31 augustus tot 6 september 1916: Zeppelins bombarderen Londen

Duitse zeppelins hebben de zwaarste luchtaanval tot nu toe op Londen uitgevoerd. Een Britse piloot is erin geslaagd een zeppelin neer te schieten.

In de nacht van 2 op 3 september heeft Londen de grootste aanval van zeppelins ooit meegemaakt. Liefst zestien Duitse reuzenluchtschepen, de meeste van het nieuwste type, viseerden militaire en industriële doelwitten rond de Britse hoofdstad.

Ze veroorzaakten veel schade, maar relatief weinig slachtoffers: 2 doden en 13 gewonden.

Een Brits militair vliegtuig slaagde er in de duisternis in om op 3.500 meter hoogte een luchtschip te benaderen en met een machinegeweer te beschieten. Het gevaarte vatte vuur en stortte als een enorme brandende toorts neer.

Postkaart met een beeld van de brokstukken van de neergehaalde zeppelin en een foto van de heldhaftige piloot Robinson. Beginfoto: nieuwsgierigen bij een motor van de neergehaalde zeppelin (BnF, Gallica).

Het ging om de 174 m lange SL 11. De zestien bemanningsleden zijn omgekomen. De neergestorte zeppelin maakt een enorme indruk op de Britten. Velen zoeken tussen de brokstukken naar souvenirs. Het is voor het eerst dat een zeppelin door een vliegtuig wordt neergeschoten. Piloot Leefe Robinson is meteen een nationale held.

Onder grote belangstelling worden op 7 september de 16 bemanningsleden van het Duitse luchtschip begraven (BnF, Gallica)

Posters bejubelen het neerhalen van de zeppelin

Tekening uit het Duitse satirische tijdschrift ULK steekt de draak met de Britse bewering dat de zeppelins niet al te veel schade aanrichten.

Roemenen lijden pijnlijke nederlaag

Meteen nadat Roemenië in de oorlog was getreden, zijn de Centrale Mogendheden een aanval op dat land begonnen. Op 1 september verklaarde Bulgarije op zijn beurt de oorlog aan Roemenië. De dag daarop vielen meer dan 50.000 Bulgaren en Duitsers het land binnen.

Ze maken deel uit van de Duits-Bulgaarse legergroep op de Balkan die wordt aangevoerd door de Duitse veldmaarschalk August von Mackensen.

Het invasieleger omsingelde de stad Turtucaia (Bulgaars Tutrakan) aan de Donau. Na een beleg van amper vier dagen wist de Bulgaarse generaal Panseley Kiselov de stad in te nemen.

Bulgaarse troepen bestormen een van de forten rond Tutrakan

Turtucaia ligt in het zuiden van de Dobroedzja, het gebied tussen de benedenloop van de Donau en de Zwarte Zee. Deze streek heeft een zeer gemengde bevolking van Roemenen, Bulgaren, Turken, Zigeuners en Tataren.

Bulgarije bezat aanvankelijk de zuidelijke Dobroedzja, maar moest dit in 1913 aan Roemenië afstaan na zijn nederlaag in de Tweede Balkanoorlog. Sindsdien versterkten de Roemenen Turtucaia, met de hulp van Belgische ingenieurs. Naar het voorbeeld van Luik werd de stad met een fortengordel omringd.

Dode Roemeense soldaten en paarden aan de oever van de Donau. Het stadje Oltenitsja, aan de andere kant van de rivier, is door de Bulgaarse en Duitse artillerie in brand geschoten

De twaalf forten werden echter binnen de 24 uur uitgeschakeld. Liefst 20.000 Roemeense militairen zijn krijgsgevangen gemaakt.

Intussen boeken de Roemenen wel succes bij hun invasie in Transsylvanië (Oostenrijks-Hongarije). Ze hebben Hermannstadt (Sibiu) veroverd.

Op deze militaire begraafplaats nabij Tutrakan rusten meer dan 8.000 soldaten, Roemenen en Bulgaren zij aan zij ( Virtueel Museum Tutrakan). Tutrakan/Turtucaia is sinds de Tweede Wereldoorlog definitief Bulgaars geworden.

Somme: zware gevechten bij Guillemont

Na een aanval van drie dagen zijn de Britten erin geslaagd het dorp Guillemont te veroveren. Guillemont ligt op een plaats waar de Duitse derde linie goed te overschouwen is. De Duitsers hadden er een ware vesting van gemaakt.

