4 tot 10 januari 1917: Entente negatief over Amerikaans vredesinitiatief

Opnieuw is er een regeringscrisis in Rusland, de Britten boeken enkele successen in het Midden-Oosten, en de Geallieerde regeringen en België hebben scherp geantwoord op de vredesnota van de Amerikaanse president Wilson.

De Geallieerden zeggen vrede te willen, maar aanvaarden niet dat Wilson henzelf en hun tegenstanders, de Centrale Mogendheden, op gelijke voet behandelt. Ze wijzen erop dat Duitsland en Oostenrijk-Hongarije de oorlog begonnen zijn en andere landen brutaal zijn binnengevallen.

De Geallieerde tekst somt een hele reeks wreedheden op die de Centralen hebben begaan, van de massamoord op de Armeniërs, over de raids van Zeppelins op onverdedigde steden, tot "de gerechtelijke moord op Miss Cavell en kapitein Fryatt" en de deportatie van dwangarbeiders.

De Geallieerden eisen dat alle bezette landen worden ontruimd, ook het Russische deel van Polen (dat door de Centralen "onafhankelijk" werd verklaard).

Bovendien willen ze teruggave van "gebieden die vroeger met geweld werden ontnomen" (bedoeld wordt dat Elzas-Lotharingen opnieuw Frans moet worden), voorts de "bevrijding van Italianen, Slaven, Roemenen en Tsjecho-Slovaken van vreemde overheersing" (van Oostenrijk-Hongarije) en de vrijmaking van de volkeren die onderworpen zijn aan de "bloedige tirannie van de Turken".

De Amerikaanse president Wilson met de vredesduif op zoek naar gelijkgestemde zielen (Punch, 1917, archive.org )

De Belgische regering heeft een apart antwoord naar Wilson gestuurd. Daarin staat dat België, als slachtoffer van de Duitse agressie, zich achter de eisen van de Entente stelt. Voorts worden de Amerikanen bedankt voor de vele hulp aan de Belgische bevolking.

Het afzonderlijke Belgische antwoord is voorafgegaan door zwaar overleg met Britten en Fransen. Enkele Belgische ministers zijn hiervoor naar Parijs geweest voor overleg met president Poincaré, en een hoge Franse diplomaat ging koning Albert in De Panne opzoeken.

In The Times schrijft de Belgische socialistische leider en minister Emile Vandervelde dat "De ongelooflijk brutale slavenhandel die de Duitsers nu in België voeren (…) alleen gediend heeft om de afkeer van mijn landgenoten te vergroten voor een door Berlijn opgelegde vrede".

John Bull (Groot-Brittanië) en Uncle Sam vinden de voorstellen van Wilson erg onduidelijk, misschien kan een gedachtenlezer meer duidelijkheid brengen (Punch, 1917, archive.org)

Opnieuw regeringscrisis in Rusland

Tien dagen na de moord op Raspoetin heeft de Russische premier Aleksandr Trepov ontslag genomen.

Trepov stond bekend als een vijand van Raspoetin en wilde zijn invloed beperken. Daarom werd hij gehaat door keizerin Alexandra.

De vermoedelijke moordenaars van Raspoetin, prins Joesoepov, grootvorst Dmitri - beiden verwanten van de tsaar - en parlementslid Poerisjkevitsj werden door Trepov persoonlijk verhoord. Blijkbaar durft de tsaar hen niet te straffen, omdat bijna iedereen opgelucht is dat Raspoetin dood is.

Ook minister van Justitie Aleksandr Makarov stapt in dat verband op.

Van links naar rechts: Trepov, Golitsyn en Protopopov

Trepov wordt opgevolgd door prins Nikolaj Dimitrijevitsj Golitsyn, een hoge ambtenaar die belast was met het lot van de krijgsgevangenen. Golitsyn zou eerst hebben geweigerd, maar door tsaar Nicolaas vrijwel zijn gedwongen zijn ambt te aanvaarden.

Zowel Trepov als zijn opvolger eisten het ontslag van de omstreden minister van Binnenlandse Zaken Protopopov, een gunsteling van Raspoetin. Maar de tsaar wil daarvan niet weten.

Russisch slagschip gezonken

Op de Middellandse Zee is het Russische slagschip "Peresvet" gezonken.

Het 132 meter lange schip had juist de Egyptische havenstad Port Said verlaten, toen het door twee mijnen werd getroffen. De kapitein dacht dat Duitse U-boten aanvielen en liet de kanonnen vuren.

In iets meer dan een kwartier zonk het schip. Van de 550 man aan boord konden de meesten door Franse en Russische schepen worden gered. Meer dan honderd overleden er aan verdrinking of onderkoeling.

De twintig jaar oude "Peresvet" was nog maar korte tijd weer in Russische dienst. Het slagschip was in 1905, tijdens de Russisch-Japanse oorlog, in Japanse handen gevallen en vervolgens door de Japanse marine gebruikt.

In maart 1916 kocht Rusland het terug, maar kort daarna strandde het in de mist. Het was pas hersteld en van het Verre Oosten naar de Middellandse Zee gereisd.

De Peresvet als Japans slagschip

Front in Roemenië stabiliseert

De laatste Roemeense en Russische troepen hebben zich op 6 januari teruggetrokken uit de Dobroedzja.

De dag ervoor was de belangrijke havenstad Braila aan de Donau in Duitse handen gevallen. De Centralen controleren nu het hele zuiden van Roemenië.

