24 tot 30 augustus 1916: Roemenië trekt ten oorlog

Roemenië heeft de oorlog verklaard aan Oostenrijk-Hongarije en is al meteen Hongarije binnengevallen. Het land wil stukken Hongarije met een grote Roemeense bevolking inlijven.

Op 27 augustus heeft Roemenië de algemene mobilisatie afgekondigd en meteen de oorlog verklaard aan Oostenrijk-Hongarije.

De dag daarop zond Duitsland een oorlogsverklaring aan Roemenië. Nog eens twee dagen later volgde een Turkse oorlogsverklaring.

Een verrassing is dit niet. Er liepen al weken geruchten dat het Balkanland de kant van de Geallieerden zou kiezen.

Roemenië zat geklemd tussen oorlogvoerende landen: enerzijds Rusland en anderzijds Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije. Net als Rusland is de bevolking overwegend orthodox-christelijk en als Romaanstalig land heeft het goede banden met Frankrijk.

Betoging in Boekarest om de deelname aan de oorlog te steunen. Beginfoto: Roemeense officieren tussen een groepje burgers in Transsylvanië

Maar ook Duitsland heeft invloed, vooral economisch en militair. Koning Ferdinand is een geboren Duitser en behoort tot hetzelfde vorstenhuis als de Duitse keizer, al geldt hij zelf niet als pro-Duits.

Doorslaggevend is echter dat Roemenië aanspraken maakt op Transsylvanië (Zevenburgen) en het Banaat van Temesvar (Timisoara), gebieden die tot Hongarije behoren maar waar overwegend etnische Roemenen wonen, die door de Hongaren vaak als tweederangsburgers worden beschouwd.

Ook in de Oostenrijkse Boekovina, dat nu door de Russen is veroverd, woont een grote Roemeense bevolkingsgroep. Mogelijk krijgt Roemenië dit gebied nu cadeau van Rusland.

Koning Ferdinand, zijn vrouw Marie en hun tweede zoon Nicolas schouwen de troepen

De successen van het Russische Broesilov-offensief hebben de aarzelende Roemeense regering blijkbaar doen beslissen partij te kiezen.

Een Roemeens leger is al via de Karpaten doorgedrongen in het zuiden van Transsylvanië en heeft de belangrijke stad Brasov (Braso of Kronstadt) bezet.

Roemenië is al het tiende land dat in oorlog is met de Centrale Mogendheden, na Servië, Rusland, Frankrijk, België, Groot-Brittannië, Montenegro, Japan, Italië en Portugal.

Het Roemeense leger kan zo’n miljoen man mobiliseren. Voor Oostenrijk-Hongarije wordt het front meer dan 700 km langer.

Britse poster juicht de Roemeense oorlogsdeelname toe. Keizer Willem waarschuwt: "Ben jij nu ook tegen mij? Opgelet, Hindenburg vecht met mij". De Roemeense koning: "Ja, maar vrijheid en rechtvaardigheid vechten met mij mee".

"Het ontaarde Roemenië: de (Duitse) adelaar zal de Roemeense gieren te pakken krijgen". Tekening uit het Duitse satirische tijdschrift ULK, 1916.

Nieuwe chef voor het Duitse leger

De Duitse keizer heeft generaal-veldmaarschalk Paul von Beneckendorff und von Hindenburg benoemd tot chef van de Duitse Generale Staf.

Hij vervangt generaal Erich von Falkenhayn, die ontslag krijgt “teneinde van zijn diensten in een andere functie gebruik te maken”.

Het lijkt erop dat Falkenhayn moet opstappen vanwege het door hem geplande offensief bij Verdun, waar de Duitsers na maanden bloedige strijd geen resultaten hebben kunnen boeken.

Hindenburg (68), een telg uit een adellijk geslacht van Pruisische officieren, was tot nu toe opperbevelhebber in het oosten. Hij wist grote gebieden op Rusland te veroveren.

