De "gesneuvelde dorpen" bij Verdun

Op het vroegere slagveld van Verdun liggen enkele unieke oorlogsmonumenten. Dorpen die na de oorlog nooit zijn heropgebouwd en waar ook niemand meer woont. Voor de herinnering worden ze als aparte gemeenten in stand gehouden. Gemeenten die officieel voor Frankrijk zijn gesneuveld, "Communes mortes pour la France".

In de Eerste Wereldoorlog werden ontelbare gebouwen tot puin gereduceerd. Hele steden en dorpen werden verwoest.

Het kon nog erger. Tientallen dorpen die in het heetst van de strijd hadden gestaan, werden zelfs echt met de grond gelijkgemaakt: behalve de funderingen stond er niets meer recht van woonhuizen, gemeentehuis, kerk en andere gebouwen.

Door de omgewoelde grond was het soms moeilijk voor te stellen dat er ooit een dorp had gestaan.

In Belgiƫ gold dat vooral voor een aantal dorpen in de Westhoek, zoals Boezinge, Westrozebeke en (uiteraard) Passendale.
Deze dorpen zijn na de oorlog vrijwel volledig heropgebouwd, vooral dank zij de koppige inzet van de bewoners zelf, die er na de oorlog opnieuw wilden gaan wonen.

Dat was een zware, hinderlijke en gevaarlijke karwei, want alvorens herop te bouwen, moest er heel wat worden opgeruimd: prikkeldraad, wapens, niet-ontplofte munitie, resten van mensen en dierenā€¦ Soms was de grond zwaar bezoedeld door chemische wapens.

Maar behalve monumenten en militaire begraafplaatsen zijn er nu nog nauwelijks sporen van de oorlog te zien.

Franse militairen in een verwoest en boomloos landschap nabij Verdun, 1916

Met de grond gelijkgemaakt

In Frankrijk was het frontgebied veel uitgestrekter en de schade dus nog groter. De meest getroffen gebieden - zoā€™n 120.000 hectare - werden op het einde van de oorlog tot "rode zone" uitgeroepen, waar het verboden was te wonen of gebouwen op te trekken.

Naarmate de grond gezuiverd werd, kon dat verbod geleidelijk worden opgeheven. Ook hier kwamen de meeste inwoners terug. Vooral in Noord-Frankrijk werd zo goed als alles heropgebouwd. Dat was echter niet overal vanzelfsprekend.

Voor een aantal zeer kleine, afgelegen dorpen, zoals er in de dunbevolkte delen van Frankrijk zo veel zijn, kwam er om diverse redenen geen wederopbouw, bijvoorbeeld omdat het verbod zo lang duurde, dat het grootste deel van de schaarse bevolking zich definitief elders had gevestigd.

De staat had de onbruikbare grond opgekocht. Vaak bleef er enkel een bos over, omdat bosbouw de enige toegelaten economische activiteit was.

Bordje dat waarschuwt om een "rode zone" niet te betreden

Verdwenen dorpen

De "rode zone" bestaat vandaag nog in twee afzonderlijke streken: de beruchte heuvelrug van Vimy nabij Arras (waar vooral in 1917 zwaar gevochten werd) en het voormalige slagveld van Verdun, waar hij nog altijd 14.000 hectare beslaat.

Uiteindelijk werden een dertigtal Franse dorpen nooit heropgebouwd. In sommige gevallen werd in de nabijheid een nieuw dorp neergezet, op het grondgebied van dezelfde gemeente.

Elders bleven de gemeenten ontvolkt. In dat geval werd de gemeente meestal opgeheven en het grondgebied bij een andere gemeente gevoegd.

In tegenstelling tot Belgiƫ heeft vrijwel elk dorp in Frankrijk, hoe klein ook, nu nog zijn eigen gemeentebestuur. Enkel als een gemeente niet meer in staat is een gemeenteraad samen te stellen, wordt die opgeheven.

Zeker 15 Franse gemeenten zijn op die manier verdwenen: zes bij de beruchte Chemin des Dames (aan de Aisne), twee aan het saillant van Saint-Mihiel (in Lotharingen) en zeven in de vroegere slagvelden van de Champagne.

In de laatste streek ligt het bos van Suippes, waar de schamele resten van vijf dorpen te vinden zijn. Het grote publiek kan ze niet bezoeken, want het hele bos is nu een militair oefenterrein.

Het begin van de verwoesting van Vaux-devant-Damloup bij Verdun

Gemeenten als herinnering

Voor het slagveld bij Verdun is de toestand anders: de dorpen zijn verdwenen, maar de gemeenten bleven bestaan.

