birger stichelbaut

De Canadezen aan het Belgische front

Hoewel Canada ver van het front lag, speelde het in de Eerste Wereldoorlog een niet onbelangrijke rol. In totaal stuurde Canada, een land met toen 8 miljoen inwoners, 620.000 man naar Europa. Het grootste Canadese oorlogsmonument staat op de heuvelrug van het Franse Vimy, maar het heeft niet veel gescheeld of het was bij Ieper opgericht.

Van de 65.000 Canadezen die tijdens de oorlog sneuvelden, is bijna een kwart in België overleden. Het dodental ligt op 15.274.

Onder die Canadese gesneuvelden in België bevond zich de laatste soldaat van het Britse Rijk die bij gevechten in de Grote Oorlog werd gedood, en wel toen de Canadezen in de ochtend van 11 november 1918 de stad Bergen bevrijdde.

De bevrijding van Bergen ging trouwens gepaard met een ware triomfmars van Canadese troepen door de Henegouwse hoofdstad, waarbij Canadese doedelzakspelers (van Schotse afkomst) door de bevolking werden toegejuicht.

De 'Blijde intocht' van de Canadezen in Bergen op 11-11-1918 (Collectie Haig, NLS)

De slag bij Passendale (1917) was voor de Canadezen het treffen met de hoogste dodentol op Belgische bodem. Toch blijkt dat al 6.433 Canadezen de dood vonden in 1916.

1916 is het jaar waarin de Canadezen deelnamen aan een aantal zware gevechten rond Ieper: de “kraterslag” in Sint-Elooi (maart-april, dus precies honderd jaar geleden). In die slag werd de nieuwe 2de Canadese divisie ingezet, die nog maar pas op het Europese vasteland was ontscheept.

Enkele maanden later, in juni, volgden nog bloedige gevechten bij Mount Sorrel en Hill 62 in Zillebeke. Namen die nu nog in Canada bekend zijn.

En de Tweede Slag bij Ieper in 1915 was de eerste grote confrontatie van de Canadezen, die nog maar pas in Europa waren toegekomen, met de Grote Oorlog.

Twee Canadese militairen bij het graf van een gesneuvelde kameraad in Ieper. Het graf is zo goed als zeker dat van Ivor Beynon die op 24 april 1915 omkwam bij het begin van de Tweede Slag bij Ieper. Hij ligt nu begraven op Duhallow A.D.S. Cemetary in Ieper ( Collectie Haig NLS)

 

De Canadese troepen maakten deel uit van het Britse leger, zij het in afzonderlijke eenheden. De (in Canada gemaakte) uniformen waren dezelfde als de Britse, maar met eigen herkenningstekens, zoals badges, die de aparte Canadese eenheden aanduidden.

In de meeste herkent men het esdoornblad, dat zou uitgroeien tot het Canadese nationale symbool.

Canadese badges ( Collectie IFF)

Op 23 april 1916 werd de eerste verjaardag van de Tweede Slag bij Ieper herdacht in Montreal met een grote militaire parade. Voorop liepen militairen die aan de gevechten hadden deelgenomen.

Dominion

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Canada al een halve eeuw een zelfbesturend dominion, een federale staat met een eigen parlement en regering.

Het was echter nog geen onafhankelijke staat, maar maakte deel uit van het Britse Rijk. Door de Britse oorlogsverklaring aan Duitsland raakte het automatisch in de oorlog betrokken.

Dat belette de Canadezen niet om zelf actief aan de oorlog deel te nemen.

Net als de andere dominions van het Britse Rijk (Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en ook Newfoundland, dat pas later een Canadese provincie zou vormen) leverde Canada troepen en materiaal voor de oorlog op eigen initiatief.

Canadese militaire muziekkapel in een sneeuwlandschap aan het front in België of Noord-Frankrijk ( Collectie Haig NLS)

Meteen na het begin van de oorlog werden enkele duizenden Canadezen gerekruteerd, meestal oudgedienden van de Britse koloniale troepen.

Zij maakten deel uit van het Britse leger, waar ze wel een eigen regiment vormden: het Princess Patricia's Canadian Light Infantry (PPCLI, een naam die nog altijd bestaat voor onderdelen van het huidige Canadese leger). Deze eenheid werd al begin 1915 ingezet in Dikkebus bij Ieper.

In de eerste oorlogsmaand meldden er zich liefst 40.000 vrijwilligers. De meesten zouden een (aparte) Canadese Expeditiemacht zouden vormen. In januari 1915 trad een eerste Canadese divisie in actie, in september van dat jaar was er al een volledig Canadees legerkorps.

Dat legerkorps werd volledig door de Canadezen zelf uitgerust.

Inspectie van de gasmaskers bij een Canadese eenheid ( Collectie Haig NLS)

Omstreden dienstplicht

Tot 1917 zouden alle Canadese strijders vrijwilligers zijn. In dat jaar werd – twee jaar na het Verenigd Koninkrijk – de dienstplicht ingevoerd.

