Eerherstel voor vergeten Belgische begraafplaats in Noord-Frankrijk

Tot er het voorbije weekend een infobord werd geplaatst, was de Belgische begraafplaats van Neuville-sous-Montreuil bijna vergeten. 603 Belgische burgers liggen er nog altijd, maar alleen nog een kleine verhoging in een weide, waar ooit een groot kruis stond, herinnert er aan dat meer dan 100 jaar geleden hier een begraafplaats werd aangelegd.

De abdij in Neuville werd gesticht in 1324 door de Kartuizerorde. Bij de Franse Revolutie werd ze aangeslagen, als nationaal goed, en raakte in verval. De Kartuizers kregen hun eigendom terug in 1870 en bouwden het opnieuw op. In 1901 moesten de monniken het gebouw definitief opgeven door de Franse wet op de scheiding tussen kerk en staat.

Het complex verloor zijn religieuze functie, in 1907 werd de abdij een sanatorium. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog deed het dienst als Frans militair hospitaal.

In april 1915 stelden de Fransen de ‘Chartreuse’ ter beschikking van de Belgische regering, die er een groot hospitaal in onder bracht. Niet alleen zieken verbleven er, maar ook vluchtelingen, vooral uit de Westhoek, en een grote schoolkolonie, met vooral wezen of kinderen die gescheiden waren van hun ouders, vonden er een onderkomen.

Patiënten en verzorgers in de refter van de abdij

Beginfoto: de Belgische begraafplaats in Neuville-sous-Montreuil tussen de twee wereldoorlogen

De abdij werd een klein Belgisch dorp waar tijdens de oorlogsjaren gemiddeld 700 tot 1.000 mensen verbleven. Alles samen werkten er een honderdtal mensen, dokters, verpleegsters en werklieden.

Er was een eigen bakker, klompenmaker, schrijnwerker, kruidenier, naaiatelier. Belgische kloosterzusters gaven er onderwijs.

Van de meer dan 5.000 Belgische vluchtelingen die in Neuville-sous-Montreuil verbleven stierf ongeveer 1/10e tussen april 1915 en april 1919. Vooral tyfus was de doodsoorzaak, en ook verwondingen door het oorlogsgeweld, ouderdom (veel van de vluchtelingen waren bejaarden) en , in het laatste oorlogsjaar, de Spaanse griep.

Jonge patiënten in de 'Chartreuse, duidelijk slachtoffertjes van het oorlogsgeweld

In een weide op wandelafstand van de ‘Chartreuse’ werd een begraafplaats ingericht. 603 Belgen kregen er een laatste rustplaats.

Maar de eigenaar van de weide werd nooit vergoed en hij ging zijn terrein opnieuw gebruiken. Hij verwijderde de houten kruisen op de graven.

Tegen 1950 was er van de Belgische begraafplaats bijna niets meer te zien. Alleen een verhoging waar een groot kruis op stond doet nog vermoeden dat hier mensen begraven liggen.

Sporen  van de Belgische aanwezigheid in de abdij: door gasten in de muur gekerfde Duitse soldatenkoppen

In augustus 2014 deed een Franse vrouw, Annick Lefranc, die lang als gids werkte in de ‘Chartreuse’, een oproep om de Belgische begraafplaats van Neuville-sous-Montreuil te redden van de vergetelheid.

Die oproep vond gehoor in België bij het Westhoekoverleg, een samenwerkingsverband tussen de gemeenten van de Westhoek.

Het grootste aantal van de 603 Belgen die in Neuville begraven liggen waren afkomstig uit de Westhoek.

De onthulling van een van de infoborden in Neuville-sous-Montreuil, de begraafplaats ligt in de weide achter de gasten.

Met de steun van de provincie West-Vlaanderen en de lokale overheid zijn het voorbije weekend enkele infoborden onthuld bij de vergeten begraafplaats.

De plechtigheid werd bijgewoond door familieleden van de begravenen, en een uitgebreide delegatie van het Westhoekoverleg bestaande uit Wout Cornette (schepen Lo-Reninge), Christof Dejaegher (Burgemeester Poperinge), , Marc Lewyllie (Burgemeester Heuvelland), Toon Vancoillie (Burgemeester Kortemark), Ann Vansteenkiste (Burgemeester Houthulst), Jef Verschoore (Schepen Ieper) en Paul Breyne (Commissaris-generaal voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog).

Er zijn ook plannen om hier een monument op te richten, maar het is nog niet zeker of dat gerealiseerd zal worden.

De ‘Chartreuse van Neuville-sous-Montreuil’ wordt beheerd en gerestaureerd door een stichting waarin overheden en particulieren samenwerken. Het indrukwekkende abdij-complex kan bezocht worden van begin april tot begin november, alle dagen, behalve maandag, van 11 tot 18 uur.

Tot begin november 2018 is in de abdij ook de tentoonstelling 'Toen de Chartreuse Belgisch was' te zien.

De weide met de Belgische graven ligt rechts van een kleine begraafplaats van het Britse Gemenebest, waar 28 Indische militairen liggen

In de kapel van de Chartreuse werden 603 kaarsjes ontstoken, één voor elk van de Belgen die hier stierven

Een klasje, het laboratorium van het ziekenhuis en medisch onderzoek van baby's in de abdij

Meest gelezen