In de twee maanden dat het Somme-offensief nu al duurt, was Guillemont meermalen een doelwit. De Duitsers voerden voorafgaande week zware tegenaanvallen uit.

Boven: zicht op het verwoeste Guilemont. Onder: bevoorradingswagens rijden door het dorp ( Albums Valois, BDIC)

De verovering is een gevolg van de gezamenlijke Brits-Franse aanval op een breedte van 30 km, waarbij zes divisies werden ingezet. De Fransen hebben intussen oostelijk daarvan het dorp Bouchavesnes veroverd. Net als Guillemont is er van het dorp maar weinig over.

Bij het begin van de aanval slaagden de Britten erin heel het naburige bos van Delville (Delville Wood) in handen te krijgen. Daar is zeven weken om gevochten. Het slechte weer en de toestand van het terrein verplichten de aanvallers een pauze te nemen.

Duitse krijgsgevangenen in de buurt van Bouchavesnes (Albums Valois, BDIC)

Britten veroveren Dar es-Salaam

Britse troepen hebben de havenstad Dar es-Salaam veroverd, de hoofdstad en grootste stad van Duits Oost-Afrika. Twee jaar daarvoor werd Dar es-Salaam al beschoten door Britse oorlogsschepen, waarna de Duitse gouverneur wegvluchtte. Maar de Schutztruppen van kolonel von Lettow-Vorbeck wisten de stad in handen te houden.

Ditmaal is er niet gevochten. De Duitsers en hun Afrikaanse soldaten hebben zich teruggetrokken voor de enorme overmacht.

De stad Morogoro in het binnenland, waar de gouverneur zich een tijd had gevestigd, is een paar dagen eerder veroverd.

Duitse postkaart van Dar es-Salaam

De Britten (in feite de Zuid-Afrikanen, aangevoerd door generaal Smuts) controleren nu het noordelijk gebied van Duits Oost-Afrika, van Ujiji aan het Tanganyikameer tot Dar es-Salaam aan de Indische Oceaan.

Intussen rukken de Belgische koloniale troepen vanuit het oosten (Ruanda) op, terwijl een andere Britse strijdmacht aanvalt vanuit Nyassaland in het zuidoosten.

Het is de veroveraars echter niet gelukt Lettow-Vorbeck in te sluiten. De Duitse bevelhebber voert een echte guerrilla.

Overigens hebben de Britten meer last van ziekten dan van de Duitsers. Sommige eenheden hebben meer dan de helft van hun manschappen verloren aan ziekten. Bij de Afrikanen die als dragers moeten dienen, is de sterfte nog groter.

Helemaal boven: de Duitse bevelhebber Lettow-Vorbeck. Boven: Britse troepen steken een rivier over. Onder: inheemse troepen in Britse dienst bewaken een waterput, in de achtergrond trekt een colonne dragers voorbij (voor elke soldaat was een veelvoud aan dragers nodig)

Nu ook dienstplicht in Nieuw-Zeeland

In navolging van Groot-Brittannië kent nu ook Nieuw-Zeeland een militaire dienstplicht. Alle Nieuw-Zeelandse mannen tussen 20 en 46 jaar moeten zich laten registreren en kunnen worden opgeroepen.

Wie zich niet laat inschrijven, kan in een kamp worden opgesloten. Het is werkgevers verboden iemand aan te nemen die niet geregistreerd is.

Dienst weigeren is alleen mogelijk voor wie tot een religie behoort die uitdrukkelijk het dragen van wapens verbiedt, zoals de quakers of de zevendedagsadventisten. De dienstplicht geldt voorlopig niet voor de Maori’s, de autochtone inwoners van Nieuw-Zeeland.

Een scène die nu zal verdwijnen: een officier voor het rekruteringskantoor in Auckland probeert mannen te overtuigen om dienst te nemen, voorjaar 1916

De maatregelen zijn met een zeer grote meerderheid door het parlement goedgekeurd. Slechts in uiterst linkse kringen is er verzet tegen de dienstplicht. De stemming in het Britse dominion aan het andere einde van de wereld is in het algemeen zeer patriottisch.

Nieuw-Zeeland kent al tientallen jaren een verplichte militaire training voor de jeugd. Maar de tienduizenden Nieuw-Zeelanders die nu in Europa strijden, zijn allen vrijwilligers.

In het naburige Australië woedt intussen een felle discussie over de invoering van de dienstplicht.

Nieuw-Zeelandse postzegels uitgegeven bij de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog, de postzegel links herinnert aan de invoering van de dienstplicht.

Meest gelezen