8 tot 14 juni 1916: Arabieren in opstand tegen de Turken

In de Arabische stad Mekka, de heiligste stad van de islam, is een opstand begonnen tegen het Ottomaanse gezag. Zo’n vijfduizend gewapende Arabieren hebben het Turkse garnizoen in de stad aangevallen.

De opstand begon op 10 juni als een totale verrassing, toen sjarif Hoessein, de man die in naam van het Ottomaanse rijk Mecca bestuurt, vanuit zijn paleis een geweerschot loste. Meteen bestormden zijn aanhangers de Turken in de stad.

Het Turkse garnizoen is maar duizend man sterk en verspreid over verscheidene forten en overheidsgebouwen. De meeste Turkse militairen zijn kort geleden naar de naburige stad Taif vertrokken.

Vijf dagen eerder sloeg het Turkse garnizoen in Medina, de andere heilige stad in Arabië, een aanval van opstandelingen af. Die zouden zijn aangevoerd door Hoesseins zonen Faisal en Ali.

Imperial War Museums

Zicht op Mecca in 1916. Erboven  sjarif Hoessein.

Ook op 10 juni is een andere zoon van Hoessein, emir Abdoellah, een aanval op Taif begonnen.

Nog een andere Arabische troepenmacht is bezig de havenstad Djeddah aan de Rode Zee te veroveren. Die krijgt de steun van Britse oorlogsschepen en watervliegtuigen.

Dit toont aan dat de opstandelingen en dus Hoessein zelf met de Britten samenwerken.

Feisal, een van de zonen van Hoessein, en zijn officieren

Hoessein bin Ali is als “sjarif van Mekka” de beschermer van de Heilige Plaatsen. Deze waardigheid is al zeven eeuwen erfelijk binnen de familie van de Hasjemieten, die rechtstreeks van de profeet Mohammed afstamt.

De sjarif is een vazal van de Ottomaanse sultan, die ook de kalief van de soennitische moslims is. Hoessein was tot nu toe altijd loyaal aan de sultan.

Wel heerst er onder de Arabieren een ongenoegen over het Turkse nationalisme van de huidige Ottomaanse regering. Dat keert zich deels ook tegen de invloed van de Arabische cultuur.

Arabische krijgers te paard op oorlogspad

Belg sneuvelt aan het Oostfront

Op 9 juni is de Belgische soldaat Jacques de Becker gesneuveld in de buurt van de stad Tarnopol in Gallicië (nu westelijk Oekraïne).

De Becker maakte deel uit van het Belgische expeditiekorps ACM (Autos-Canons-Mitrailleuses), dat met zijn pantserwagens in de herfst van 1915 naar Rusland is gezonden om het tsaristische leger bij te staan in de strijd tegen de Duits-Oostenrijkse vijand.

De Belgen zijn voor het eerst in actie gekomen en nemen deel aan het Russische zomeroffensief in Galicië onder leiding van generaal Broesilov.

De Belgische pantserauto’s moeten samen met Kozakken te paard oprukken en Oostenrijkse mitrailleurnesten uitschakelen die de hellingen bij de hoofdweg naar Lemberg (nu Lviv) bezet houden.

©Jan Van de Vel

ACM-pantserwagen in actie. De twee inzittenden, Maurice Van Esch en Jean de Liedekerke, zullen later ook allebei sneuvelen aan het Oostfront.

Tijdens de actie kreeg een Belgische pantserauto pech en sukkelde in een bomtrechter.

Een andere Belgische wagen kwam ter hulp. Toen ACM-soldaat Jacques de Becker eruit sprong om een sleepkabel te bevestigen aan de vastgelopen wagen, werd hij getroffen door een Oostenrijkse kogel in het hoofd.

Soldaat de Becker is op 11 juni, op Pinksteren, met militaire eer ten grave gedragen in Tarnopol. Tijdens zijn afscheidsrede zei de ACM-korpschef majoor Semet "dat de mannen aan de IJzer voortaan trots kunnen zijn op hun landgenoten in Galicië".

De dood van soldaat Jacques de Becker, pentekening van twee ACM-Belgen, het duo Raymond Bernard en Charles De Mey. Meer over de avonturen van de ACM-Belgen in King Albert’s Heroes

Italiaanse regering is gevallen

De Italiaanse regeringsleider Antonio Salandra heeft zijn ontslag aangeboden.

Salandra moest in de Kamer uitleg geven over het voorbije Oostenrijks-Hongaars offensief waarbij de vijandelijke legers vanuit Trentino bijna waren doorgestoten naar de Noord-Italiaanse laagvlakten. Dat offensief werd op het nippertje afgeslagen.

Tijdens zijn toespraak gaf de premier de indruk dat hij de schuld voor deze bijna-ramp wou steken op generaal Cadorna, de opperbevelhebber. Daarop barstte een tumult uit in de Kamer. Na een chaotisch debat overleefde de regering de eindstemming niet.

Nogal wat parlementsleden hebben de gelegenheid aangegrepen om een rekening met de premier te vereffenen. Salandra was de man die Italië in de oorlog heeft gebracht. De reden daarvoor omschreef hij als het “heilig egoïsme”. Maar hij geloofde dat Italië snel een overwinning zou behalen.

Intussen heeft Italië al vijf mislukte aanvallen aan de Isonzo gedaan, telkens met zware verliezen.

Koning Victor Emmanuel III, die aan het front verbleef, moest snel naar Rome terug om Salandra’s ontslag te aanvaarden.