In de slag aan de Somme (1916) waren de Canadese verliezen zo groot geweest dat er onvoldoende vrijwilligers waren om de troepensterkte aan te vullen.

De invoering van de dienstplicht ging overigens gepaard met zware politieke strubbelingen. Vooral in de Franstalige provincie Québec was er verzet. Het was te verwachten dat de Franstalige Canadezen veel minder enthousiast waren om voor het "Empire" te gaan vechten dan de Engelstalige.

Bovendien klaagden Franstalige soldaten dat ze niet fair behandeld werden in een leger waarin alles in het Engels verliep. Er waren slechts enkele Franstalige eenheden en ook daar was de commandotaal Engels.

Nog geen 5 % van de Canadese vrijwilligers waren Franstaligen, hoewel die toen meer dan een kwart van de Canadese bevolking uitmaakten.

Rond Pasen 1917 kwam het in Québec tot een heuse opstand tegen de dienstplicht, waarbij meer den honderd doden vielen. Deze crisis zou nog lang nazinderen en één van de factoren vormen voor het opkomend nationalisme in Québec.

Maar ook elders in Canada was er verzet tegen de legerdienst, niet in het minst vanwege Duitse immigranten.

In de praktijk kwamen er dan ook veel uitzonderingen en vrijstellingen op de dienstplicht. Het aantal gewetensbezwaren was opvallend groot.

Van diegenen die toch naar het leger gingen, zou slechts een minderheid effectief naar het front worden gezonden.

Militairen uit Newfoundland. Zij vormden aparte eenheden, want Newfoundland sloot zich pas na de Tweede Wereldoorlog aan bij Canada ( Collectie Haig NLS)

Toen er eind 1917 verkiezingen voor het Canadese parlement werden gehouden, probeerde de regering het verzet tegen de dienstplicht te counteren door het stemrecht te ontnemen aan gewetensbezwaarden en aan immigranten uit de vijandelijke landen.

Omgekeerd konden de militairen die in Europa vochten wel stemmen bij deze verkiezingen, net als de verpleegsters.

De meeste Canadese vrouwen mochten toen niet stemmen, maar moeders, zusters, dochters en echtgenotes van militairen aan het front kregen wel stemrecht, omdat ze als “patriottische kiezers” werden beschouwd.

Canadese soldaten gaan in de aanval vanuit de loopgraaf (Collectie Haig NLS)

Migranten

Canada was toen een “jonge natie”, een migrantenland.

Uit de gegevens van de in België gesneuvelde Canadezen blijkt dat amper 40 % van hen in Canada geboren waren. De meerderheid onder hen waren dus immigranten, naast een niet te verwaarlozen groep Amerikanen die zich voor het Canadese leger hadden gemeld om aan de oorlog deel te nemen op een moment dat de Verenigde Staten nog neutraal waren.

De grootste groep migranten kwam uit Groot-Brittannië en Ierland, maar bijna heel Europa was vertegenwoordigd. Velen kwamen er uit het Russische Rijk, vooral de huidige Oekraïne.

Er waren ook tientallen Belgische - overwegend Vlaamse – immigranten. Twee geboren West-Vlamingen - Richard Verhaeghe en Firmin Delplancke – sneuvelden als Canadese soldaten in Vlaanderen, niet ver van hun geboortedorp.

Overigens zijn er ook Belgische Canadezen bekend die na de oorlog niet naar Canada terugkeerden maar verkozen in hun oude vaderland te blijven.

Twee Canadese militairen gebruiken een buitgemaakt Duits geweer om een telefoonlijn te herstellen ( Collectie Haig NLS)

De herinnering

Honderd jaar na de oorlog is Canada in de Westhoek niet vergeten. Hier en daar is er een straat of een café dat naar Canada is genoemd.

Het grootste Canadese oorlogsmonument staat weliswaar in Frankrijk, en wel op de heuvelrug van Vimy nabij Arras. Het had niet veel gescheeld of het was in de buurt van Ieper opgericht.

Wel staat er in die streek een zeer opvallend standbeeld van de Brooding Soldier (de “zwaarmoedige soldaat”) in Sint-Juliaan, even ten noorden van Ieper. Op de tentoonstelling is een maquette van dit merkwaardige monument te zien.

birger stichelbaut

De Brooding Soldier ( foto IFF)

Ook is er een monument op de begraafplaats van Sanctuary Wood in Zillebeke.

In Canada zelf wordt de herinnering levend gehouden door schilderijen en beelden in het parlementsgebouw in Ottawa, waar onder meer een grote afbeelding van het verwoeste Ieper te zien is.

En je vindt in Canada bergen met namen als "Kemmel Mountain" en "Zillebeke Mountain", die een stuk hoger zijn dan de "Vlaamse Bergen".

birger stichelbaut

Sanctuary Wood Cemetery in Zillebeke (foto IFF)

Meest gelezen