Een oorlogsmonument op papier

"De Geschreven Oorlog" is een monumentaal boek, 1.024 bladzijden dik, maar dat in kleine stukjes, beetje voor beetje, verkend kan en moet worden. Met fragmenten van bijna 365 getuigen van de Grote Oorlog, grote schrijvers en nobele onbekenden, vriend en vijand, chronologisch gerangschikt, telkens uitgebreid ingeleid en in context geplaatst. Mede-samensteller Piet Chielens, conservator van het In Flanders Field Museum in Ieper, legt uit waarom dit monument van papier, en de bijbehorende tentoonstelling, gemaakt moest worden.

De idee voor het boek "De Geschreven Oorlog" ontstond ruim dertig jaar geleden toen ik The War Poems van Siegfried Sassoon kocht, het was 1984 of 1985. De dieren spraken niet meer, net, maar de veteranen van de Eerste Wereldoorlog wel nog.

Ik kende in mijn cliënteel van zelfstandig bankagent zo’n 17 belangrijke getuigen uit die generatie, veteranen en kinderen uit de oorlog, schooljongens en –meisjes en jonge vrouwen die veel te oude verhalen voor hun toen jonge lijven hadden te vertellen, aan hun bankier – die zorgde voor hun centen en die zij dus hun oorlog toevertrouwden.

Door die getuigen bezocht ik als vanzelf opnieuw de militaire begraafplaatsen uit mijn kindertijd op. Alleen al in mijn dorp lagen er 1500 soldaten begraven, en nog vele tientallen duizenden daarbuiten, de meeste(n) van het Commonwealth, die ik bezocht en bleef bezoeken tot ik naar kostschool vertrok en vervolgens naar de unief.

Belgische militairen bij de graven van gevallen kameraden (Collectie Egide Wouters)

Beginfoto: Franse militairen in de leeszaal van een soldatenhome in Parijs ( Albums Valois, BDIC)

Ruim vijftien jaar later, niet zolang nadat ik naar de Westhoek was teruggekeerd, kwam dan die verwaande jonker Siegfried Sassoon op mijn pad.

Zijn woorden lazen alsof ze opstegen uit die graven, alsof ze van die witte stenen mannen maakten, jong, vol branie én vol leven: “Good God!” he laughed, and slowly filled his pipe, / Wondering, “why he always talks such tripe”. (Goeie god, lachte hij, stopte zijn pijp en vroeg zich af waarom hij toch altijd praatte als een ‘pansj’ – uit: A Subaltern).

De graven hadden ineens stemmen, en de stemmen stonden bij elkaar in plekken.

Daarna kwam John McCrae, waarvan mij de bunker werd getoond, waar hij – zo werd verondersteld - in één ruk zijn gedicht “In Flanders Fields” had geschreven.

Nog korte tijd later ontdekte ik dat jonge konijn Edmund Blunden (rabbit was zijn bijnaam in het bataljon), die anderhalf jaar lang had rondgedwaald aan het front bij Ieper en dat in al zijn boeken sindsdien was blijven doen. Hem kwam je hier op zowat elke straathoek tegen.

Sassoon, McCrae, Blunden, weldra ook een handjevol anderen, waaronder Fransen. Mijn bibliotheek werd steeds groter.Ooit moesten al die wijzers van over de hele wereld naar hier, naar dat oude frontlandschap, toch eens gebundeld worden, in een boek.

Soldaten van het Britse North County-regiment in een loopgraaf in de buurt van Geluveld, 1917 ( Albums Valois, BDIC )

Ik schreef een gidsje voor Poperinge, met mijn broer Wim vervolgens een brievenboek (De Troost van Schoonheid, 1996, 2014) en kwam dan hier in het In Flanders Fields Museum to be terecht, deze maand exact twintig jaar geleden.

Van Blunden vond ik hier in de vakbibliotheek een exemplaar van zijn Undertones of War – zijn Oorlogsgedruis – (te zien in de tentoonstelling) dat voorzien was van een eenvoudige maar galante opdracht geschreven in 1968, 40 jaar nadat zijn boek was uitgekomen, en die gericht was aan de eerste vader van het Ieperse ‘oorlogsmuseum’:

'In dit deel uit de rekken van dr. Alfred Caenepeel in Ieper, waar de enorme studie van de Eerste Wereldoorlog en de geschiedenis van de regio zo gevarieerd worden getoond, schrijft de auteur blij en dankbaar zijn naam,  Edmund Blunden  28 okt.1965'

Toen ik dat las wist ik dat ik dit boek ooit eens wilde tonen aan een groot publiek. De idee voor de tentoonstelling, die hoort bij het boek 'De Geschreven Oorlog', is ongeveer zo oud.

Britten verzorgen Duitse krijgsgevangenen, Potijze bij Ieper, september 1917 ( Albums Valois, BDIC)

Maar Edmund Blunden inspireert ons al ruim tien jaar voor andere tentoonstellingen, die van het landschap als laatste getuige.

Blunden toonde ons immers die hoeken van alle straten, die oorlogsnamen voor elk veld in deze frontstreek, die alle terugwezen naar de geschiedenis die zich hier tussen 1914 en 1918 had afgespeeld.

Hij schreef dat het voldoende was om “terug door het landschap te gaan”, “I must go over the ground again”, om terug in zijn schoenen te staan en te weten wat hem en zijn generatie was overkomen en had bezield.