Links Erich Ludendorff, rechts Paul von Hindenburg

Sinds zijn belangrijke overwinning op de Russen bij Tannenberg, in het hele begin van de oorlog, is Hindenburg een nationale held. Zijn enorm prestige en zijn indrukwekkende persoonlijkheid maken van hem de aangewezen persoon voor de hoogste militaire functie.

Belangrijk is dat generaal Erich Ludendorff tegelijk eerste kwartiermeester-generaal van het leger wordt, de nummer twee in de Generale Staf. Ludendorff, die een grote rol speelde in de verovering van de forten van Luik in 1914, is al jaren de rechterhand van Hindenburg.

Hindenburg en Lüdendorff staan bekend om hun bekwaamheid maar ook om hun doortastendheid en hun harde standpunten.

Als opperbevelhebber in het oosten ("Ober Ost") wordt Hindenburg vervangen door prins Leopold van Beieren, een broer van de Beierse koning.

"Hindenburg, de schrik van de Russen en het Russisch parlement". Uit Lustige Blätter, 1916.

Belgisch pantserkorps in actie aan Russische front

Deze week hebben pantserauto’s van het Belgische expeditiekorps ACM een Oostenrijkse tegenaanval gestopt aan het Gallicisch front in Rusland. Tijdens de Russische opmars sneuvelden eerder deze maand vier ACM-cyclisten.

Het ACM (Autos-Canons-Mitrailleuses) is in het najaar van 1915 naar Rusland gezonden om het Russische leger te ondersteunen in de strijd tegen Duitsers en Oostenrijkers. Tijdens het Russische zomeroffensief van 1916 onder generaal Broesilov hebben de Belgen met hun pantserauto’s in de voorste linies gestreden.

Samen met Russische infanterie veroverde het ACM de stad Zborov. De Belgen bleven ter plekke onder zware beschietingen door vijandelijke artillerie.

Toen de Oostenrijkers een tegenaanval lanceerden bij het station van Zborov, zijn drie Belgische pantserauto’s uitgerukt. Ze hebben met gericht vuur de Oostenrijkse aanvallers teruggedreven.

De 3 Belgische pantserwagens in actie tegen de Oostenrijkers bij Zborov

Bij hun terugkeer in Zborov hebben de Belgen felicitaties van het Russisch commando gekregen.

Zborov markeert het verste punt van de Russische opmars aan het Galicisch front. De Russen hebben in de regio Tarnopil een terreinwinst van meer dan dertig kilometer gemaakt.

Voor dat wapenfeit zijn tienduizenden Russische soldaten gesneuveld. En vier Belgische cyclisten. Die zijn gesneuveld op 11 augustus bij een actie ten westen van Tarnopol.

Belgische cyclisten bezetten er het dorp Tsebrov. Toen ze verder oprukten, werden twee van hen gedood door vijandelijk mitrailleurvuur. Twee andere Belgen sneuvelden door Oostenrijkse bombardementen op Tsebrov.

De Belgische cyclisten zoeken dekking in Tsebrov op 11 augustus

Griekse officieren in opstand

In Saloniki hebben enkele tientallen Griekse officieren een “comité van nationale verdediging” gevormd dat de kant kiest van de Geallieerden. Daarmee gaan ze openlijk in tegen de neutrale houding van de koning en de regering van Griekenland.

Met de steun van de Kretenzische Gendarmerie en een aantal vrijwilligers blokkeerden de officieren op 30 augustus het hoofdkwartier van het plaatselijke Griekse legerkorps.

Ze riepen de troepen op om hun kant te kiezen, tegen de wil van hun commandant. Er werd heen en weer geschoten, waarbij enkele doden en gewonden vielen.

De gevechten stopten nadat Franse militairen tussenkwamen.

Kretenzische gendarmes in Saloniki net voor de oorlog. Het korps werd opgericht in 1899 toen Kreta autonomie kreeg van het Ottomaanse rijk, om de orde op het eiland te handhaven.

