Le Canard enchaîné : protest tegen propaganda

Een van de erfenissen van de Eerste Wereldoorlog is het beroemde Franse satirische weekblad Le Canard Enchaîné. Het blad werd nog tijdens de oorlog populair bij de gewone Franse soldaten, die de manier waarop Le Canard de draak stak met de leugenachtige oorlogspropaganda en de censuur, erg konden smaken.

Op 10 september 1915 verscheen het allereerste nummer van het Franse satirische blad Le Canard enchaîné. Niets wees er toen op dat dit blad een eeuw later een van de meest succesvolle periodieken van Frankrijk zou zijn, want er verschenen dat jaar maar vijf nummers.

In juli 1916 volgde een nieuwe start en ditmaal met succes. Aan de wieg van het blad stonden de journalist Maurice Maréchal, die op zijn eentje instond voor de redactie, en de tekenaar Jean-Paul Cassier, die voor de eerste cartoons zou zorgen. Beiden waren om gezondheidsredenen vrijgesteld van militaire dienst, maar ze zouden op hun heel eigen manier aan de oorlog deelnemen.

De allereerste Canard enchaîné

Clemenceau en de censuur

De titel van het nieuwe blad had alles met de oorlog te maken. Een jaar eerder was L’Homme libre (“de vrije mens”), de krant van de bekende staatsman Georges Clemenceau, door de militaire censuur getroffen.

Clemenceau, zelf arts van opleiding, had daarin de slechte hygiënische toestanden aangeklaagd waarin gewonde soldaten werden vervoerd. Hoewel de krant zeer patriottisch was en de oorlog steunde, kreeg L’Homme libre een publicatieverbod van meer dan een week.

Clemenceau probeerde dat verbod te omzeilen door meteen de krant onder een andere naam uit te brengen: L’Homme enchaîné (“de geketende mens”), maar ook die krant werd meteen geschorst. Toen het verbod werd opgeheven verscheen het blad voort als L’Homme enchaîné.

Geïnspireerd door dit voorval gaven Maréchal en Cassier hun blad de naam Le Canard enchaîné . Het woord canard betekent, behalve "eend", in de populaire taal zowel "krant" als “vals bericht” (deze laatste betekenis bestaat ook in het Nederlands). In de zomer van 1915 zou er trouwens een kortstondig soldatenblaadje hebben bestaan met de naam Canard du boyau (boyau staat hier voor loopgraaf) en er was ook een Canard poilu (poilu , letterlijk "behaarde", was een bijnaam van de Franse soldaten in de Grote Oorlog). 

De titel was dus ook een eerbetoon aan “de Tijger” Clemenceau, die niet voor de censuur gezwicht was. Maar toen Clemenceau in 1917 premier en de onbetwiste oorlogsleider van Frankrijk werd, deed hij niets om de censuur te verminderen.

Maréchal zou toen gezegd hebben dat hij zijn krant zou omdopen in Le Canard libre zodra hijzelf premier werd… Een grapje, want de journalisten van de Canard verbonden zich ertoe elke overheidsfunctie en elke decoratie te weigeren. Ook vandaag nog.

Bourrage de crâne of hersenspoeling

De Canard was dan ook in de eerste plaats gericht tegen de censuur en tegen de leugenachtige propaganda die vrijwel alle Franse kranten toen over de oorlog verspreidden, in naam van een eendrachtig patriotisme.

Steeds opnieuw meldde de pers overwinningen die er niet waren en maakte het van treurige nederlagen heroïsche gebeurtenissen. De kranten stonden vol met berichten over trotse, vrolijke en vooral strijdlustige soldaten, ook al waren ze verminkt of leefden ze in afschuwelijke omstandigheden.

De frontsoldaten hadden deze desinformatie al snel door en gaven haar de naam “bourrage de crâne” ("schedelvulling", zeg maar hersenspoeling). In het allereerste nummer werd daartegen op ironische wijze stelling tegen genomen.

Op de voorpagina stond onder meer het volgende : “Le Canard enchaîné zal de grote vrijheid nemen om alleen strikt onjuist nieuws op te nemen, na grondige verificatie.. Iedereen weet immers dat de Franse pers zonder uitzondering sinds het begin van de oorlog haar lezers alleen maar meedogenloos correct nieuws meedeelt.

Welnu, het publiek heeft er genoeg van. Het publiek wil onjuist nieuws… voor de afwisseling. Het zal er hebben.

Om dit prachtige resultaat te bekomen is de directie voor geen enkel offer gezwicht en heeft ze niet geaarzeld om een jaarcontract af te sluiten met het zeer befaamde persagentschap Wolff in Berlijn, die haar elke week, via een speciale prikkeldraad, alle valse berichten uit de hele wereld zal opsturen."

29-11-1916 : aankondiging van de verkiezing van het "opperhoofd van de stam der schedelvullers"

In een poging de bourrage de crâne belachelijk te maken organiseerde de krant in 1916 onder zijn lezers een verkiezing van het ”opperhoofd van de stam der schedelvullers”.

De verkiezing werd “gewonnen” door de socialistische politicus en journalist Edmond Hervé, die voor de oorlog een overtuigd antimilitarist was geweest en tijdens de oorlog even overtuigd de strijd tot het uiterste verdedigde (hij zou later trouwens fascist worden). De nationalistische schrijver Maurice Barrès eindigde in de stemming op de tweede plaats.

Codetaal

Ook met de censuur zelf werd de draak gestoken. Ze werd in de karikaturen van Cassier voorgesteld als “Madame Anastasia”, een oude vrouw met een grote schaar die van alles wegknipt.

Uiteraard was het blad zelf aan de censuur onderworpen. Om eraan te ontsnappen werd inderdaad voortdurend “strikt onjuist nieuws” gegeven. Zo werd correcte informatie uitdrukkelijk ontkend.

In de artikels werd een verhuld taalgebruik gehanteerd, een soort codetaal waarin de lezer zich eerst moest laten inwijden alvorens goed te begrijpen, met woordspelingen, antifrasen en dubbelzinnigheden, zodanig dat het heel moeilijk was om de krant te “betrappen”.

De censuur had dan ook haar werk aan. Twee officieren hadden tot het einde van de oorlog de taak om de inhoud te controleren.

Precies daardoor werd Le Canard enchaîné een succes, vooral bij de gewone soldaten, voor wie de humor – vaak zwarte humor - een riem onder het hart betekende. Het blad werd dan ook sterk verspreid in de loopgraven… voor zover het daar niet werd verboden.

Le Canard enchaîné van 13 november 1918, onmiddellijk na de wapenstilstand: de krijger van de honderdjarige oorlog vertelt de Poilu dat hij toch een gelukzak is.

Na de oorlog kende de Canard een terugval, maar wist zich snel aan te passen aan berichtgeving in vredestijd en kreeg snel een steeds hogere oplage.

Ironisch genoeg is het blad dat zijn lezers in het begin “strikt onjuist nieuws” beloofde, uitgegroeid tot een van de meest betrouwbare nieuwsbronnen.

Het latere succes van het satirisch blad was voor een deel te danken aan een dankbaar lezerspubliek uit de oorlogsperiode dat de krant bleef kopen.. Een van hen was een officieren die met de censuur was belast geweest. Hij zou tot zijn dood in 1955 een trouwe abonnee blijven.

Meest gelezen