De anthologie De Geschreven Oorlog probeert dat in de eerste plaats. Maar dan lang niet alleen aan de hand van veel Britse en een handjevol Franse stemmen.

In deze anthologie komen stemmen van hier en van overal, 350 teksten lang, vertaald uit zes talen, en vanuit een dozijn landen.

Teksten van conformisten en non-conformisten, optimisten en pessimisten, geliefden en verliefden, vaders en zonen, moeders en dochters, ijzervreters en defaitisten, bekenden en onbekenden, deserteurs, angsthazen en haantjes-de-voorste, schrijvers en schilders, dichters en zangers, grijze muizen en zonderlingen, goedpraters van de oorlog en integrale pacifisten…

Teksten die ons allemaal aanzetten om na te denken over hoe oorlog en vrede ons ook nu nog dagelijks dwingt om stelling te nemen.

Belgische militairen in rust achter het IJzerfront, enkelen met brief, boek of krant ( Collectie Egide Wouters )

Het is ontstellend hoe vaak teksten van toen ons aan vandaag doen denken.

Deze publicatie wordt (daarom) door inleider Erwin Mortier een gebeurtenis genoemd, door onze uitgever een once in a lifetime. Ik zal u meer zeggen, dit boek heeft mijn lifetime allang overstegen.

Alleen, hoewel ik het helemaal bedacht en jaren in me droeg, alleen had ik dit boek nooit kunnen schrijven. Daarvoor pleegt onze algemene omgang hier in Vlaanderen met cultuur en met culturele instellingen teveel roofbouw op zijn structuren en zijn medewerkers.

Daarom had ik zo’n boek nooit kunnen maken zonder de hulp van vrienden/medewerkers van het IFFM, die allen in hetzelfde schuitje zitten, en dus net als ik dit boek voor het overgrote deel in hun vrije tijd hebben geschreven.

Ik dank in het bijzonder Pieter Trogh die een ongelooflijke aanvulling bezorgde op waar ik zovele jaren mee bezig was, die vanuit zijn eigen grote belezenheid en zijn historisch inzicht het evenwicht aanbracht tussen literatuur en egodocumenten.

Ik dank Dries Chaerle die in zijn zoektochten voor de onvolprezen Berichten aan de Bevolking en andere vertelconcerten, nog meer uitzonderlijke getuigen aanvoerde.

En ik dank Annick Vandenbilcke die kostbare getuigenissen vond in het domein van vluchtelingen, in het bijzonder dat van de niet-begeleide minderjarigen zoals ze nu heten, enfants de l’Yser, toen, enfants de misère in alle tijden.

Feestje in een klas van niet begeleide kinderen-vluchtelingen of 'Enfants de l'Yser'  ( Collectie Egide Wouters)

Met diezelfde mensen hebben we deze tentoonstelling gemaakt. Inhoudelijk. Daarnaast en daarna, in de opbouw, met de schare fantastische medewerkers van het museum, en het ontwerpbureau Tijdsbeeld & Piece-Montée.

Het resultaat is een grote verzameling leeshoeken  als in een openbare bibliotheek of betere boekhandel, die de bezoeker uitnodigen om plaats te nemen aan tafeltjes en in zithoeken, EN … om te lezen!

Bijna honderd zitplaatsen,met 28 boekjes, rond 28 thema’s, 13  met teksten die vnl. uit de oorlog zelf zijn voortgekomen en 15 waarbij de literatuur gangmaker was en/of is van ons denken en doen omtrent oorlog en vrede.

In de vitrines zie je allerhande unieke stukjes tekst: brieven, correspondenties, dagboeken, verslagen, artikels, unieke of eerste drukken, gesigneerde exemplaren.

Luisteren kan ook. Bekende stemmen lezen teksten uit de oorlog of van henzelf over de oorlog. Want niet alleen de generatie van de Eerste Wereldoorlog heeft over deze oorlog geschreven, maar ook elke generatie sindsdien, tot op vandaag.

Op de cover van 'De Geschreven Oorlog' het werk The Official Version van de Britse kunstenaar Stephen Hurst, dat ook op de tentoonstelling te zien is.

Hij toont de als voor de eeuwigheid in brons gegoten officiële geschiedenis van de oorlog, naast de verborgen en persoonlijke getuigenissen in reeds half vergane dagboekjes en brieven.

Dit boek en deze tentoonstelling passen in een lang geleden uitgezet plan om de Eerste Wereldoorlog voorgoed cultureel te verankeren in de Westhoek.

Zoals de ontsluiting van de Ieperboog en de historische tentoonstellingen van de eeuwherdenking, de historische gebeurtenissen terugplaatsen in het hedendaagse landschap, en de tentoonstelling over de archeologie van de Eerste Wereldoorlog die we voor 2018 plannen, het archeologisch patrimonium en de archeologische kennis zullen vastklinken, zo willen deze tentoonstelling en dit boek de gedachten en gevoelens van de generatie van de Eerste Wereldoorlog vastzetten zowel in dat landschap als in onze hedendaagse denken over oorlog en vrede.

De Geschreven oorlog. Anthologie van teksten van het front in België 1914-19140. Samenstelling en eindredactie: Piet Chielens, Pieter Trogh, Dries Chaerle en Annick Vandenbilcke. Uitgeverij Manteau/De Bezige Bij

De tentoonstelling ‘De Geschreven Oorlog’ loopt nog tot 8 januari 2017 in het IFF, Ieper.

Meest gelezen