10 tot 16 februari 1916: Verklaring van Sainte-Adresse

Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland zullen geen einde maken aan de oorlog vooraleer België in zijn onafhankelijkheid hersteld wordt en vergoed wordt voor de schade die het geleden heeft. Dat staat in een plechtige verklaring van de drie Geallieerde mogendheden.

Vertegenwoordigers van de grote drie legden de verklaring af op 14 februari op de zetel van de Belgische regering in Sainte-Adresse, nabij Le Havre.

Volgens die verklaring zal België mogen deelnemen aan vredesbesprekingen en zal het van de Geallieerden hulp krijgen voor zijn economisch en financieel herstel.

Bij die gelegenheid beloofde de Belgische minister van Buitenlandse Zaken baron Beyens aan de gezanten van de Triple Entente dat zijn land zal blijven vechten “tot de triomf van het recht”.

Deze vage belofte moet de geruchten de kop indrukken dat België een afzonderlijke vrede wil sluiten. Het Belgisch-nationalistische blad “Le XXe siècle”, dat In Le Havre verschijnt, onthulde zopas het bestaan van een Duits vredesaanbod via het Vaticaan. Het blad stelde al vragen naar de rol van koning Albert bij die contacten.

De Belgische minister van buitenlandse zaken, baron Beyens.

Het plechtige hijsen van de vlag bij de villa Louis XVI, het Belgische ministerie van Oorlog in Sainte-Adresse

Deze “verklaring van Sainte-Adresse” moet de nogal bijzondere toestand van België in de oorlog regelen: het land vecht wel mee aan de zijde van de Geallieerden, maar sluit er zich niet bij aan. België wil immers zijn neutraliteit niet opgeven.

De verklaring stelt velen teleur. De tekst zwijgt over de “rechtvaardige eisen” waar nogal wat Belgische politici achter staan. Enkele ministers, gesteund door de krant  “Le XXe siècle”, zouden willen dat België na de oorlog zijn grondgebied zou mogen uitbreiden. De nieuwe socialistische minister Vandervelde is daar fel tegen.

Russen veroveren Tukse stad Erzurum

Kaart van Turkije en het Midden-Oosten

De Russen hebben de Turkse stad Erzurum ingenomen. Het Turkse garnizoen trok zich terug.

Midden januari begon het Russische leger van generaal Joedenitsj een onverwacht offensief tegen Erzrurum en bracht het Ottomaanse leger een zware nederlaag toe. Nabij Kopruköy werden de Turken door de kozakken in de pan gehakt.

De Turken hadden in hun winterkwartieren zo'n zware aanval niet verwacht. Net als een jaar geleden lijken ze niet voorbereid op gevechten in de winter.

Russische troepen bestormen Erzurum

Bovendien heeft de Ottomaanse militaire leider Enver Pasja de voorbije maanden de troepensterkte in de Kaukasus verminderd ten koste van de andere fronten: eerst Gallipoli en later Mesopotamië.

Slechts 50.000 Turkse soldaten zijn gevechtsklaar. De Russen hebben zowat 200.000 man en meer dan dubbel zoveel artillerie.

Sinds het begin van de oorlog zijn de Russen nog niet zo diep op Ottomaans grondgebied doorgedrongen.

De veroverde stad Erzurum kende tot vorig jaar een grote Armeense bevolking. Maar van de circa 20.000 Armeniërs zijn er nu nog maar een paar honderd over.

Taalproef voor nieuwe officieren en onderofficieren

Minister van Oorlog de Broqueville heeft een nieuwe omzendbrief uitgevaardigd over het taalgebruik in het Belgisch leger.

In de militaire instructiekampen moet er voortaan ook les in het “Vlaams” worden gegeven.

Bij de examens voor onderofficier en hulpofficier komt er voortaan ook een proef over “de praktische kennis van de gebruikelijke taal”.

In een eerdere omzendbrief was al een “praktische cursus Vlaams” ingevoerd.

Regeringsleider en minister van Oorlog de Broqueville aan zijn bureau in Sainte-Adresse

Veel Vlaamsgezinden staan kritisch tegenover deze maatregelen, die wel een charmeoffensief van de regering lijken. Ze vragen zich af wat ze in de praktijk zullen betekenen.

Bovendien gaat het alleen over opleidingen van onderofficieren en hulpofficieren (militairen die tot officier bevorderd worden na een snelcursus, om het tekort aan lagere officieren aan te vullen).

Het bestaande officierenkorps, dat voor het overgrote deel uit Franstaligen bestaat, is niet verplicht zijn talenkennis aan te vullen.

Belgische rekruten leren loopgraven maken in een opleidingskamp in Frankrijk ( Archief Defensie)

Evacuatie naar Korfoe voltooid

De evacuatie van het Servische leger naar het Griekse eiland Korfoe is voltooid.

In nog geen maand tijd zijn meer dan 150.000 Servische militairen en burgers via Albanese havens naar Korfoe gezonden. Op het einde werden tot 12.000 mensen ingescheept.

Verder zijn 35.000 paarden en heel wat materieel van het Servische leger gered.

Van de circa 30.000 jongeren die het Servische leger gevolgd hebben, zijn slechts 9.000 levend op het eiland aangekomen. Sommigen zijn stervende. Ze waren totaal ondervoed en hebben soms gras en boomschors gegeten.

Op het einde zijn ook enkele duizenden soldaten van het Montenegrijnse leger ingescheept.

Uitgemergelde Servische soldaat bij zijn aankomst op Korfoe

De Franse marine heeft intussen een grote infrastructuur op poten gezet om de troepen op Korfoe te ontvangen. Daardoor verloopt de aankomst erg ordelijk.

De Griekse regering heeft nog altijd geen toestemming gegeven voor de aanwezigheid van Geallieerde militairen op Korfoe, maar de Geallieerden trekken zich daar niets van aan.

Het Achilleion, het vakantieverblijf van de Duitse keizer Willem II op Korfoe, is door de Fransen ingericht als hoofdkwartier. Een deel van het luxueuze gebouw wordt als hospitaal gebruikt.

Willem had in 1907 het Achilleion gekocht de Oostenrijkse keizer. De villa was gebouwd in opdracht van diens overleden vrouw Elisabeth (“Sissi”)

Het Achilleion

Meest gelezen