De Roemenen en hun Russische bondgenoten hebben nu posities ingenomen achter een verdedigingslijn gevormd door de benedenloop van de Donau, zijn bijrivier de Siret en de noordelijke Karpaten. Daar lijken ze stand te houden, hoewel er van beide zijden nog aanvallen en tegenaanvallen gebeuren.

Een Duits 'Landsturm' bataljon aan de Donau

De spectaculaire opmars van de Centrale legers is echter stilgevallen. Doordat ze zo diep op Roemeens grondgebied zijn doorgedrongen, is hun bevoorrading steeds lastiger geworden.

Bovendien hebben de Russen intussen veel noordelijker, aan het Balticum, een aanval ontketend, en wel aan de Aa (of Lielupe), een rivier in Koerland, ten westen van Riga. Dit kan de Duitsers verplichten troepen weg te halen uit Roemenië.

Roemeense krijgsgevangenen worden afgevoerd door Oostenrijks-Hongaarse troepen

Britse successen in het Midden-Oosten

De Britten zijn erin geslaagd het Turkse leger uit de Sinaï te verdrijven.

Op 9 januari voerden Britse, Australische en Nieuw-Zeelandse troepen een succesvolle aanval uit op het Turkse garnizoen bij Rafah. Rafah ligt op de grens van de Sinaï (dat tot Egypte behoort) en Palestina.

Na zware gevechten werd de vesting veroverd. Van de 2.000 Turkse soldaten werden er 200 gedood en bijna 1.500 gevangengenomen. De gevechten gingen gepaard met Britse luchtaanvallen, waarbij Duitse vliegtuigen tegenaanvallen uitvoerden.

Rafah was de laatste Turkse vesting op Egyptisch gebied. De aanval was mogelijk door de aanleg van een spoorlijn die het naburige El-Arish met het Suezkanaal verbond.

Aanleg van de spoorweg in de Sinaï

In Mesopotamië is een Britse legermacht opgerukt tot vlak bij Koet al-Amara, de stad aan de Tigris waar de Britten een half jaar eerder een zware nederlaag leden.

Het Britse offensief tegen Koet is er pas gekomen nadat de Britten hun voorzieningen in het zuiden van Mesopotamië hadden verbeterd. De haven van Basra werd versterkt, wegen werden verbeterd en er werd zelfs een spoorweg aangelegd.

Deze karikatuur herinnert aan de pijnlijke Britse nederlaag bij Koet: Turkije, "de zieke man van Europa" als leeuwentemmer

Geallieerde conferentie in Rome

In Rome hebben de vier grote mogendheden van de Entente (Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Rusland) een tweedaagse conferentie gehouden.

Daarop was de nieuwe Britse premier David Lloyd George aanwezig, evenals zijn Franse ambtgenoot Aristide Briand.

Er is gesproken over de ingewikkelde toestand in Griekenland, maar grote beslissingen zijn er niet genomen.

Links Lloyd George, rechts Briand en in het midden de conferentiezaal in Rome ( Le Pays de France, januari 1917)

Kolentekort

In Frankrijk wordt het verkeer per trein beperkt. Dit in verband met een toenemend tekort aan steenkool.

Duitsland, dat zelf grote steenkoolvoorraden heeft, controleert immers de belangrijke kolenmijnen van Noord-Frankrijk en België.

Ook elders laat het kolentekort zich voelen. Het neutrale Zwitserland gaat zowel het verkeer van de treinen als dat van de stoomboten op de Zwitserse meren verminderen.

Het kolentekort en de vredesinitiatieven inspireren tekenaar Albert Guillaume:

-Al die vredesvoorstellen doen het mij warm krijgen!

-Wel, mijnheer, dan hoef ik het vuur niet aan te steken en kunnen we kolen besparen.

(Le Pays de France, februari1917)

Generaal Wielemans overleden

Luitenant-generaal Félix Wielemans, de chef van de Belgische generale staf, is overleden. Hij was bijna 64 jaar oud.

De generaal overleed onverwacht in het grensdorp Houtem, waar het groot hoofdkwartier van het Belgische leger is gevestigd. Hij zou in de loopgraven een longontsteking hebben opgelopen.

Bij het begin van de oorlog was kolonel Wielemans kabinetschef van minister van Oorlog de Broqueville. In september 1914, toen koning Albert zich van een aantal generaals ontdeed, werd hij adjunct-chef van de generale staf en daarmee feitelijk ook stafchef, want die post was onbezet tot Wielemans in 1915 volwaardig chef werd.

Koning Albert woonde de begrafenis in Houtem bij (Albums Valois, BDIC)

Als vertrouweling van de Broqueville en vriend van Alberts militaire adviseur, generaal Jungbluth, gold de verzoenende generaal Wielemans als de ideale contactpersoon tussen de koning, de regering en de legerleiding.

Wielemans vertegenwoordigde België op een aantal conferenties van de Geallieerden, zoals die van Parijs in maart 1916.

De generaal wordt op het kerkhof van Houtem begraven.

Wielemans wordt opgevolgd door luitenant-generaal Louis Ruquoy (55) Hij was commandant van de 5e legerdivisie.

La Baïonnette

La Baïonnette was een Frans "satirisch" tijdschrift, opgericht begin 1915, dat zich in de eerste plaats op de Franse soldaten richtte. Het verscheen tot april 1920.

Links, "De Duitse vrede", rechts, het gedroomde nieuwjaarsgeschenk voor Frankrijk in 1917: vrede én de overwinning

Meest gelezen