De Geallieerde bevelhebber in Saloniki, generaal Sarrail, beval daarop alle Griekse officieren die niet de kant van het revolutionair comité kozen om de stad te verlaten.

Het comité krijgt ook de steun van de burgemeester van Saloniki en andere lokale politici. De meesten zijn aanhangers van de pro-Geallieerde ex-premier Venizelos.

De Kretenzische Gendarmerie is in Saloniki aanwezig sinds die stad in 1912 door Griekenland werd veroverd. Ze staat achter Venizelos, die ook een Kretenzer is.

Restaurant Verdun in Saloniki, versierd met een foto van Venizelos en de vlaggen van zijn beweging

Aanvankelijk stond de grote meerderheid van de officieren achter de koning in zijn politiek om Griekenland neutraal te houden.

De recente Bulgaarse inval in het Griekse deel van Macedonië zorgde voor een kentering. Veel officieren storen zich eraan dat het Griekse leger niets deed, hoewel de Bulgaren als vijanden van de Grieken worden beschouwd.

Zopas veroverden de Bulgaren de stad Serres, ten noordoosten van Saloniki. Ook nu kwam het Griekse garnizoen niet tussen.

Een aantal officieren vertrok daarom naar Saloniki, waar de Geallieerden de baas zijn. Ze probeerden de Griekse troepen aldaar te overhalen om te gaan vechten tegen de Bulgaren.

Bulgaarse troepen in de aanval in Macedonië

Rijwielbanden worden opgeëist

De Duitse gouverneur-generaal in België laat alle rijwielbanden opeisen, ook banden die helemaal versleten zijn.

Alleen wie van de Duitsers een “rijwieltoelating” krijgt, zal nog mogen fietsen en fietsbanden gebruiken.

De rijwieltoelating zal alleen worden verleend aan mensen die een rijwiel voor hun beroep nodig hebben, of die ermee naar hun werk of naar school moeten, en aan gehandicapten die zich met een wagentje moeten verplaatsen.

Wielerwedstrijden – die in de praktijk alleen nog op de piste konden worden gehouden – zijn nu helemaal uitgesloten.

Twee bladzijden uit het Duitse fototijdschrift 'Der Grosse Krieg in Bilder' van juli 1916 die moeten aantonen dat 'het goed gaat in bezet België'. Boven scènes uit Brussel bij het Ter Kameren-bos en de winnaar van een hondenwedstrijd, onder het kinderdagverblijf voor de arbeidsters van een fabriek in Brussel.

Italië verklaart oorlog aan Duitsland

Vanaf 28 augustus bevindt Italië zich ook in oorlog met Duitsland. De oorlogsverklaring is de dag daarvoor overgemaakt via de Zwitserse regering, want beide landen hadden al eerder hun diplomatieke betrekkingen verbroken.

Italië is al vijftien maanden in oorlog met Duitslands bondgenoot Oostenrijk-Hongarije. Het hoopte op welwillendheid vanwege Duitsland, waarmee het voordien altijd goede betrekkingen had.

In de praktijk nam Duitsland al snel deel aan de vijandelijkheden tegen de Italianen.

Een Duits Alpenkorps werd in 1915 naar de Dolomieten gestuurd om de Oostenrijkers bij te staan, al bleef het in de achterhoede. In de Adriatische en de Middellandse Zee opereren Duitse onderzeeërs, formeel onder Oostenrijks-Hongaarse vlag.

Italiaanse gevangenen die uit Oostenrijks-Hongaarse kampen naar Duitsland waren ontsnapt, werden terug uitgeleverd. Duitsland houdt ook allerlei betalingen in die aan Italianen verschuldigd zijn.

Italië heeft dit alles lang door de vingers gezien. De recente militaire successen, zoals de verovering van Gorizia, heeft Rome dan toch aangezet om formeel de oorlog te verklaren.

Voorpagina van het weekblad Domenica del Corriere (20 tot 27-08-1916) met een tekening van de Italiaanse troepen in Gorizia

Meest gelezen