nadien 24 jaar lang staatshoofd van Hongarije zijn… een land zonder toegang tot de zee.

Splitsing Belgische ministeries

In het Wet- en Verordeningsblad voor de bezette streken van België verschijnen een aantal Duitse verordeningen die aparte ministeries oprichten in Brussel (voor Vlaanderen) en Namen (voor Wallonië).

Drie departementen worden gesplitst : het ministerie van Openbare Werken en Landbouw, dat van Wetenschappen en Kunsten (i.e. onderwijs) en dat van Nijverheid en Arbeid. De ministeries in Brussel zijn bevoegd voor de Vlaamse provincies (waar ook Brussel zelf deel van uitmaakt), die in Namen voor de Waalse (met inbegrip van Waals-Brabant, dat bij Henegouwen is gevoegd).

In de praktijk is het allemaal niet zo simpel. Zo worden enkele Waalse gemeenten aan de taalgrens, zoals in de Voerstreek en de streek van Edingen, afhankelijk van het Vlaamse ministerie van Kunsten en Wetenschappen. Het hele Zoniënwoud – ook het Waalse deel – valt onder Landbouw en Openbare Werken in Brussel. Ook de kassen van weduwen en wezen van de ministeries blijven voorlopig in Brussel.

In de praktijk zullen tientallen ambtenaren naar Namen moeten verhuizen.

Voor veel functies in de ministeries in Brussel worden Vlaamse activisten benoemd. Zo wordt Emiel Ver Hees, een lid van de Raad van Vlaanderen, de nieuwe secretaris-generaal van Nijverheid en Arbeid.

Emiel Ver Hees (in het midden) was lid van de delegatie van de Raad van Vlaanderen die in maart 1917 Berlijn bezocht

Stakingen in Engeland

De laatste weken is het aantal stakingen in Groot-Brittannië sterk toegenomen.

De meest spectaculaire staking is die van het Londense autobuspersoneel. Op 13 mei reden er maar 20 van de 1.900 bussen in de hoofdstad. Oorzaak is de weigering van de busmaatschappij om een vakbond te erkennen. De staking is intussen opgeschort terwijl er onderhandeld wordt.

De invloedrijke bond van technici houdt een staking waar zo’n 200.000 arbeiders in 48 steden aan deelnemen. Die kwam er na berichten dat er binnenkort minder geschoolde arbeiders zullen worden vrijgesteld van militaire dienst.

Ongetwijfeld speelt de ontevredenheid over de duur van de oorlog en het gebrek aan voedsel mee in de stakingen. Wellicht speelt de invloed van de Russische revolutie een rol.

Twee jaar geleden wilde de Britse regering stakingen verbieden, maar zag daarvan af in ruil voor samenwerking met de vakbonden en de Labourpartij.

De Britse kranten doen hun best om de stakingen de minimaliseren en er “positief” nieuws over te geven, zoals berichten over arbeiders die uit patriottisme weigeren te staken of opnieuw aan het werk gaan.

Zoals in veel beroepen werden ook op de Londense bussen tijdens de oorlog meer en meer vrouwen actief. Hier poseert een groep nieuwe recruten bij hun voertuigen.

Franse delegatie in Canada

De Franse delegatie, die de voorbije week de Verenigde Staten bezocht, is intussen aangekomen in Canada. De Franse minister van Justie Viviani, heeft in Ottawa de beide huizen van het Canadese parlement toegesproken.

Op de foto schouwt maarschalk Joffre, de ster van de Franse delegatie, troepen in Montréal.

Voor hun vertrek naar Canada waren de Fransen nog aanwezig in New York, bij de plechtige onthulling van een monument voor Lafayette in Prospekt Park in Brooklyn.

De Franse markies de Lafayette werd beroemd door zijn rol als generaal in de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd.

Meest gelezen