Door de intensiteit en de duur van de gevechten - in sommige gemeenten werd meer dan een half jaar gevochten - was er van een negental gemeenten niets meer over.

Toch zijn de gemeenten blijven bestaan, ook al woont er niemand - of bijna niemand - meer. Zes gemeenten hebben nu letterlijk 0 inwoners.

Beaumont-en-Verdunois, Bezonvaux en Louvemont-CĆ“te-du-Poivre zijn sinds de oorlog onbewoond gebleven.

Haumont-prĆØs-Savogneux kende na de oorlog nog enkele inwoners die niet lang meer bleven. CumiĆØres-le-Mort-Homme verloor zijn laatste inwoner op het einde van de vorige eeuw, net als Fleury-devant-Douaumont.

Twee andere gemeenten zijn net niet volledig onbewoond. Ornes, dat in 1914 nog meer dan 700 inwoners had, telt er nu zes.

In Douaumont - de meest bezochte plaats van het slagveld - wonen officieel acht mensen. Het gaat om bewoners van afgelegen huizen, want de dorpen zelf zijn verdwenen.

Kaart van de verwoeste gebieden in het noorden en oosten van Frankrijk, in het rood de zones met de grootste schade (kaart Lamiot)

Wat overbleef van Fleury-devant-Douaumont onmiddellijk na de oorlog

Voor elke gemeente benoemt de prefect van het departement Meuse een gemeenteraad van drie leden, waaronder de burgemeester. Die hoeven niet in de gemeente te wonen.

Er is ook geen gemeentehuis: de burgemeester oefent zijn ambt thuis uit. Uiteraard hebben die burgemeesters niet veel te doen. Ze beheren het gemeentelijk patrimonium, want elke gemeente beschikt over een eigen oorlogsmonument en een herinneringskapel. Soms is die kapel het echte enige gebouw van de hele gemeente.

Waarschuwingsborden melden hier en daar de "rode zone", waar niet gelopen mag worden, want er dreigt daar nog altijd gevaar.

De negende "gesneuvelde gemeente" is Vaux-devant-Damloup (met het fort van Vaux). Dit dorp is als enige in de loop der jaren wel heropgebouwd en telt nu een zeventigtal inwoners.

2014 Getty Images

De herdenkingskapel in Fleury (foto Getty)

Onbewoond, maar wel bezocht

Dat ze onbewoond zijn, betekent niet dat die gemeenten niet meer bezocht worden. Enkele gesneuvelde gemeenten zijn vandaag grote toeristische trekpleisters.

Op het grondgebied van Douaumont liggen de bekendste monumenten van de slag bij Verdun: het zwaar toegetakelde fort van Douaumont, het indrukwekkende ossuarium, de militaire begraafplaats, een joods en een islamitisch memoriaal en de "TranchĆ©e des baĆÆonettes", een bedolven loopgraaf waarin 57 Franse soldaten levend begraven werden als gevolg van Ć©Ć©n explosie.

In CumiĆØres-le-Mort-Homme bevindt zich heuvel le Mort-Homme waarrond bijzonder zwaar gevochten werd. Op de top van de "Dode Man" staat een monument met een beeld van de doodā€¦

Bezonvaux: de hoofdstraat voor de oorlog en nu

Fleury-devant-Douaumont, hoewel onbewoond, herbergt een groot, modern museum over de slag. Dat "Memorial de Verdun" is gebouwd op de plaats waar ooit het station was, vlak bij het vroegere dorp.

In de voormalige dorpskern van Fleury werd het tracƩ van enkele straten opnieuw zichtbaar gemaakt en wijzen platen op de grond de voormalige gebouwen aan, zoals de school en de kerk.

In de andere gemeenten is er niet veel meer dan een bord die de plaats van het vroegere dorp aangeeft. Meestal staan er bomen. Oneffenheden in de bodem verraden waar de funderingen van de gebouwen stonden.

In Ornes zijn nog de ruĆÆnes van de kerk te zien. In Louvemont zijn enkele graven van het vooroorlogse kerkhof bewaard.

2014 Getty Images

Ornes: wat overblijft van de kerk (foto Getty)

Het was de gewoonte dat de vroegere inwoners van het dorp jaarlijks naar de herdenkingskapel kwamen, gewoonlijk op de feestdag van de patroonheilige van de gemeente.

Later namen hun nakomelingen aan die herdenking deel. De gewoonte zou nu nog in een paar gemeenten bestaan.

2014 Getty Images

De herdenkingskapel in Fleury (foto Getty)

Het monument op de Mort-Homme voor de 40e Franse infanteriedivisie, kort na de oorlog, in een landschap zonder bomen dat de littekens van de zware gevechten nog draagt

Meest gelezen