Antonio Salandra (rechts) naast Aristide Briand in februari 1916, toen de Franse premier Rome bezocht

Canadezen heroveren heuvel bij Ieper

Op de heuvelrug bij Zillebeke, ten westen van Ieper, hebben zware gevechten gewoed.

Op 2 juni werd de heuvelrug, die door een Canadese divisie verdedigd werd, het doelwit van Duitse beschietingen en mijnontploffingen.

De Duitsers begonnen daarop een bestorming en veroverden de heuvelrug, onder meer omdat de Canadezen ter plekke weinig ervaring hadden.

Vanaf de heuvelrug komt Ieper in het vizier. De 60 meter hoge top wordt door de Britten “Mount Sorrel” genoemd. Andere toppen worden aangeduid als Hill 60 en Hill 62.

Verwoeste schuilplaatsen op Mount Sorrel

De geallieerden hadden niet meteen troepen en materieel om de heuvel te heroveren, maar stuurden zo snel mogelijk twee Canadese divisies en een Britse cavaleriebrigade om de klus te klaren.

Op 9 juni begonnen de Canadezen de heuvel te bombarderen. Op 13 juni, kort na middernacht, werd de tegenaanval ingezet. In de duisternis, bij wind en regen, beklommen de Canadezen de heuvel.

De dag daarop was Mount Sorrel weer in geallieerde handen. Het was de eerste operatie die de Canadezen zelf gepland en ondernomen hebben.

De Canadezen verloren daarbij wel 8430 man, waarvan meer dan 1.100 doden. De Duitse verliezen bedragen 5.765 man.

Doden in verwoeste Duitse loopgraven bij Mount Sorrel

Mount Sorrel ligt onderaan in het midden op deze kaart, boven de rechte weg tussen Ieper en Menen

Belgische luchtaanval op Tanganyikameer

Op het Tanganyikameer, dat ligt tussen Belgisch-Congo en Duits Oost-Afrika, heeft een Belgisch vliegtuig een geslaagde aanval uitgevoerd op het Duitse schip ‘Graf von Götzen’.

De "Graf von Götzen" is met zijn 70 meter het grootste oorlogsschip op het 650 km lange meer. Het beschikt over een viertal kanonnen. Sinds het begin van de oorlog bedreigde het voortdurend de Belgische en Britse schepen, en havens.

De Belgische koloniale weermacht beschikt sinds een tijd over twee watervliegtuigen van Britse makelij die vanuit Kalemie (Albertstad) opereren. Het “Merendetachement” van kolonel Moulaert heeft de vliegtuigen laten overkomen, gemonteerd en uitgerust.

Een van de twee Belgische vliegtuigen wordt te water gelaten op het Tanganyikameer

Na een eerdere vruchteloze poging kreeg het watervliegtuig met piloot Behaeghe en waarnemer Collignon de "Graf von Götzen" in zicht in de haven van Kigoma, aan de Duitse kant van het meer. Het wierp twee bommen uit en schoot zijn mitrailleurs leeg.

Vanop het schip werden de Belgen bestookt met een mitrailleur, maar ze konden ongehinderd terugkeren.

Volgens de Belgen is de achtersteven van het schip getroffen.

De Duitsers ontkennen dat. Ze relativeren het belang van de aanval. De kanonnen van de "Graf von Götzen" zouden zijn verwijderd, om ze door de Duitse troepen op het land te gebruiken.

Matrozen laden een van de kanonnen op de Graf von Götzen

Links Leon Collignon, rechts Aimé Behaeghe na de aanval op de Graf von Götzen

Republikeinse presidentskandidaat aangeduid

De Republikeinse Partijconventie in Chicago heeft Charles Evans Hughes aangewezen als kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november.

Hughes (64) is rechter in het Opperste Gerechtshof en deed tot nu toe niet mee aan de verkiezingscampagne. De partijbazen hebben hem naar voren geschoven, omdat geen van de kandidaten die tot dan toe meededen een grote aanhang had.

Sinds hij zes jaar geleden tot rechter werd benoemd heeft Hughes geen politieke uitspraken gedaan. Daarom wordt hij in de partij als “neutraal” genoeg beschouwd om voor alle Republikeinen aanvaardbaar te zijn.

Bij de eerste stemming op de conventie haalde Hughes meteen de meeste stemmen. De derde stemming was bijna unaniem voor hem.

Charles Edward Hughes op verkiezingscampagne in Maine

Drie dagen daarvoor had de conventie van de Progressieve Partij oud-president Theodore Roosevelt aangewezen als presidentskandidaat.

Roosevelt telegrafeerde de vergadering dat hij de nominatie niet aanvaardde, maar Hughes zou steunen.

Vier jaar geleden scheurde de Progressieve Partij zich af van de Republikeinse Partij.

Teddy Roosevelt, die president is geweest van 1901 tot 1909, haalde toen als progressief kandidaat meer stemmen dan de zittende Republikeinse president Taft, maar minder dan de democraat Wilson, die verkozen raakte.

Knoeiende bakkers bestraft

In Gent heeft het Provinciaal Comité voor Hulp en voeding enkele bakkers bestraft.

De bakkers hebben geknoeid met de voorraad bloem die ze hadden gekregen en konden daardoor hun klanten het broodrantsoen waarop ze recht hebben niet geven.

De bakkers hebben waarschijnlijk geprobeerd hun donkere bloem te zeven om wit brood te kunnen maken.

Zes bakkers krijgen 15 dagen lang geen bloem. En wie opnieuw in de fout gaat, zal voortaan geen bloem van het Comiteit meer geleverd krijgen.

Tekstaffiche, Zwarte Doos Stadsarchief Gent

Meest gelezen